LIDMAATSCHAPPEN EN BEDRIJFSREGISTER Het aantal leden van de Bond bedroeg op 1 januari 1989 281, waarvan 141 bioscoopexploitanten, 31 filmverhuurders, 22 speelfilmproducenten, 65 audiovisuele produktiebedrijven en 22 filmtheaters aangesloten bij de Associatie van Nederlandse Film theaters. Beide laatstgenoemden waren geassocieerd lid van de Bond. Commissie Nieuwe Zaken Voor het gaan exploiteren van nieuwe bedrijven in het kader van het Bondslidmaatschap is op grond van het Algemeen Bedrijfsreglement toestemming vereist van de Commissie Nieuwe Zaken respectievelijk de Com missie Beroep Nieuwe Zaken. Beide commissies be staan in meerderheid uit personen buiten het film- en bioscoopbedrijf en zijn autonoom, hetgeen impliceert dat het Bondsbestuur voor de inschrijving in het Be- drijfsregister en de toelating van nieuwe leden de beslissingen van de commissies dient te volgen. De belangrijkste criteria die door de commissies wor den getoetst zijn: kredietwaardigheid, vakbekwaam heid en (bij aanvragen bioscopen betreffende) de technische outillage van het theater en de 'adequate filmvoorziening' ter plaatse. Het criterium 'adequate filmvoorziening' is specifiek voor de bedrijfstak. Van de duizenden films, die jaar lijks worden geproduceerd, zijn er slechts circa 300 geschikt voor een West-Europees land als Nederland. Deze films worden door de filmverhuurders praktisch alle geïmporteerd, terwijl de Nederlandse filmpro- duktie zich, gegeven de omstandigheden, een maxi male inspanning getroost. De mate, waarin aan de vraag van het publiek om bepaalde (genres van) films kan worden voldaan, is daardoor slechts tot op zekere hoogte afhankelijk van het aantal bioscoopzalen ter plaatse, en veel meer aan de beschikbaarheid van films waaraan bij het publiek behoefte bestaat; be halve in gevallen waarin het aantal zalen te gering is voor een gevarieerd aanbod, respectievelijk waarin de bestaande zalen in onvoldoende mate tegemoet ko men aan de wensen van het publiek, kan toevoeging van zalen door de beperktheid van het aanbod van films niet of nauwelijks leiden tot meer bioscoopbe zoek. Het criterium 'adequate filmvoorziening' is hierop afgestemd.Voorts kunnen de commissies beëindiging van de exploitatie van bioscopen bestem pelen als een sanering als deze, vaak verouderde, theaters door nieuwbouw of een structurele afname van het bezoek overbodig zijn geworden. Sanerings- aanvragen kunnen worden ingediend door de desbe treffende exploitant en/of het Bondsbestuur (ambts halve). De Commissie Nieuwe Zaken verleende toestemming voor de vestiging van tien nieuwe permanente biosco pen (alfabetisch naar gemeente): Den Burg Cinema Texel, Springers Rekreatie B.V. - Dronten De Meerpaal, De Meerpaal B.V. - Hoogezand- Sappemeer Centrum 2, A. J. Milius Klazienaveen Astra 2, A. Th. Abeln Roosendaal City 3, Bioscoopbedrijf City B.V. Rotterdam Airplane, Nighttown B.V. - Veenendaal 't Lampegiet, Stichting Culturele Raad Veenendaal Venray Studio 2, Fa. Luxor Theater - Zwolle De Nieuwe Buitensociëteit 2 en 3, B.V. De Nieuwe Buitensociëteit Voorts is toestemming verleend voor de vestiging van drie nieuwe filmverhuurkantoren, te weten Argus Film B.V. te Amsterdam, The Motion Picture Group B.V. te Amsterdam en Vestron Benelux B.V. te Utrecht. Een aanvrage om toestemming tot het opnieuw gaan exploiteren van één van de twee in 1987 gesaneerde Scala theaters te Nijmegen is door de Commissie afgewezen. De Commissie Nieuwe Zaken was aan het eind van het verslagjaar als volgt samengesteld: drs. F. L. Schimsheimer, voorzitter; drs. J. H. Knop- per, vice-voorzitter; drs. P. M. H. Cuijpers, lid; mr. H. A. C. Branderhorst en mr. W. R. Veldhuyzen, plv. leden; J. Arkenbout, T. Frijn en M. van Praag, leden- filmverhuurders; W. van Dommelen, J. G. Paerl en L. van Praag, leden-bioscoopexploitanten. Als secreta ris fungeerde de heer F. J. M. van der Putte. De Commissie Beroep Nieuwe Zaken bestond eind 1988 uit: Mr. P. Y. Hondius, voorzitter; mr. W. L. van der Kolf, vice-voorzitter; drs. J. C. van Ek, lid; mr. H. P. C. Reinhold en J. Th. van Taalingen, plv. leden; R. L. Paerl, drs. W. J. A. van Roosmalen en R. Wijsmuller, leden-filmverhuurders, drs. J. Bruinstroop, J. van Dommelen en J. Nijland, leden-bioscoopexploitan ten; mr. F. Afman, lid-speelfilmproducent. In een tweetal vacatures voor leden-speelfilmprodu- centen was aan het eind van het jaar nog niet voor zien. De commissie Beroep Nieuwe Zaken is in het verslag jaar niet bijeen geweest. 28

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1988 | | pagina 29