11
II. INTERN-ORGANISATORISCHE AANGELEGENHEDEN
Hoofdbestuur
Begin l 984 bestond het Hoofdbestuur uit de heren DrsJ.Ph.Wolffvoorzitter, R.Wïjsmul Iervice-
voorzitter, MrP.A.Meerburg, penningmeester, R.P.Houwer (allen leden van het Dagelijks Bestuur),
J.Arkenbout, Y.Brusse, A.Denker, J.van Dommelen, A.JJ.Duyvesteyn, Drs.W.J.A.van Roosmalen en J.van
Wi11igen.
In de op 10 april gehouden buitengewone vergadering van de Bondsraad en in de hieraan voorafgaande
hearing van de leden kwam in het bijzonder met betrekking tot een door het Hoofdbestuur bij de Bonds
raad ingediend voorstel zodanig verschil van inzicht naar voren, dat de leden van het Hoofdbestuur
hun zetels ter beschikking stelden, opdat onmiddellijk uitvoering zou kunnen worden gegeven aan het
voornemen, neergelegd in de eveneens aan de Bondsraad voorgelegde nota van het Hoofdbestuur omtrent een
aanpassing van de Statuten, om de bestuurstaak in handen te leggen van een kleiner bestuurscollege.
Het Hoofdbestuur stelde de Bondsraad voor een dergelijk college te vormen uit de leden van het Dagelijks
Bestuur, te weten de heren Wol ff, Wijsmul Ier, Meerburg en Houwer, en de heer Y.Brusse, zodat alle af
delingen in dat college zouden zijn vertegenwoordigd. De Bondsraad besloot overeenkomstig de door het
Hoofdbestuur ontwikkelde gedachte en legde derhalve de bestuursbevoegdheden in handen van genoemd col
lege, dat met name de opdracht kreeg zo spoedig mogelijk een herstructurering van de Bond voor te be
reiden. In de loop van het jaar werden de heren Houwer en Meerburg vervangen door respectievelijk de
heren J.M.van Heyningen en J.van Dommelen.
Het Hoofdbestuur in de samenstelling als hierbovenvermeldkwam in 1984 vijf maal bijeen. Het verkleinde
bestuur dat gedurende de overgangsperiode zal fungeren, vergaderde in het verslagjaar elf keer.
Bondsraad
In de samenstelling van de Bondsraad deden zich in 1984 enige wijzigingen voor. Voorts waren er als
gevolg van tussentijds aftreden enkele vacatureswaarin in het verslagjaar niet meer werd voorzien.
Aan het eind van het jaar was de Bondsraad als volgt samengesteld:
de heer DrsJ.Ph.Wol ffvoorzitter;
vanwege de Afdeling Bioscoopexploitanten: de heren R.V.C.Cattoir, J.van Dommelen, W.van Dommelen,
H.Holman, P.M.Nieuwend ijk, L.van Praag, V.N.Reumer, G.C.M.Ruys, Drs.C.A.Voskui1F.H.W.Weyschedé en
E.Wierda (er waren 4 vacatures);
vanwege de Afdeling Filmverhuurders: de heren J.Arkenbout, A.J.J.Duyvesteyn, H.N.de Haan, E.J.Katz,
R.L.Paerl, Drs.W.J.A.van Roosmalen en R.Wijsmul Ier
vanwege de Afdeling Speelfilmproducenten: de heren J.M.van Heyningen, F.Rasker en J.M.A.Stel1ing
vanwege de Afdeling Audiovisuele Produktie (Verenigde Audiovisuele Produktiebedrijven)de heren
Y.Brusse, A.W.H.Kommer en P.W.A.de Man.
De Bondsdirecteur, de heer J.Th.van Taalingen, fungeerde qualitate qua als secretaris van de Bonds
raad
De Bondsraad kwam in 1984 bijeen op 10 april, 11 december en 19 december. Laatstvermelde vergadering
was noodzakelijk met het oog op het ontbreken van een quorum op 11 december.
Werkzaamheid van Bestuur en Bondsraad
In de vergadering van de Bondsraad van 10 april kwam een voorstel van het Hoofdbestuur aan de orde, welk
voorstel ten doel had door middel van een afdracht door de bioscoopexploitanten van een bedrag per
bioscoopbezoeker tot fondsvorming te geraken. Dit fonds zou dienen ter sanering van bioscooponderne
mingen en tot het verlenen van financiële faciliteiten aan bioscoopexploitanten en filmverhuurders.
Gelijktijdig zou er een algemene prijsreductieregeling voor maandagen worden geïntroduceerd en een ver
hoging van de toegangsprijzen op de andere dagen die gelijk is aan het af te dragen bedrag. De opvat
tingen onder de leden met betrekking tot deze voorstellen verschilden zo zeer, dat zij door de Bonds
raad niet in behandeling werden genomen. Evenmin werd de door het Hoofdbestuur bij de Bondsraad in
gediende nota behandeld omtrent een aanpassing van de Bondsstructuur.
Het sinds 10 april fungerende Bondsbestuur heeft, gelet op de opdracht van de Bondsraad waarvan hier
boven sprake is, de Commissie Herziening Bondsstructuur ingesteld, die tot taak kreeg advies uit te
brengen over een aangepaste structuur van de organisatie. De commissie zou mede moeten bezien welke
taken naar haar oordeel in de vernieuwde structuur door de Bond dienen te worden verricht en zou voorts
een oplossing dienen aan te geven omtrent de financiële consequenties. In de commissie kregen zitting
de heren Y.Brusse, J.van Dommelen, J.M.van Heyningen, Drs.W.J.A.van Roosmalen, J.Th.van Taalingen,
F.H.W.Weyschedé en Drs.J.Ph.Wolff, die tevens als voorzitter fungeerde.
In het door de Commissie Herziening Bondsstructuur uitgebrachte interim-rapport werden de hoofdlijnen
aangegeven voor een nieuwe structuur van de organisatie, werden aanbevelingen gedaan met betrekking tot
de taken van de centrale Bondsorganisatie en de hieruit voortvloeiende consequenties voor het Bonds
bureau en werd een nieuwe opzet aangegeven voor de Bondsfinanciën. Op basis van het interim-rapport dien
de het Bestuur bij de Bondsraad een ontwerp-begroting in voor I985 en deed het tevens een voorstel tot
vaststelling van de Bondscontributie voor 1985. De Bondsraad heeft in zijn vergadering van 19 december
met de aanbevelingen van de commissie ingestemd en heeft tevens de begroting en de contributieheffing
voor I985 conform de voorstellen van het Bestuur vastgesteld.