Nederlandse Vereniging
van Bioscoopexploitanten
Belangrijke punten van bespreking in
de Exploitantenraad (de algemene
ledenvergadering van de NVB) waren
onder meer het overleg met de NVF -
en in dit kader de window-regeling,
de algemene voorwaarden van
vertoning en de nieuwe afreken-
systematiek-, de filmkeuring, het
overleg met de Associatie van
Nederlandse Filmtheaters, de CAO en
de Leo Claassen Stichting en de
wijziging van de NVB statuten.
Daarnaast werd er in iedere
vergadering uitgebreid verslag gedaan
door de NVB vertegenwoordigers in
de verschillende stichtingen van
lopende activiteiten.
De CAO-besprekingen waren al in
1996 aangevangen, doch eerst in 1997
kwamen de serieuze onderhandelings-
voorstellen ter tafel. Opvallend in het
wensenpakket van de FNV was het
streven te komen tot een
loongebouw, waarbij er per functie
verschillende loonschalen zouden
gaan gelden, hoofdzakelijk gebaseerd
op de duur van het dienstverband.
In dit kader zagen de werknemers
vertegenwoordigers een duidelijk
onderscheid tussen medewerkers
die min of meer tot de vaste kern
gerekend konden worden en
medewerkers wier dienstverband
een losser karakter had.
De werkgevers wezen een systeem
van automatische loonsverhoging
categorisch af. Daarvoor in de plaats
werden voorstellen gepresenteerd
die loonschalen koppelden aan de
prestaties van werknemers,
respectievelijk de meerwaarde die
werknemers voor een onderneming
zouden kunnen krijgen. Hierbij werd
nadrukkelijk een verband gelegd met
de opgebouwde ervaring binnen de
onderneming en het volgen van
bepaalde opleidingsmodules op het
gebied van techniek, automatisering
en bedrijfshulpverlening.
In grote lijnen ontstond er al gauw
overeenstemming tussen CAO-partijen
over een dergelijke opzet.
Een ander belangrijk discussiepunt
werd gevormd door de bestrijding van
kort verzuim. Voor het eerst kwam er
een bepaling in de CAO met behulp
waarvan werkgevers in staat zouden
moeten zijn kort verzuim doelmatiger
aan te pakken.
Hoewel reeds in oktober een principe
akkoord werd bereikt, moest de
publicatie van de definitieve nieuwe
CAO wachten tot 1998, o.a. vanwege
interpretatieverschillen van de
overeengekomen bepalingen.
Vermeldenswaardig is hier nog dat
met deze afspraken door CAO-partijen
nieuwe wegen zijn ingeslagen,
waarmee een trendbreuk tot stand is
gebracht in de CAO-onderhandelingen
van het laatste decennium.
De Sociale Commissie bestond uit
F. de Boef, W. van Dommelen,
mw. drs. M.L Wolff en W.H.H. Ruyters
(werkgeversgedelegeerden) en
J. van de Belt, F. Luining, M. Sikkens
en G. ter Steeg (werknemers
gedelegeerden).
F.J.M. van der Putte fungeerde als
secretaris.