De vereniging De Leo Claassen Stichting Was eerder al de rol van De Leo Claassen Stichting onderwerp van bespreking geweest in het sociaal overleg, de afspraken inzake de verschillende opleidingsmodules brachten de voornemens in een stroomversnelling. De Leo Claassen Stichting bemoeide zich vanouds vrijwel uitsluitend met de opleiding van operateurs, zonder al te veel bemoeienis vanuit de branche-organisatie. Hoewel de NVB al enige jaren lang de stichting van een bescheiden werkkapitaaltje voor- Contact zag, in ruil waarvoor zij het voorzit terschap kon invullen, waren er geen noemenswaardige contacten op beleidsmatig terrein. De nieuwe CAO bracht hier verandering in, aangezien overeengekomen werd te komen tot een "nieuwe De Leo Claassen Stichting", waarin FNV KIEM en NVB gelijkelijk waren vertegenwoordigd en die tot taak zou krijgen het gehele scala van verlangde opleidingen te gaan uitvoeren respectievelijk te coördineren. In overleg met het bestuur van De Leo Claassen Stichting werden er nieuwe statuten opgesteld om de weg naar een breed en professioneel opleidingsinstituut te plaveien. Afgesproken werd in 1998 de stichting, onder leiding van een bestuur benoemd vanuit FNV KIEM en NVB, met zijn werkzaamheden te laten aanvangen. In het verlengde van het CAO-overleg, de a.s. professionalisering van De Leo Claassen Stichting, nieuwe ontwikkelingen op het gebied van sociale verzekeringen etc. werd het voor de vereniging noodzakelijk om te bezien of de expertise op sociaal gebied en de noodzakelijke dienst verlening aan de leden niet zou moeten worden uitgebreid. Aan de hand van een notitie van de secretaris werd deze vraag door de Exploitanten- raad nadrukkelijk bevestigend beantwoord. Dit betekende dat het profiel van de vereniging een koerswijziging onderging en dat het secretariaat naast de gebruikelijke bestuurlijke ondersteuning ook zou gaan fungeren als vraagbaak voor de leden. Als direct uitvloeisel van dit besluit werd in het verslagjaar begonnen met uitgebreide voorlichting aan de leden over belangrijke wettelijke sociale aangelegenheden én werden de contacten met MKB Nederland geïntensiveerd. Een van de consequenties van deze nieuwe beleidslijn was de benoeming van FJ.M. van der Putte tot lid van het bestuur van het bedrijfspensioenfonds, waarmee werd bestendigd dat er een duidelijke lijn dient te liggen tussen de NVB en fondsen/instellingen die van groot belang zijn voor de leden. De Exploitantenraad was in 1997 als volgt samengesteld: Categorie A: J. van Dommelen (plv. W. van Dommelen), L. Nielsen, W.H.H. Ruyters (plv. R. Sterk) drs. J.Ph. Wolff (plv. mw. drs. M.L. Wolff); Categorie B: A.T. Abeln (plv. Th. Abeln), G. Kuipers (plv. j.J. Rump), R. van der Meuten (plv. A.J. Vos), P.M. Nieuwendijk (plv. vacature), G.j.F.M. Nohlmans (plv. H.J.H. Winkens), J.M. Punt (plv. vacature), drs. F.J. van der Schemer (plv. J.H.C. Sasbrink Harkema) en A. Weststrate (plv. mw. J.F.L.A. Bakker- de Nijs). Het bestuur bestond uit: J. van Dommelen, voorzitter, drs. J.Ph. Wolff, vice-voorzitter, A.T. Abeln, penningmeester en L. Nielsen. Secretaris: F.J.M, van der Putte Door NVB vertegenwoordigers werden de volgende internationale functies bekleed: Drs. J.Ph. Wolff was voor het tweede jaar voorzitter van de UNIC en J. van Dommelen was afgevaardigde namens de NVB bij de UNIC. Lidmaatschap en edriji'sregister In 1997 zijn de volgende bioscopen uitgeschreven: het Centrum theater te Hoogezand- Sappemeer, Corso en Calypso te Rotterdam, het Concerthuis te Groningen, Euro Cinema te Spijkenisse en Alhambra te Amsterdam Nieuw ingeschreven werden: De Leest te Waalwijk, Hofplein Theater 1 t/m 3 te Veenendaal, Hollywoud 1 en 2 te Woudrichem, Bioszaal, Schouwburgzaal en de Blauwe Zaal te Heerenveen, en Arcaplex 1 t/m 6 te Spijkenisse. Daarnaast werden bestaande exploitaties uitgebreid: Luxor 2 te Reuver, Royal 4 te Echt, Luxor 4 en 5 te Hoogeveen en filmcentrum zaal 2 te Dokkum. Aan het eind van het verslagjaar exploiteerden de leden van de NVB 444 zalen met een totale stoelen- capaciteit van 88.777, zijnde een gemiddelde van 200 per zaal.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 1997 | | pagina 12