Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten
14
De fiscale stimuleringsmaatregelen voor de
Nederlandse film en Telefilm bleven ook in 1999
de gemoederen binnen de NVS danig bezighouden.
In het voorjaar kwamen de eerste prospectussen
uit, waarin verschillende filmprojecten aan parti
culiere investeerders werden aangeboden.
Al snel bleek dat er veel animo bestond om in
Nederlandse producties te participeren.
Gaandeweg het jaar kon worden geconstateerd
dat de meeste projecten succesvolwaren. Omdat
de regeling erg 'open' is, konden ook enkele bui
tenlandse projecten profiteren. Als gevolg hiervan
kwam de gedachte dat de financiële maatregel
aan zijn succes zou kunnen bezwijken bij enkelen
op, hetgeen zorgde voor de eerste geluiden om
meer te gaan letten op het Nederlandse aspect.
Het door het Ministerie van Economische Zaken
ingestelde bureau FINE, met als taak intermediair
te zijn voor filmproducenten en marktpartijen
(arrangeurs, banken en investeerders) ging in mei
feitelijk van start. In de beginfase zou FINE ook
zelf risicodragend kunnen investeren in filmpro
ductie. Naar de mening van de NVS duurde het
echter te lang voordat de inspanningen van FINE
ook daadwerkelijk tot tastbare resultaten leidden.
In gesprekken met bestuur en directie van FINE
werd haar te grote voorzichtigheid én het niet
optimaal functioneren onder de aandacht
gebracht.
Voor Telefilm werd, op instigatie van
Staatssecretaris R. van der Ploeg, gekozen voor
een opzet waarbij naast de gewone Telefilms, drie
grotere projecten zouden worden geselecteerd,
met de nadrukkelijke bedoeling dat deze projecten
ook een bioscooprelease zouden gaan krijgen.
Naar de mening van de NVS zouden de kandidaten
die voor inschrijving in aanmerking moesten
komen, vooral producenten zijn met een redelijke
trackrecord en met voldoende ervaring om op dit
niveau films te kunnen produceren. Deze ziens
wijze werd neergelegd bij het Nederlands Fonds
voor de Film, vergezeld van de vraag om in overleg
te treden om te voorkomen dat de uiteindelijke
procedure tot ongewenst rumoer binnen de sector
zou leiden.
De ideeën over een verdere samenwerking
binnen het diverse landschap van organisaties
in de speelfilmsector, werden in het verslagjaar
uitgewerkt in een notitie van Anderson Elfers Felix,
waarin werd voorgesteld een Federatie
Filmbelangen op te richten. In deze Federatie
zouden alle organisaties onderdak kunnen vinden,
overigens met volledig behoud van zelfstandigheid.
Taak van de Federatie zou moeten worden om op
die gebieden van overeenkomstige
belangen, het voortouw te nemen en te fungeren
als spreekbuis namens de gehele sector.
Op initiatief van het Dutch Directors Gild (DDG)
en het Netwerk voor Scenarioschrijvers werd door
de NVS overleg met beide partijen aangegaan.
Het Netwerk voor Scenarioschrijvers gaf de wens
te kennen te komen tot een raamovereenkomst
tussen scenaristen en producenten. Hoewel de
vereniging op zich weinig meerwaarde zag in een
dergelijk document, werd besloten het overleg
toch in 2000 voort te zetten.
Het overleg met de DDG bleef eveneens beperkt
tot een eerste aanzet, maar ook hier was de
intentie vervolggesprekken te voeren.
André Hazes: Zij gelooft in mij