CaO overleg VUT
op voorwaarde dat ook de verhuurders met 15 cent zouden kunnen instemmen
en de kosten verbonden aan de NFC op 50-50 basis door beide verenigingen
zouden worden gedeeld.
Parallel aan deze discussie liep het overleg van de NFC met "Den Haag" met
betrekking tot de verlaging van de BTW. Door de voorzitter werd in de
Exploitantenraad regelmatig verslag gedaan van de voortgang. In het kader
van de BTW-verlaging en de afdracht van de helft van het BTW-voordeel aan
het Nederlands Fonds voor de Film, zegde het Ministerie van OCenW toe dat
de fl. 2.000.000,- die de bedrijfstak had gefourneerd t.b.v. het Kunstenplan
1993-1996, zou worden teruggestort op rekening van de Stichting
Marketing Communicatie.1
Aangezien hiermee de noodzaak wegviel om intern een budget voor de
Stichting Marketing op te brengen werd uiteindelijk besloten van een heffing
per bezoeker af te zien en de bestaande contributie-systematiek te handhaven.
Wel diende de contributie aanzienlijk te worden verhoogd omdat dekking
moest worden gezocht voor een financieringstekort dat bij de NFC
was ontstaan.
Teneinde de Exploitantenraad meer bij de verschillende zaken te betrekken
werd in iedere vergadering door de betreffende vertegenwoordigers verslag
gedaan van hetgeen speelde in de diverse stichtingen: de Stichting Marketing
Communicatie, de Stichting Nationale Bioscoopbon, de Stichting voor
Onderzoek, De Leo Claassen Stichting en de Stichting Filmtransport.
Tevens kwamen internationale aangelegenheden en sociaal overleg iedere
vergadering aan bod.
In 1995 werden de CAO-onderhandelingen voortgezet. Aanvankelijk bleken de
standpunten van werknemers en werkgevers onverenigbaar, met name waar
het zaken als beloningsstructuur functieschalen betrof. Besloten werd dan
ook enkele heikele onderwerpen uit het CAO-overleg te tillen en in een later
stadium te bespreken.
Uiteindelijk werd er in juni een CAO akkoord bereikt. Belangrijke afspraken
waren nadere regelingen over aanpassing van de overeengekomen arbeidsuren