Technische aangelegenheden Het aantal geautomatiseerde bioscopen is wederom enigszins gestegen en wel van 427 tot 430. Op een totaal van 557 bioscopen kan men zeggen dat voor wat de automatisering betreft het verzadigingspunt wordt genaderd. Het aantal 70 mm-installaties en 35 mrm- installaties geschikt voor elektromagnetische geluidsweergave, daalde wederom en wel van 57 tot 55 in totaal. Deze daling is in hoofdzaak het gevolg van vervanging door geautomati seerde projektie-apparatuur. Het Dolby-geluidssysteem bleef zich daaren tegen in stijgende lijn bewegen. Volgen de be schikbare gegevens zijn thans 85 bioscopen, ofwel ruim 15% van het totaal, met dit ge luidssysteem uitgerust, tegen 79 per eind 1981. Wat betreft de lichtbronnen die in het bio scoopbedrijf gebruikt worden, kan worden ge rapporteerd dat het xenonlicht de markt vrij wel geheel heeft veroverd. Er wordt nog in slechts 24 bioscopen met koolspitsen ge werkt, terwijl andere lichtbronnen nauwelijks voorkomen. De omschakeling van vertikale xenonlampen naar het nieuwere horizontale systeem dat meer bedieningsgemak en een hoger rendement oplevert, vindt geleidelijk plaats. Reeds enige malen hebben wij in deze rubriek gewag gemaakt van de mogelijkheid dat het drie-dimensionale projektiesysteem (3 D) vol gens de polarisatiemethode zou terugkeren. Ook in 1982 is dit nog niet gebeurd, maar de signalen worden sterker, zodat het er naar uit ziet dat in de naaste toekomst pogingen tot her-introduktie van dit systeem gedaan zullen worden. In het buitenland zijn reeds 3 D-films beschikbaar, waarbij - in tegenstelling tot het geen voorheen gebruikelijk was - met slechts één filmband behoeft te worden gewerkt. Op de plaats waar zich thans één filmbeeldje be vindt, zijn er bij het 3 D-systeem twee afge drukt en vindt de projektie met één lichtbron en een speciaal prisma-scheidingssysteem plaats. De projektiekwaliteit van dit systeem zal voornamelijk afhangen van de beschikba re hoeveelheid licht. Met het gebruik van het sterke polyester filmmateriaal zijn, voornamelijk bij Nederland se speelfilms, ook in 1982 gunstige ervaringen opgedaan. Toch wordt nog onderzocht in hoe verre er ook aanwijsbare nadelen aan dit ma teriaal zijn verbonden, maar van dit onderzoek was aan het einde van het verslagjaar nog geen eindresultaat bekend. De samenstelling van de Technische Commis sie is in 1982 ongewijzigd gebleven. In de commissie hadden wederom zitting de heren W. J. M. Jansen, voorzitter; D. J. H. Swart, C. L Wirtz en L. Claassen, secretaris. De com missie kwam als gevolg van het teruglopen van het aantal aanvragen voor de vestiging van nieuwe bioscopen, slechts eenmaal in vergadering bijeen. Er zijn 4 bouwplannen voor nieuwbouw- of inbouwbioscopen beoor deeld. Een viertal andere aanvragen van een voudige aard konden administratief door het secretariaat worden afgewikkeld. Aan de commissiewerkzaamheden werd ook dit jaar deelgenomen door de technisch inspecteur van de Bond de heer A. Hovenier, die een grote hoeveelheid praktijkervaring op dit ter rein heeft opgedaan en ook dikwijls in het voorstadium door aspirant-bouwers wordt ge consulteerd. 22

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1982 | | pagina 24