INTERNATIONALISERING
EUROPEES VERBAND
HET NEDERLANDSE BELEID MET
BETREKKING TOT FILM
verwacht in 1987, gedocumenteerd door gegevens
van de andere E.G.-lidstaten, voorstellen te doen
aan de betrokken bewindslieden, die mogelijker
wijze leiden tot een verlaging van het BTW-tarief.
Zoals bekend, heeft Nederland als enig lid van de
Europese Gemeenschap alle geledingen die te
maken hebben met onze bedrijfstak, binnen één
organisatie verenigd.*) Uit contacten met de andere
landen binnen de internationale organen van bio
scoopexploitanten, speelfilmproducenten, ver
huurders en audiovisuele producenten, blijkt dat
men Nederland hierom ten zeerste benijdt. De
Bondsvoorzitter, Drs. J. Ph. Wolff, is in de verga
dering van de UNIC, de internationale federatie
van bioscoopbonden, in Cannes benoemd in het
Presidium. Dit zal tot gevolg kunnen hebben, dat
Nederland binnen dit gremium sturend kan optre-
In Zwitserland bestaat de situatie die niet de jure,
maar wel de facto sterk op de Nederlandse lijkt.
den, omdat het met gezag kan spreken ook namens
de andere geledingen binnen de NBB. De hoeveel
heid werk die door Bondsvoorzitter en Algemeen
Secretaris wordt verricht ten behoeve van de inter
nationale organisaties is aanzienlijk. Uit reaties die
uit het buitenland worden vernomen, en het beroep
wat veelvuldig op de NBB wordt gedaan, blijkt
zonder meer het belang van Nederland binnen deze
organisaties, hetgeen ongetwijfeld ten faveure
werkt van onze bedrijfstak, zeker wanneer men een
en ander plaatst tegen de ontwikkelingen die ons in
de komende jaren te wachten staan, namelijk satel
liettelevisie, het Europese Jaar voor Film en Tele
visie 1988, de internationale inning van gelden ten
behoeve van auteursrechthebbenden.
Nog steeds kan worden gesteld, dat het aandeel van
de Nederlandse film in de bioscooprecettes van
grote betekenis is. Duidelijk is dat de Nederlandse
film voorziet in een grote behoefte. Overduidelijk is
dat het bioscoopbedrijf steeds afhankelijker wordt
Op hoop van zegen.