48
bruik waren voor de vertoning van 30 films, terwijl in een
vierde zaal evenals in 1981 een tweetal voordrachten zijn
gehouden, ditmaal door de heer J. van Beek, manager
Produktontwikkeling en Promotie van de Stichting Tech
nisch Filmcentrum te Velp en de heer T. D. Grosset, exe-
cutive director van Inforfilm International uit Engeland. Zij
spraken over distributie van opdrachtfilms nationaal
respectievelijk internationaal.
Door de Stichting Audiovisuele Manifestaties (SAM),
waarin ook onze afdeling is vertegenwoordigd, was veron
dersteld dat de medewerking van de Kamer van Koophan
del in de sterk geïndustrialiseerde regio Rotterdam, zou
leiden tot een groter bezoek. Dit is echter tegengevallen.
het aantal bezoekers was zelfs iets kleiner dan de SAM de
laatste jaren gewend was.
Niettemin kan worden gesproken van een geslaagde ma
nifestatie, waarbij de Prix d'Amsterdam werd toegekend
aan de film 'By Air' vervaardigd door Carillon Producers;
regie: René Basilico, in opdracht van de K.L.M.
En de SAM-prijs aan de film 'We komen eraan' vervaar
digd door Fred Hilberdink Filmprodukties B.V. in opdracht
van het Ministerie van Binnenlandse Zaken (Rijksbrand-
weer-inspectie); regie: Fred Hilberdink.
Het steeds op deze nationale manifestatie volgende inter
nationale industriële filmfestival werd dit jaar in Amster
dam gehouden en wel in de periode van 20 t/m 24 septem
ber in het nieuwe RAI Congrescentrum te Amsterdam.
Het evenement is een groot succes voor de organisato
ren geworden en werd bijgewoond door ruim 300 deel
nemers, waarvan circa 80% buitenlanders. Er waren
niet minder dan 123 films ingezonden uit 17 landen,
waaronder de Nederlandse inzending bestaande uit het
maximale aantal van 15 films. Helaas is ons land dit jaar
voor de eerste maal niet in de prijzen gevallen, dit terwijl
onze inzending toch bepaald niet slecht was te noemen.
Frankrijk was in 1982 de absolute koploper met een
hoofdprijs, drie eerste prijzen en een aantal prijzen die
door anderen dan de organisatoren ter beschikking waren
gesteld.
De praktische organisatie van het evenement was in han
den van het Congresbureau van het TNO dat er geheel in
is geslaagd het 23e Internationale Industriële Filmfestival
tot een succesvolle gebeurtenis te maken.
Evenals in 1981 werd binnen de Stichting AVOC (Stichting
Audiovisueel Organisatie Comité), gesproken over de ten
toonstelling Mediavisie 1983. Hoewel onzerzijds was
besloten niet meer met een stand aan de tentoonstelling
deel te nemen, zijn wij wel bij het werk betrokken geble
ven, speciaal voor wat betreft de congresbijeenkomsten
die dusdanige tentoonstellingen plegen te vergezellen.
Gedurende het verslagjaar werden op dit gebied de nodi
ge voorbereidende stappen gezet, maar de eigenlijke
werkzaamheden zullen pas in begin 1983 van start gaan.
Besprekingen binnen de AVOC om via die organisatie te
komen tot een av-informatiecentrum, leidden gedurende
het verslagjaar nog niet tot bepaalde initiatieven.
Sociale aangelegenheden
In de Sociale Commissie voor het Laboratoriumbedrijf
kwam dit jaar geen wijziging, zodat het werkgeversge
deelte bleef bestaan uit de heren Mr. H. C. Bitter, voorzit
ter, Mr. G. J. Wouters, A. Mens en C. Treffers. Als secre
taris fungeerde wederom de heer L. Claassen.
Doordat de CAO-onderhandelingen 1981 pas in het late
najaar afgerond konden worden, werd de CAO noch door
de werknemers noch door de werkgevers opgezegd, het
geen betekende dat deze volgens de tekst voor 1982 on
gewijzigd werd gecontinueerd. Het was derhalve niet no
dig om de bekende CAO-vergaderingen te houden en al
leen de werkgeversdelegatie kwam in de tweede helft van
het jaar eenmaal bijeen teneinde zich te beraden over de
minder goede situatie in het laboratoriumbedrijf en over
de prijscompensatie per 1 juli en per het einde van het
jaar. Verder werd gesproken over mogelijke aanpassing
van de VUT-regelingen.
Hoewel zulks tot dusverre ongebruikelijk was, werd beslo
ten om via de afdeling het Hoofdbestuur te adviseren de
laboratorium-CAO zowel als de VUT-CAO tijdig op te zeg
gen. Dit advies werd door het Hoofdbestuur opgevolgd. Er
is verder in de loop van het jaar door een delegatie uit het
afdelingsbestuur enkele malen met vertegenwoordigers
van de Kunstenbond FNV en afgevaardigden van de Afde
ling Speelfilmproducenten sociaal overleg gevoerd te
neinde te komen tot bepaalde arbeidsregelingen in de
filmproduktiesector. het overleg beperkte zich in hoofd
zaak tot een mogelijke regeling van de werktijden in het
produktiebedrijf en aangezien deze materie meer op de
weg van de speelfilmproducenten dan op die van de av-
producenten lag, werd afgesproken dat deze zaak in
eerste aanleg verder met de speelfilmproducenten zou
worden behandeld. Wanneer enige vorm van over
eenstemming zou zijn bereikt dan zou het gezamenlijk
overleg worden hervat. Aan deze hervatting van het over
leg is men voor het einde van het verslagjaar niet meer
toegekomen.
Produktie
Volgens de beschikbare cijfers is het aantal geproduceer
de korte films in 1982 binnen onze kring nauwelijks ver
anderd. Dit betekent dat er omstreeks 60 nieuwe op
drachtfilms tot stand kwamen alsmede 27 zogeheten
'Postbus-51-spots' en 11 modificaties van bestaande
'Postbus-51-spots'.
Volgens verkregen inlichtingen is het aantal band/dia-
produkties in 1982 flink gestegen en was er een explosie
ve groei op het gebied van de videoprodukties.
Hier is echter vaak sprake van programma's voor intern
gebruik waardoor geen nauwkeurig cijfermateriaal ter be
schikking staat. Mogelijk kan te zijner tijd via de in oprich
ting zijnde branche-vereniging waarover elders in dit ver
slag is gesproken, een inventarisatie op videogebied
plaatsvinden.
Op het terrein van de commercials kwam ook in 1982 de
verwachte uitbreiding van de zendtijd niet tot stand, zodat
het aantal tv-reclamefilms dat in 1982 werd geprodu
ceerd, wederom circa 800 bedroeg.
Aan het eind van het jaar was er ongerustheid bij de be
trokken producenten over de kwaliteitsnormen van de
NOS bij het samenstellen van de STER-blokken. Het voor
nemen bestond daartegen actie te ondernemen. Mede
onder invloed van de video-ontwikkelingen heeft een aan
tal van de grotere commercialproducenten in het laatste
kwartaal van het verslagjaar een soort werkgroep ge
vormd teneinde de wederzijdse problemen te inventarise
ren en een wensenpakket samen te stellen dat te zijner
tijd nader met het afdelingsbestuur besproken zou kun
nen worden.
Ook dit jaar hadden, voorzover bekend, de leden van onze
afdeling over het algemeen weinig bemoeienis met de
produktie van korte kunstzinnige films, de zogeheten