SOCIALE AANGELEGENHEDEN HET NEHEM STRUCTUURVERBETERINGS PROJECT BIOSCOPEN VUT-regeling bioscoopbedrijf Sociale Commissie voor het Bioscoopbedrijf In de Sociale Commissie voor het Bioscoopbedrijf zijn in het verslagjaar enkele wijzigingen opgetreden door het vertrek aan werkgeverszijde van de heren J. G. Paerl en I. A. M. Teunissen. In deze vacatures werd voorzien door de benoeming van de heer W. H. H. Ruyters (Minerva Groep) en mevrouw drs. M. L. Wolff (Bioscooponderneming Wolff). De Commissie was hierdoor aan het einde van het verslagjaar als volgt samengesteld: F. de Boef, voor zitter; W. van Dommelen, W. H. H. Ruyters en me vrouw drs. M. L. Wolff, werkgeversgedelegeerden, alsmede mevrouw M. K. E. Veenstra en de heer J. van de Belt, werknemersgedelegeerden namens de Dien stenbond FNV en de heren G. B. de Graaff en J. van de Velde, werknemersgedelegeerden namens de Voe dingsbond FNV. Als secretaris fungeerde de heer F. J. M. van der Putte. In het verslagjaar is in de Commissie intensief onder handeld over een nieuwe CAO voor de bedrijfstak. Deze besprekingen hebben geresulteerd in een CAO voor 1989, waarbij onder andere is afgesproken een salaristoeslag van 1% te verlenen voor de werknemers die boven het minimumloon zijn ingeschaald en een anciènniteitstoeslag toe te passen voor de overige werknemers, indien deze vier respectievelijk zes jaar bij dezelfde werkgever in dienst zijn. Voorts zijn de functies cassière, controleur, ouvreuse, portier en gar derobejuffrouw ondergebracht in één functie: service medewerker. Tevens is besloten het minimum aantal uren voor part-time personeel vast te stellen op 8 uur per week. Indien de werknemer minder dan 8 uur per week arbeid wil verrichten, kan de werkgever hiervoor bij de Sociale Commissie dispensatie aanvragen. Partijen waren van mening dat de CAO in een meer leesbare vorm diende te worden herschreven. Inmid dels heeft een werkgroep deze taak op zich genomen. Er heeft in het verslagjaar geen uitbetaling van prijs compensatie plaatsgevonden. In de lopende VUT-regeling voor het bioscoopbedrijf kwam in 1988 geen verandering. Wel zijn de partijen in het CAO-overleg overeengeko men de ingangsleeftijd per 1 juli 1989 eenmalig terug te brengen tot 60 jaar. Vanaf 1 januari 1990 wordt de ingangsleeftijd vastgesteld op 61 jaar. In de door de werkgever aan de Stichting te betalen bijdrage (voor 1987 en 1988 3.28% van het loon voor de premieheffing Ziektewetverzekering) zal geen ver andering komen. Het bestuur van de Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding voor het Bioscoopbedrijf was aan het eind van het verslagjaar als volgt samengesteld: de heren F. de Boef, W. van Dommelen en mevrouw drs. M. L. Wolff, leden-werkgevers; B. C. van Beek, F. J. M. van der Putte en W. H. H. Ruyters, plv. leden-werk gevers; J. van de Belt, J. van de Velde, P. Diepenveen, leden-werknemers; G. A. P. Bovendeert, G. B. de Graaff en mevrouw M. K. E. Veenstra, plv. leden werknemers. Het voorzitterschap werd in 1988 vervuld door de heer F. de Boef. Het Gemeenschappelijk Administra tiekantoor te Amsterdam fungeerde als administra teur. Eind juni 1988 heeft de begeleidingscommissie voor het structuurverbeteringsproject 'bioscopen' (S.V.P.) haar werkzaamheden beëindigd en daarmee dit pro ject afgesloten. Dit houdt natuurlijk niet in dat alles, dat onder het S.V.P. gedaan of gestart is, nu in het archief kan worden bijgezet. Integendeel, het bijblij ven, of nog beter, het anticiperen op de markt is een continuproces waarvoor het S.V.P. verscheidene ini tiatieven heeft aangedragen. Daarnaast heeft het S.V.P. meerdere feitelijke onderzoeken opgeleverd die als bouwsteen kunnen dienen voor huidig en toe komstig beleid. Als belang van een structuurverbete ringsproject dienen dan ook niet in de eerste plaats gezien te worden de wapenfeiten die een dergelijk project heeft opgeleverd, maar hetgeen verder daar mee gedaan wordt. Het is nu aan de bio scoopbranche, zowel de N.B.B, als de individuele ondernemingen, de resultaten van hun S.V.P. te be nutten en de ontwikkelde aktiviteiten verder te onder steunen en te sturen. Alle achttien deelprojecten van het S.V.P. zijn be schreven in het rapport 'kort verslag van het struc tuurverbeteringsproject bioscopen 1985-1988'. Na een korte inleiding worden in het verslag de deel projecten achtereenvolgens behandeld, ingedeeld naar vier aandachtsgebieden en wel: 1. marketing 2. public relations 3. bedrijfsvoering 4. opleidingen Sommige deelprojecten, voor zover deze een onder zoek behelsden (b.v. doelgroepenonderzoek en prijs- onderzoek), zijn voor herhaling vatbaar naar gelang de omstandigheden in de markt veranderen. Een der gelijke herhaling, in feite meer een bijstelling, zal 11

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1988 | | pagina 12