Disciplinaire Rechtspraak
Expiratie exploitatierechten
Reglement op het Naamregister
Ontheffing ingevolge het Reglement inzake
Filmexploitatierechten
In het verslagjaar heeft het Bondsbestuur 51 verzoe
ken ontvangen om dispensatie te verlenen ten be
hoeve van een vervroegde videorelease of televisie
uitzending van films.
Ingevolge het Reglement inzake Filmexploitatierech
ten heeft het Bondsbestuur 18 ontheffingen verleend
voor een verkorting van de videotermijn en 24 onthef
fingen voor een verkorting van de termijn voor tele
visie.
Een achttal aanvragen is niet gehonoreerd.
Het Bondsbestuur heeft één maal op verzoek van de
Afdeling Bioscoop-exploitanten besloten de video
termijn voor een film te verlengen.
In de loop van 1988 is gebleken, dat de bestaande
regelingen ten aanzien van 16 mm films te onduidelijk
zijn om deze adequaat toe te passen. Er wordt naar
gestreefd het Reglement inzake Filmexploitatierech
ten in 1989 zodanig aan te passen, dat ook ten aanzien
van de 16 mm-problematiek duidelijkheid wordt ver
kregen.
Voorts is in de Bondsraad besloten het reglement
meer af te stemmen op de zakelijke behoeften van een
aantal leden-distributeurs. Dit heeft erin geresul
teerd, dat het Bondsbestuur de mogelijkheid heeft ten
aanzien van bepaalde films dispensatie te verlenen
voor een vervroegde videorelease, zonder de mini
mum termijn van drie maanden na de Nederlandse
première in acht te hoeven nemen. Uiteraard blijft dit
minimum wel de gebruikelijke norm.
In 1988 heeft het Bondsbestuur een tweetal zaken ter
toetsing en bestraffing voorgelegd aan de Commissie
Disciplinaire Rechtspraak, bestaande uit de heer mr.
L. H. A. J. M. Quant, voorzitter en de leden mr. W.
L. van der Kolf en J. Th. van Taalingen.
De leden die het exploitatierecht op een film in Ne
derland bezitten en die wegens expiratie van dit recht
kopieën van de betreffende film dienen te vernietigen,
zijn reglementair verplicht deze kopieën bij het
Bondsbureau aan te melden. Vernietiging geschiedt
onder toezicht van medewerkers van het Bondsbu
reau bij een gemeentelijk vuilverbrandingsbedrijf. In
1988 werden 962 kopieën van hoofdfilms vernietigd.
Ten behoeve van de licentiehouders werden in deze
gevallen vernietigingscertificaten afgegeven.
In 1988 werden 204 titels voor hoofdfilms ter inschrij
ving in het Naamregister aangeboden. Van de inge
schreven filmnamen werden er 6 gewijzigd.
Arbitrage
In het verslagjaar werd een viertal geschillen bij de
Commissie van Geschillen aanhangig gemaakt. De
Commissie heeft 3 zittingen gehouden: hierbij zijn een
drietal geschillen behandeld. Als voorzitter van de
Commissie fungeerde mr. H. C. Bitter. Verder had
den zitting de heren J. M. van Heyningen, mr. W. L.
van der Kolf, J. Th. van Taalingen en mr. G. J.
Wouters.
Het Bondsbureau
Het Bondsbureau fungeert als algemeen secretariaat
van de organisatie. Het verricht tevens secretariaats-
werkzaamheden ten behoeve van enige instellingen
waarmee de Bond betrekkingen onderhoudt, zoals de
Stichting Productiefonds voor Nederlandse Films, de
Stichting Instituut voor Opleiding van Technisch
Bioscooppersoneel en de Stichting Video Veilig. Bo
vendien verzorgt het Bondsbureau de administratie
van de afrekenstaten van de bioscopen, onder meer
met het oog op de vaststelling van de Bondscontribu
tie en de Buma-bijdrage. De aldus verkregen gegevens
worden tevens aangewend ten behoeve van de Bonds
statistiek en ten dienste van het Centraal Bureau voor
de Statistiek.
Het Bondsbureau stond onder leiding van de Alge
meen Secretaris, de heer H. J. A. Tijssen.
Als gevolg van het beëindigen van het dienstverband
van drs. H. Haay is de functie van Adjunct-Algemeen
Secretaris overgenomen door mr. J. H. M. Arnolds.
In het verslagjaar is een eerste aanzet gegeven om te
komen tot een overdracht van een belangrijk deel van
het Bondsarchief aan het Filmmuseum. Na een inven
tarisatie van het archief zijn met het Filmmuseum
besprekingen gevoerd over de overdracht van het
materiaal en de voorwaarden waaronder in een later
stadium aan derden inzage kan worden verleend.
Met deze overdracht zal een verantwoorde bewaring
van materiaal waarin de geschiedenis van de NBB en
het Nederlandse filmbedrijf vastligt, kunnen worden
gerealiseerd.
30