ONDERZOEK Zoals aan het slot van het verslag over de activiteiten op onderzoeksgebied in het jaarverslag 1991 is vermeld, was er in 1991 nog geen beslissing gevallen over een eventuele terug verplaatsing van het begin van de speelweek naar donderdag. Bij de beslissing, de speelweek vanaf 3 september weer op de donderdag te laten beginnen (waarvan eerder in dit verslag melding is gemaakt), berustte de doorslaggevende argumentatie op de resultaten van het, in het vorige jaarverslag vermelde, rapport "Evaluatie van de verschuiving van het begin van de speelweek naar vrijdag per 1-9-89" door drs. J.Ph.Wolff. In mei van 1992 is het in het jaarverslag 1991 aangekondigde rapport van drs. Sandra Kamminga verschenen ("35+ in de bioscoop; een onderzoek naar het bestaande potentiële, middelbare en andere bioscooppubliek in Nederland", afstudeeronderzoek Katholieke Universiteit Nijmegen). Een voorpublikatie daarover van de onderzoekster is geplaatst in Film nr. 1-1992 onder de titel "Onderzoek naar bioscoopbezoek". Een eveneens interessant afstudeeronderzoek verscheen in juni 1992. Dit in opdracht van Cinescoop BV verrichte onderzoek is getiteld "Cinema-minded? Bioscoopbezoekers en niet- bioscoopbezoekers. Een onderzoek naar meningen en gedragingen omtrent de bioscoop" (HEAO Alkmaar). Zoals hierboven is aangegeven werden er lopende de strategieconferenties enkele werkgroepen ingesteld, met de opdracht prae-adviezen uit te brengen over bepaalde aspecten van een nieuw beleid. Eén van die commissies was de werkgroep onderzoeksbeleid, bestaande uit de heren drs. WJ. van der Ben (Coopers Lybrand), S.F. Maltha en drs. J.Ph. Wolff. De aanbevelingen van deze werkgroep zijn neergelegd in de nota van S.F. Maltha (red.) en drs. J.Ph. Wolff m.m.v. drs. J.W. van der Ben, "Rapport van de Werkgroep Onderzoeksbeleid" (Amsterdam, september 1992). De werkgroep is tot de conclusie gekomen dat er op enige gebieden gegevens ontbreken die nodig zijn voor een gefundeerd marketingbeleid. Op grond daarvan is in het rapport een aantal gebieden aangegeven waarop verder onderzoek noodzakelijk te achten is. Voorts bevat het rapport aanbevelingen over een standaardisering van de bij toekomstige onderzoekingen, op basis van frequentie, in te delen doelgroepen, alsmede over de oprichting van een aparte stichting, die het voeren van onderzoeksbeleid en coördinatie van onderzoeksactiviteiten tot doel zal hebben. STICHTING BIOSCOOPBONNEN Mede als gevolg van de Noordwijkconferenties werd door de Nederlandse Vereniging van Bioscoopexploitanten in november besloten een stichting in het leven te roepen, waarin de bioscoopbonnen dienden te worden ondergebracht. Zoals elke geschenkbon kent ook de bioscoopbon een bepaalde vrijval, d.w.z. bonnen die wel zijn verkocht, maar niet door consument worden ingeleverd. Werd deze vrijval in het verleden opgenomen in de algemene middelen van de NBB, nu komt deze in zijn geheel beschikbaar aan de stichting. De stichting kan, als niet winstgerichte instelling, deze inkomsten benutten voor de financiering van activiteiten gericht op de bevordering van het bioscoopbezoek, zonder dat de individuele leden bioscoopexploitanten hiervoor middelen ter beschikking dienen te stellen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1992 | | pagina 19