atie te beraden en onder andere te spreken over de prijscompensatie en de VUT-rege- lingen. Er werd bij die gelegenheid tevens besloten om via het afdelingsbestuur het Hoofdbestuur te adviseren zowel de CAO voor het Laborato- riumbedrijf als de VUT-CAO tijdig op te zeg gen, teneinde niet opnieuw voor verrassingen te worden geplaatst. Deze opzeggingen heb ben tijdig plaatsgevonden, hetgeen in onze so ciale praktijk tot dusverre niet eerder van werkgeverszijde was geschied. Voor wat betreft de loonontwikkeling zij ver meld dat het minimumloon zowel als de prijs compensatie verliepen overeenkomstig het geen onder het hoofd CAO Bioscoopbedrijf is vermeld, zodat daarnaar moge worden verwe zen. Bij de looncompensatie was er alleen verschil in de vloer die voor het Laboratorium- bedrijf ƒ.270,per procent op jaarbasis be droeg. In tegenstelling tot het Bioscoopbedrijf werd in het Laboratoriumbedrijf wel aanleiding ge zien om de prijscompensatie van 31 decem ber 1982 op te schorten en werd afgesproken zo vroeg mogelijk in 1983 onderhandelingen te beginnen over de besteding van de prijs compensatie en over voortzetting van de op gezegde VUT-regelingen. In het bestuur van de VUT-stichting hadden per het einde van het jaar zitting de heren A. Mens, C. Treffers en Mr. G. J. Wouters. Als plaatsvervangende leden fungeerden de he ren E. J. Bovelander, L. Claassen en L. A. G. Huider. K.N.O.V. De Nederlandse Bioscoopbond heeft zich in 1975 aangesloten bij het Koninklijk Verbond van Ondernemers. Uit de fusie met het Neder lands Katholiek Ondernemers Verbond is het Koninklijk Nederlands Ondernemers Verbond ontstaan, waarvan onze organisatie ook in 1982 deel uitmaakte. Bij de behandeling van problemen op sociaal gebied, speciaal in de verhouding met vakbonden, wordt een nuttig gebruik gemaakt van de diensten van het K.N.O.V., dat speciaal de belangen van mid delgrote en kleinere bedrijven behartigt. Bedrijfspensioenfonds Het Bestuur van de Stichting Bedrijfspensi oenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf was eind 1982 als volgt samengesteld: H. Mie- dema, voorzitter, Drs. O A. Voskuil, plaatsver vangend voorzitter, H. Hofstra, secretaris, J. v.d. Velde, plaatsvervangend secretaris, me vrouw D. Atsma, G. A. P. Bovendeert, L. M. J. de Groot, B. Kalkhoven, Drs. W. J. A. van Roosmalen, P. L, Schreuder, D. J. M. Swart, J. Th. van Taalingen, F. H. W. Weyschedé en Mr. G. J. Wouters. Krachtens besluit van het bestuur werden alle bestaande pensioenaanspraken ingaande 1 januari 1982 wederom met 7% verhoogd. De ze verhoging wordt berekend over het reeds opgebouwde recht met inbegrip van de vorige verhogingen. De reeds ingegane pensioenen en de toegekende premievrije rechten zijn op dezelfde wijze verhoogd. Op de tijdelijke extra ouderdomspensioenen van de vrouwelijke deelnemers is deze verhoging niet van toe passing. Wel is het bedrag van deze tijdelijke extra pensioenen ingaande 1 januari 1982 ver hoogd. Bij de aanvang van het verslagjaar werd aan 709 gepensioneerden ouder domspensioen uitgekeerd. Er waren 297 we duwen die weduwenpensioen ontvingen. Voorts werd aan 16 kinderen een wezenpensi oen uitgekeerd. Begin 1982 bedroeg het aan tal deelnemers 1.141. Er waren tien onderne mingen - voor het gehele personeel of een deel ervan - gedispenseerd van de verplich ting tot premiebetaling aan het fonds. Deze vrijstelling had betrekking op ongeveer 500 werknemers. De gedispenseerde onderne mingen dienen pensioenregelingen te hebben die tenminste gelijkwaardig zijn aan die van het Bedrijfspensioenfonds. Als administrateur van het fonds fungeerde wederom het Gemeenschappelijk Administra tiekantoor. 21 De smaak van water

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1982 | | pagina 23