44
Voor het overige kwamen in de leden- en bestuursverga
deringen een groot aantal onderwerpen aan de orde,
waarvan hieronder de voornaamste zijn opgesomd.
Kabel- en videopiraterij
Met betrekking tot het frauduleus uitzenden van films via
de talrijke kabelnetten in ons land kwam er ten aanzien
van de door de Bond aangespannen procedure op 30 ok
tober 1981 een uitspraak van de Hoge Raad in ons voor
deel. Er zou nu met succes tegen kabelexploitanten en
-piraten kunnen worden opgetreden. In het Bondsjaar
verslag wordt nader op deze materie ingegaan.
De videopiraterij nam ernstige vormen aan, waardoor on
der andere voor Nederlandse films talrijke beschermende
maatregelen bedacht moesten worden om te voorkomen
dat deze films vlak na, of zelfs voor de première op video
cassettes in de handel te koop of te huur waren. Ook hier
tegen werd van Bondswege (en later via een speciaal
daartoe op te richten stichting, luisterende naar de naam
'Video Veilig') met toenemend succes opgetreden. Zolang
echter de justitie op dit soort misdrijven geen zwaardere
straffen stelt, en bij de opsporing grotere activiteit ont
plooit, kan het een langdurige strijd worden, waarbij het
voortbestaan van onder andere de Nederlandse speelfilm
op het spel staat. De cassette-piraterij kan immers per
film heel veel bezoekers schelen, waardoor de kans op
amortisatie van althans een belangrijk deel van de pro-
duktiekosten, steeds kleiner wordt of zelfs geheel is uit
gesloten. Uiteraard beïnvloedt ook dit weer de financie-
ringsmogelijkheden in negatieve zin. Krachtige bestrij
dingsmaatregelen zijn dan ook uit een oogpunt van zelf
behoud absoluut noodzakelijk.
Contacten overheid
Er zijn diverse formele en informele contacten geweest
met de overheid en met volksvertegenwoordigers, over
het filmbeleid in het algemeen en het subsidie- en
promotie-beleid in het bijzonder. Mede als uitvloeisel
daarvan is er een nauwere samenwerking ontstaan tus
sen de afdeling enerzijds en de NBF en het GNS ander
zijds, hetgeen heeft geleid tot de vorming van het Vere
nigd Nederlands Filmfront (VNF) als samenwerkingsver
band.
Er zijn VNF-besprekingen gestart om te komen tot een be
leidsnota voor een aantal ministeries aangaande de nood
zaak van een Nederlandse filmwetgeving, naar het voor
beeld van gunstige systemen die in andere landen
bestaan. Deze gecompliceerde zaak kon in 1982 niet wor
den afgerond maar tegen het einde van het jaar was er
wel reeds een uitgewerkt concept in bespreking dat zou
moeten voeren tot een definitieve vormgeving. Namens
de afdeling werden de besprekingen bijgewoond door de
heren Houwer en Rasker.
Sociaal overleg
Er zijn in 1982 enige besprekingen gevoerd met vertegen
woordigers van de Kunstenbond FNV, aanvankelijk in ge
zelschap van vertegenwoordigers van de Afdeling Audio
visuele Produktie, maar later zonder gedelegeerden uit
die afdeling. Al spoedig bleek namelijk dat de problemen
in de speelfilmsector, met zijn onregelmatige financie-
rings- en werktijdenstructuur, tamelijk sterk afweken
van de opdrachtsfeer die de av-sector kenmerkt, zodat
het beter werd geoordeeld deze voorlopig gescheiden in
behandeling te nemen.
Bij de besprekingen is van de kant van de afdeling voorop
gesteld dat onder de huidige omstandigheden op geen en
kele wijze akkoord zou kunnen worden gegaan met
kostenverhogende maatregelen. Er zou derhalve slechts
op de verlangens van de werknemersorganisatie, onder
andere voor wat betreft werktijdverkorting, ingegaan kun
nen worden nadat van overheidswege een dienovereen
komstige verhoging van de produktiesubsidie ter beschik
king is gesteld. Van werknemerszijde verklaarde men zich
bereid het produktiebedrijf bij het streven in die richting te
steunen. Er is vervolgens uitvoerig overleg gepleegd over
werktijden en de daaraan verbonden honorering, waarbij
het medewerkerscontract dat door de NBF in het begin
van de besprekingen was gedeponeerd, voorlopig buiten
beschouwing is gebleven. Tegen het einde van het ver
slagjaar was er nog geen overeenstemming bereikt over
eventueel te nemen maatregelen.
Exportbeleid
Hoewel de kwestie van de export van Nederlandse films
zeker ook in de eerder besproken beleidsnota aan de orde
zal komen, dient hier toch te worden vermeld dat in het
najaar op instigatie van de heer Frankfurther een gesprek
heeft plaatsgevonden met de toenmalige Staatssecreta
ris van Economische Zaken, Ir. W. Dik. Daarbij zijn de no
dige gegevens gedeponeerd over de Nederlandse film-
produktie en over de tot dusverre ondernomen export
promotie-activiteiten. Er is gebleken dat er in beginsel mo
gelijkheden zouden zijn voor steunverlening door Econo
mische Zaken mits men zou komen met een aanvaard
baar en afgerond export-promotieplan, waarbij sprake
zou moeten zijn van een gebundeld export-initiatief.
Hoewel de verbindingen met de betrokken afdeling van
het Ministerie werden gecontinueerd, is een verdere uit
dieping van deze zaak opgeschort vanwege initiatieven
van de kant van CRM, later WVC, om film-export-
activiteiten in de toekomst beter te gaan bundelen en
meer gecoördineerd aan te pakken. In dit kader werd
voorgesteld gezamenlijke activiteiten te ondernemen ten
opzichte van de filmmarkt van Berlijn (februari) en moge
lijk nog enkele andere filmmarkten in de loop van het jaar
1983. Uiteraard is dit denkbeeld positief ontvangen en
werd met de inleidende besprekingen in het laatste kwar
taal 1982 begonnen.
Filmweken en -manifestaties
Er werd ook dit jaar zoveel mogelijk medewerking ver
leend aan de Stichting Nederlandse Filmdagen, welke
stichting in de periode van 23 tot 29 september voor de
tweede maal een grote Nederlandse filmmanifestatie in
Utrecht organiseerde. Het succes van 1981 werd nog
overtroffen, zo ook het aantal filmprijzen. Dit leidde er toe
dat na afloop van de manifestatie binnen de afdeling
stemmen zijn opgegaan om het aantal prijzen te reduce
ren, omdat anders de waarde daarvan twijfelachtig zou
kunnen worden. De afdeling heeft dit jaar een prijs ter be
schikking gesteld voor het beste debuut in speelfilmregie
en deze prijs in een ledenvergadering, gehouden tijdens
de Filmdagen in Utrecht, met meerderheid van stemmen
toegekend aan Lily Rademakers, regisseuse van de
Nederlands/Belgische co-produktie 'Menuet'.