ORGANISATORISCHE CONTACTEN
Projectgroep Kopieën en
Filmverhuurovereenkomsten
J. van Dommelen (exploitant), M. van Praag (ver
huurder), G. C. M. Ruys (exploitant), F. H. W. Wey-
schedé (exploitant), mevr. Drs. M. L. Wolff (exploi
tant), leden NBB;
J. v.d. Belt (Dienstenbond FNV);
G. B. de Graaff (Voedingsbond FNV);
Mr. K. J. Farwerck en Drs. P. B. Leurink (NEHEM).
Binnenland
Ook in de afgelopen verslagperiode onderhield de
Nederlandse Bond van Bioscoop- en Filmonderne-
mingen intens contact met onder andere de Stichting
Productiefonds voor Nederlands Films, het Bedrijfs
pensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf, de
Stichting Bio-Kinderrevalidatie, de Stichting Insti
tuut voor Opleiding van Technisch Bioscoopperso
neel e.v.a.
De Stichting Bio-Kinderrevaldiatie verricht met het
Bio-Revalidatiecentrum te Arnhem en de hieraan
verbonden mytylschool en de orthopedische werk
plaats een belangrijke taak ten behoeve van het min
der valide kind. De Bond en het Nederlandse film- en
bioscoopbedrijf zijn traditioneel ten nauwste bij Bio
betrokken. Het Bestuur van Bio was eind 1986 als
volgt samengesteld: J. Nijland, Voorzitter, Drs. J. Ph.
Wolff, Vice-Voorzitter, G. F. de Clerck, Secretaris, R.
H. Gerschtanowitz, Penningmeester, Dr. J. H. Baay,
W. van Dommelen, Ir. J. H. Hammer, adviseur. De
directie bestaat uit de heren H. G. Berghauser Pont,
revalidatie-arts (medisch directeur), Mr. W. L. A. van
Tuyll van Serooskerken (economisch directeur) en C.
Klazes.
Kort na de verslagperiode is er een einde gekomen
aan het beheer van de filmstudio's te Duivendrecht
door de Stichting Cinetone. Het is betreurenswaardig
dat het zover heeft moeten komen. Verheugend is
evenwel dat er - met deelname van de NBB - initia
tieven zijn teneinde reeds bestaande plannen voor
een nationaal audiovisueel centrum in Duivendrecht
alsnog te realiseren.
De Stichting Instituut voor Opleiding van Technisch
Bioscooppersoneel heeft ondanks het ontbreken van
subsidie, zijn werkzaamheden in 1986 voortgezet, zij
het dat men zich moest beperken tot het instandhou
den van het bestaande cursusmateriaal. De afronding
van de praktijkcursus, laat staan de vernieuwing daar
van, en het herschrijven van het hoofdstuk Electro-
nica/Versterkertechniek moesten worden opge
schort. Het bestuur bleef ongewijzigd bestaan uit de
heren Drs. W. J. A. Van Roosmalen, Voorzitter, J. v.d.
Belt, E. J. Bovelander, G. B. de Graaff, H. Berg, C J.
Kessler en L. Claassen, Secretaris.
De operateursexamens werden gehouden op 21 janu
ari in Amsterdam. Er waren 47 (1985: 45) kandida
ten, waarvan er 30 zijn geslaagd. 16 kwamen in aan
merking voor het Praktijk Certificaat, 11 voor het
diploma A en 3 voor het diploma B. Er werd geen
(dag) cursus gehouden voor het C-diploma.
In het laatste kwartaal van het verslagjaar bleek via
een van de NEHEM-projectgroepen die in het bio
scoopbedrijf opereren, dat er in het kader van de
aldaar te bereiken kwaliteitsverbetering, mogelijk
ruimte zou zijn voor subsidiëring van de opleiding
door het Ministerie van Sociale Zaken en/of Econo
mische Zaken.
Er werden voor dat doel een aantal rapporten samen
gesteld, hetgeen ertoe leidde dat per eind 1986 be
paalde toezeggingen waren verkregen van Sociale
Zaken en dat met Economische Zaken werd ge
sproken over een ontwikkelingsbijdrage voor het
herschrijven van een deel van de cursus en het voor
bereiden van bij- en herscholingslessen. Verwacht
mag worden dat er in het komende jaar op deze
terreinen veel werk verzet zal moeten worden.
Op 10 december bestond het opleidingsinstituut pre
cies 40 jaar. De Bondsvoorzitter maakte daarvan ge
wag tijdens de op die datum gehouden vergadering
van de Bondsraad. Verdere herdenkingsactiviteiten
bleven achterwege.
Buitenland
De Nederlandse Bond van Bioscoop- en Filmonder-
nemingen neemt deel aan het werk van alle overkoe
pelende internationale organisaties op film- en bio
scoopgebied. Genoemd kunnen worden de Union
Internationale des Cinémas, de Fédération Internati
onale des Associations de Distributeurs de Films, de
Fédération Internationale des Associations de Pro-
ducteurs de Films, het Comité des Industries Cinéma-
tographiques des Communautés Européennes en de
Fédération Européenne des Industries Techniques du
Cinéma.
Zoals eerder gemeld is in de vergadering in Cannes
1986 de Bondsvoorziter, Drs. J. Ph. Wolff, benoemd
tot Vice-President van de Union Internationale des
Cinémas.
In de vergaderingen van deze organisaties wordt on
der meer aandacht besteed aan auteursrechtelijke
vraagstukken, de ontwikkelingen op audiovisueel ge
bied en de satelliettelevisie.
20