Afdeling Filmverhuurders 41 Inleiding In het verslagjaar daalde het bioscoopbezoek ten opzich te van het jaar 1981 met 17,5%. De bruto-recettes gaven eveneens een sterke daling van 11,2% te zien in vergelij king met het jaar daarvoor, hetgeen al met al geen roos kleurige ontwikkeling voor de bedrijfstak kan worden ge noemd. De in het verslagjaar nieuw geopende bioscopen en de grote publiekfilms, die tegen het einde van het jaar in de bioscopen werden uitgebracht, hadden helaas weinig in vloed op de bezoekcijfers om de totale resultaten nog enigzins op het niveau van het voorgaande jaar te bren gen. Het gemiddelde filmhuurpercentage daalde van 37,4% in 1981 tot 36% in het verslagjaar. Bestuurs- en Ledenvergaderingen Het Bestuur kwam in het verslagjaar vijfmaal bijeen en was op 31 december 1982 als volgt samengesteld: Drs. W. J. A. van Roosmalen, voorzitter; A. J. J. Duy- vesteyn, vice-voorzitter; J. Arkenbout, penningmeester; H. N. de Haan, E. J. Katz, R. L. Paerl en R. Wijsmuller, le den. Als secretaris fungeerde de heer A. C. Nieuwland. De periodiek aftredende bestuursleden Drs. W. J. A. van Roosmalen, B. H. Wilton en R. Wijsmuller werden bij en kele kandidaatstelling in de jaarvergadering van 2 juni herkozen. In verband met de beëindiging van zijn activiteiten in de bedrijfstak trok de heer P. Silvius zich in het verslagjaar terug uit de diverse Bondscolleges, waarin hij zitting had. In de hierdoor tussentijds ontstane bestuursvacature werd in de jaarvergadering bij enkele kandidaatstelling gekozen de heer E. J. Katz, directeur van Warner Bros (Holland) B.V. en Columbia International Films (Holland) B.V. Voorts besloot de jaarvergadering een niet-bindende aanbeveling aan de Bondsraad te doen tot benoeming van de heer Drs. W. J. A. van Roosmalen in de door het periodieke aftreden van de heer Silvius ontstane vacature in het Hoofdbestuur. Om hem moverende redenen besloot de heer A. J. J. Duy- vesteyn in het verslagjaar af te treden als voorzitter van de Afdeling Filmverhuurders. In zijn plaats werd tot nieu we voorzitter gekozen de heer Drs. W. J. A. van Roosma len, die deze functie bekleedde vanaf 22 juni. Voorts werd de heer B. H. Wilton benoemd tot vice-voorzitter, welke functie voordien werd vervuld door de heer Van Roosma len. In de bestuursvacature, die ontstond door het tussentijds aftreden van de heer Duyvesteyn, werd op de buitenge wone ledenvergadering van 20 juli bij enkele kandi daatstelling benoemd de heer H. N. de Haan, directeur van Hafbo B.V. In oktober maakte de heer B. H. Wilton bekend per 1 no vember zijn werkzaamheden in de bedrijfstak te beëindi gen en derhalve tussentijds in de diverse colleges, waarin hij zitting had, af te treden. In de hierdoor ontstane bestuursvacature werd op de buitengewone ledenverga dering van 5 november bij enkele kandidaatstelling be noemd de heer A. J. J. Duyvesteyn, die hiermee zijn ren tree in het Bestuur maakte. De heer Duyvesteyn werd voorts bij enkele kandidaatstelling benoemd tot vice- voorzitter van de afdeling, welke functie tot dan toe werd vervuld door de heer B. H. Wilton. Terzake van de vacature van lid van het Hoofdbestuur, ontstaan door het tussentijds aftreden van de heer Wil ton, werd aan de Bondsraad een niet-bindende aanbeve ling gedaan om daarin te voorzien door benoeming van de heer A. J. J. Duyvesteyn. Aan het einde van het verslagjaar hadden in het Hoofd bestuur zitting de heren J. Arkenbout, A. J. J. Duyvesteyn, Drs. W. J. A. van Roosmalen en R. Wijsmuller. Laatstge noemde maakte tevens deel uit van het Dagelijks Bestuur, waarin voorheen de heer P. Silvius zitting had. De heer Wijsmuller werd voorts in het verslagjaar, even eens in de plaats van de heer Silvius, benoemd tot vice- voorzitter van de Bond. Er werden drie ledenvergaderingen gehouden. In de jaar vergadering kwamen aan de orde de reglementaire jaarstukken, welke werden goedgekeurd. Daarin vond ook plaats de voorziening in de vacatures, ontstaan door het periodiek aftreden der bestuursleden. De jaarlijkse ledenvergadering kon zich voorts verenigen met de voorstellen van het Hoofdbestuur aan de jaarver gadering van de Bondsraad, de financiële Bondsjaarstuk ken alsmede het Bondsjaarverslag. Verder besloot zij tot het uitbrengen van een niet-bindende aanbeveling tot her benoeming van de heer J. Arkenbout als lid- filmverhuurder in het Hoofdbestuur. Wegens expiratie van de termijn waarvoor de Bondsvoorzitter, de heer J. Nijland, was benoemd en gelet op de omstandigheden dat de heer Nijland zich niet herbenoembaar stelde, deed de Afdeling voorts een niet-bindende aanbeveling tot benoe ming van de heer Drs. J. Ph. Wolff te Bilthoven als nieuwe Voorzitter. De overige punten zijn opgenomen onder andere hoofden in dit verslag. Wijzigingen Statuten en Reglementen De ledenvergadering ging akkoord met het voorstel van het Hoofdbestuur aan de Bondsraad tot wijziging van het Contributiereglement. Dit voorstel beoogde het stelsel van sommaties en uitsluitingen als neergelegd in de Bondsvoorwaarden op analoge wijze toe te passen ten aanzien van alle betalingsverplichtingen van de leden je gens de Bond uit hoofde van contributie en Bumabijdra- gen teneinde door deze maatregel het ontstaan van beta lingsachterstanden ter zake te verhinderen. De ledenvergadering kon zich eveneens verenigen met het voorstel van het Hoofdbestuur om de minimum bijdra ge van donateurs, welke al sinds 1968 is bepaald op I 300,te verhogen tot f 600,Een en ander hield een wijziging in van artikel 4 A van het Algemeen Bonds reglement. De Afdeling besprak voorts een voorstel van het Hoofd bestuur tot wijziging van het Reglement inzake Filmexploi- tatierechten. Ingevolge het Reglement op de Lijst van Geen Bezwaar zijn termijnen vastgesteld, waarbinnen geen levering van films aan niet-leden dient plaats te heb ben. Het is een enkele maal voorgekomen, dat de duur van een licentiecontract korter was vastgesteld dan bij-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1982 | | pagina 42