LIDMAATSCHAPPEN EN
BEDRIJFSREGISTER
lijk bioscoopexploitanten, filmverhuurders en speel
filmproducenten aan de federatie te zijn overgedra
gen.
De bestaande disciplinaire rechtspraak dient groten
deels te worden vervangen door Bondsarbitrage. Bij
het niet nakomen van tussen geledingsorganisaties
gesloten overeenkomsten, kan de benadeelde partij
zich tot de arbitrage-instantie wenden. Het bestaande
arbitragereglement dient hiertoe te worden aangepast
en gemoderniseerd.
Statuten
Het rapport van de Commissie herziening Bondsre
glementen is vervolgens door alle afdelingen goedge
keurd, waarna is aangevangen met het opstellen van
statuten voor de federatie en de respectievelijke vere
nigingen, alsmede met het ontwerpen van reglemen
ten met betrekking tot arbitrage en een raad van
toezicht.
Aan het einde van het verslagjaar waren deze concep
ten nog in behandeling bij de afdelingen.
Het aantal leden van de Bond bedroeg op 1 januari
1990 191, waarvan 138 bioscoopexploitanten, 26
filmverhuurders en 27 speelfilmproducenten. Het
aantal geassocieerde leden is in het verslagjaar toege
nomen tot 130, waarvan 29 leden aangesloten bij de
Associatie van Nederlandse Filmtheaters en 101 au
diovisuele produktiebedrijven aangesloten bij de
VAR
Commissie Nieuwe Zaken
Voor het gaan exploiteren van nieuwe bedrijven in het
kader van het Bondslidmaatschap is op grond van het
Algemeen Bedrijfsreglement toestemming vereist van
de Commissie Nieuwe Zaken respectievelijk de Com
missie Beroep Nieuwe Zaken. Beide commissies be
staan in meerderheid uit personen buiten het film- en
bioscoopbedrijf en zijn autonoom, hetgeen impliceert
dat het Bondsbestuur voor de inschrijving in het be-
drijfsregister en de toelating van nieuwe leden de
beslissingen van de commissie dient te volgen.
De belangrijkste criteria die door de commissies wor
den getoetst zijn: kredietwaardigheid, vakbekwaam
heid en (bij aanvragen voor nieuwe bioscopen) de
technische outillage van het theater en de filmvoorzie-
ning ter plaatse. Uitgangspunt bij de beoordeling van
aanvragen is dat toestemming wordt verleend tenzij
niet wordt voldaan aan bovengenoemde criteria.
Naast het behandelen van aanvragen voor nieuwe
zaken beoordelen de commissies aanvragen voor
overname van de exploitatie van reeds ingeschreven
bioscopen.
Voorts kunnen de commissies beëindiging van de ex
ploitatie van bioscopen bestempelen als een sanering
als deze, vaak verouderde, theaters door nieuwbouw
of een structurele afname van het bezoek overbodig
zijn geworden. Saneringsaanvragen kunnen worden
ingediend door de betreffende exploitant en/ of het
Bondsbestuur (ambtshalve).
In het verslagjaar verleende de Commissie Nieuwe
Zaken toestemming voor de vestiging van twee
nieuwe permanente bioscopen, te weten De Hanzehof
te Zutphen (Stichting ontmoetingscentrum De Han
zehof) en Bellevue 1 te Hengelo (Bioscooponderne
ming Hengelo BV).
De beëindiging van de exploitatie van het Plaza the
ater te Eindhoven en van de theaters Grand, 2,4 en 5
te Amersfoort werden aangemerkt als zijnde een sa
nering.
Voorts werd een vijftal speelfilmproduktiebedrijven
toegelaten tot het Bondslidmaatschap: Shooting Star
Filmcompany B.V., Linden Film B.V., Frank Feh-
mers Productions B.V., Added Films Holland B.V. en
Stichting Studio Nieuwe Gronden.
Eén aanvrage tot het gaan exploiteren van een nieuwe
permanente bioscoop is door de commissie afgewe
zen.
De Commissie Nieuwe Zaken was aan het eind van
het verslagjaar als volgt samengesteld: drs. F. L.
Schimsheimer, voorzitter, drs. J. H. Knopper, vice-
voorziter, drs. P. M. H. Cuijpers, lid, mr. W. R.
Veldhuyzen, plv.lid, J. Arkenbout en T. Frijn, leden
filmverhuurders, W. van Dommelen, L. van Praag en
mevrouw drs. M. L. Wolff, leden bioscoopexploitan
ten. Als secretaris fungeerde F. J. M. van der Putte.
De Commissie Beroep Nieuwe Zaken is in het ver
slagjaar tweemaal bijeen geweest. Het betrof een be
roep tegen beslissingen van de Commissie Nieuwe
Zaken om toestemming te weigeren voor de exploita
tie van een permanente bioscoop respectievelijk om
toestemming te verlenen voor de exploitatie van twee
nieuwe permanente bioscopen. In beide gevallen
werd het ingestelde beroep afgewezen.
De Commissie Beroep Nieuwe Zaken bestond eind
1989 uit: mr. R Y. Hondius, voorzitter, mr. W. L. van
der Kolf, vice-voorzitter, drs. J. C. van Ek, lid, mr. H.
R C. Reinhold en J. Th. van Taalingen, plv.leden, R.
L. Paerl, drs. W. J. A. van Roosmalen en R. Wijsmul-
Ier, leden filmverhuurders, A. Th. Abeln, drs. J.
Bruinstroop en J. van Dommelen, leden bioscoopex
ploitanten, mr. F. J. Afman, lid speelfilmproducent.
16