VUT-regeling filmlaboratoriumbedrijf
Over de reglementering rondom deze regeling ont
stond in 1986 enig rumoer omdat verschil van me
ning bleek te bestaan over de reikwijdte daarvan.
Sommigen meenden dat alle medewerkers van la
boratoria onder de VUT-regeling vielen, terwijl an
deren stelden dat dit alleen betrekking had op werk
nemers vallende onder de CAO. Laatstbedoelde
opvatting bleek in overeenstemming met de bedoe
ling bij de totstandkoming der VUT-regeling. Om
verdere misverstanden te voorkomen, werd de re
dactie van de VUT-CAO zodanig aangepast, dat
geen twijfel meer mogelijk is. Overigens bleef de
bestaande regeling ongewijzigd van kracht.
K.N.O.V.
De Nederlandse Bond van Bioscoop- en Filmon-
dernemingen was ook in 1986 aangesloten bij het
Koninklijk Nederlandse Ondernemersverbond. Bij
de behandeling van o.a. de problemen op sociaal
gebied wordt een nuttig gebruik gemaakt van de
diensten die het K.N.O.V, welke organisatie speci
aal de belangen van het midden- en kleinbedrijf
behartigt.
Onderzoek en publikaties daarover
Het jaarverslag heeft veel resultaten van onderzoek
opgeleverd.
Als eerste dient hier de nota 'Film en publiek, een
onderzoek naar omvang en samenstelling van het
publiek van vier kanalen van filmdistributie aan de
hand van secundair geanalyseerde gegevens' te wor
den genoemd, die op 20 maart aan het Ministerie van
W.V.C, werd aangeboden. Deze nota is het verslag
van een in opdracht van dit ministerie verricht on
derzoek van in 1983, eveneens met financiële steun
van W.V.C, door de N.V vh. Ned. Stichting voor
Statistiek bijeengebracht statistisch materiaal. Het
onderzoek is verricht door Drs. J. H. Faasse en Dr. H.
B. G. Ganzeboom onder supervisie van Prof. Dr. R.
Wippler (Vakgroep Theoretische Sociologie en Me-
thodenleer, Rijksuniversiteit Utrecht), waarbij een
begeleidingscommissie optrad, bestaande uit Dr. A.
Bevers (WVC, Stafafd. Culturele Zaken), Drs. A. M.
Hogervorst (WVC, afd. Film) en Drs. J. Ph. Wolff
(N.B.B.). De nota bevat belangwekkende conclusies,
die mede als basis kunnen dienen van het filmbeleid
van resp. overheid en N.B.B. Aan de nota is door de
N.B.B, een geheel nummer van het blad 'Film' gewijd
(2e kw. 1986).
Een tweede, eveneens zeer belangrijk onderzoek is
dat van Bakkenist, Spits Co./INTERVIEW, ver
richt in het kader van het NEHEM-structuurverbe-
teringsproject, hetgeen financiële steun van het Mi
nisterie van Economische Zaken impliceert. Het
rapport over dit onderzoek, 'De consumentgerichte
bioscoop. Samenvatting van een onderzoek naar re
levante doelgroepen in het bioscooponderzoek', be
staat uit twee delen. Het eerste deel bevat de conclu
sies van een onderzoek door Drs. P. S. F. M. van den
Acker, Drs. Ing. K. Ooms, Drs. N. Suesan (Bakkenist,
Spits Co.), en G. Eilander (INTERVIEW) naar de
voorkeuren van onderscheiden publieksgroepen voor
bepaalde films, bioscopen en aspecten van dienstver
lening daarin. Het bevat tevens enige uitkomsten van
kwalitatief onderzoek naar de prijsgevoeligheid van
deze publieksgroepen. Het tweede deel bevat regi
onale gegevens inzake segmentatieonderzoek bio
scoopbezoekers en is samengesteld door G. Eilander.
Het rapport werd op 23 september achtereenvolgens
te Zeist aan de bioscoopexploitanten gepresenteerd
en te Utrecht aan de pers. Van het rapport is in
opdracht van de NEHEM-Begeleidingscommissie
een samenvattende brochure samengesteld ('De con
sumentgerichte bioscoop'). Tevens is er een, door
U.I.P. bekostigde Engelse vertaling van het rapport
beschikbaar gekomen.
De aanleiding tot het derde, hier te noemen onder
zoek is gevormd door twee omstandigheden. In no
vember 1985 zijn twee concerns begonnen met een
belangwekkende prijsmaatregel, waarbij in de week
dagen een lagere, en in de weekeinden een hogere
entreeprijs geldt dan vóór invoering van deze maat
regel. Hierdoor was een vrij unieke mogelijkheid tot
statistische analyse ontstaan. Voorts bevat, zoals ver
meld, het rapport 'De consumentgerichte bioscoop'
enige via enquêtering verkregen uitspraken over de
prijsgevoeligheid van de onderscheiden publieks
groepen. Dit heeft geleid tot het besluit, een vrij
omvangrijk kwantitatief onderzoek in te stellen naar
de prijsgevoeligheid van het bioscooppubliek. Dit
onderzoek is verricht door de Bondsvoorzitter, Drs.
J. Ph. Wolff (in zijn hoedanigheid van micro-eco
noom) met medewerking van Drs. H. H. C Wiegers.
De Projectgroep Prijzen van het NEHEM-structuur-
verbeteringsproject fungeerde bij dit onderzoek als
begeleidingscommissie. Het rapport over dit onder
zoek ('Onderzoek naar de prijsgevoeligheid van het
bioscooppubliek door analyse van bezoekcijfers') is
niet in het verslagjaar, maar in februari 1987 versche
nen, doch in december 1986 gaf de genoemde Project
groep Prijzen een tussentijds advies, dat reeds de
belangrijkste aanbevelingen bevatte. (Deze project
groep bestaat uit J. van Dommelen (N.B.B.-exploi
tant), Mr. K. J. Farwerck (NEHEM), Drs. P B. Leu-
18