Lidmaatschappen
Door exploitanten te verplichten niet eerder een film van een gesubsidieerde
distributeur te vertonen dan nadat deze aan plaatselijke associatietheaters zou
zijn aangeboden, meende men dit deels te kunnen ondervangen.
De ANF was echter niet bereid een dergelijke clausule op te nemen.
Omdat de NVB/NVF delegatie hier veel waarde aan toekende dreigde het
overleg vast te lopen.
Uiteindelijk werd de oplossing gevonden door deze bepaling niet in de
associatie-overeenkomst op te nemen en een separate overeenkomst te maken
tussen NVB en NVF, waarin deze materie werd geregeld.
Op 10 mei 1995 kon de nieuwe assocatie-overeenkomst -die geldt voor een
periode van drie jaar- dan ook worden ondertekend.
In het kader van de overeenkomst diende een beoordelingscommissie te
worden benoemd, die een bindende beslissing neemt in gevallen waarbij
betrokkenen geen overeenstemming kunnen bereiken. Vanwege de NVB is
mevrouw drs. M.L.Wolff benoemd tot lid van deze commissie.
Overigens deden zich in 1995 geen gevallen voor waarin de commissie een
uitspraak moest doen.
In 1995 zijn de volgende bioscopen uitgeschreven:
F.J.Luxembourg (reisbioscoop) te Fijnaart, De Lampegiet te Veenendaal, Luxor te
Haarlem, Alhambra te Rotterdam, Cineac te Amsterdam, Palazza theater te
Grave, het City theater te Groningen en Odeon te Den Haag.
Ingeschreven werden: Movieskoop te Emmeloord, de TBVA zaal (de Naald 2) te
Naaldwijk, Movieworld 1 t/m 8 te Scheveningen, Pathé 1 t/m 9 te Groningen en
Tuschinski Den Haag 1 t/m 6.
Eind 1995 waren er in totaal 435 bioscoopzalen ingeschreven. De totale
stoelencapaciteit bedroeg 90.253, zijnde een gemiddelde van 207 per zaal
(zie ook de statistische gegevens 1995, blz. 51).