NEDERLANDSE FEDERATIE VOOR DE CINEMATOGRAFIE FEDERATIEBESTUUR EN FEDERATIERAAD Internationaal In 1994 is het Federatiebestuur zes maal bijeen geweest. In deze vergaderingen is een veelheid van onderwerpen aan de orde geweest, onderwerpen die binnen een kort tijdsbestek konden worden afgerond, maar ook zaken die het hele jaar door speelden en ook thans nog actueel zijn zoals bijv. de kwestie van de BTW-verlaging. Het bestuur was einde 1994 als volgt samengesteld: R.Wijsmuller, voorzitter, J.van Dommelen, vice-voorzitter/penn ing meester, LJ.M.Ceels, J.B.Heijl, mr. H.Pos, drs. J.Ph.WoIff, P.Zonderland en HJATijssen, algemeen secretaris. In maart is in verband met een bestuurswisseling in de Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten de heer J.M.van Heijningen uit het bestuur getreden, hij werd opgevolgd door de heer Geels. In november/december traden de heer S.F.Maltha en mevrouw C.Menegazzi uit, i.v.m. een wijziging van werkkring. Zij werden vervangen door resp. mr. H.Pos en P.Zonderland. De heer W.H.J.J.M.van Wouw trad eveneens tussentijds af. Door het bestuur werd besloten de reeds in 1992 toegezegde bijdrage van de bedrijfstak aan het Kunstenplan van de toenmalige minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, mevrouw drs. H. d'Ancona, voor 1993 en 1994 te gaan effectueren bij de leden bioscoopex ploitanten en de leden filmverhuurders. Deze 2.000.000,- zal in zijn geheel ten goede komen aan het Nederlandse Fonds voor de Film -en dus aan de Nederlandse (speel)filmproduktie. Een voorwaarde die altijd door het NFC bestuur was benadrukt. Tevens werd de aandacht van het bestuur gevraagd voor zaken als een beoogd samenwerkings verband met de NVPI (de Nederlandse Vereniging van Producenten en Importeurs van beeld- en geluidsdragers), de filmkeuring, de Buma-regeling, contacten met derden, internationale ontwik kelingen e.d. Ondanks het feit dat de besprekingen met de NVPI in 1993 niet hadden geleid tot overeen stemming, werd door het bestuur met afgevaardigden van de NVPI gesproken over de mogelijk heden de NVPI alsnog toe te laten treden tot de NFC. Het bleek echter niet mogelijk tot een afronding te komen. Met de overheid is van gedachten gewisseld over de optie om de keuring van films door de bedrijfstak zelf te laten uitvoeren. Lopende de beleidsvorming hieromtrent in Den Haag, is er bij de leden meerdere malen sterk op aangedrongen de richtlijnen van de Nederlandse Filmkeuring nauwgezet op te volgen. In de loop van het verslagjaar zijn er besprekingen met de Buma gestart, op initiatief van de Buma zelf, m.b.t. de regeling die sinds de jaren zeventig tussen Buma en de bedrijfstak bestaat inzake collectieve inning van de Buma gelden. Bij de Buma leefde de indruk dat het muziekge- bruik in film de afgelopen jaren sterk is toegenomen, hetgeen een verhoging van het tarief zou rechtvaardigen. Van de kant van het bestuur werd deze veronderstelling echter weersproken, daargelaten dat het er o.i. niet toe doet of het is toegenomen of niet. Partijen hebben besloten de Stichting voor Onderzoek voor het bioscoopbedrijf opdracht te geven dit nader te onderzoe ken. N.a.v. de bevindingen zal het gesprek met de Buma worden voortgezet Met dit onderzoek is begin 1995 aangevangen. Internationale ontwikkelingen werden door het bestuur nauwlettend gevolgd. Halverwege het jaar werd door de EU een audiovisuele conferentie georganiseerd.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1994 | | pagina 5