Stichting Filmtransport - z—- Organisatie Tot april 2000 werd het transport wekelijks ver zorgd door Van Gend Loos (VGL). Vanaf het moment (1999) dat VGL had aangegeven de over eenkomst te zullen beëindigen werd intensief over legd en onderhandeld, aanvankelijk met TNT, die helaas geen nachttransport zou kunnen verzorgen en tenslotte met Expresse Partners Nederland (EPN), die dit wel kon. Voor de overgang naar EPN werden onder andere de software en de etiketten gewijzigd. EPN nam het transport in april over, maar bleek ondanks uitvoerige briefing vooraf, al na drie weken niet in staat te zijn het complexe vervoer van films en reclamemateriaal uit te voe ren. Met name het gewicht van de filmcontainers en het niet overeenkomen van verzendopdrachten met de werkelijke zendingen werden door EPN als zeer problematisch ervaren. De samenwerking werd dan ook na vier weken beëindigd. Door de inzet van koeriers konden de meeste in deze weken ontstane problemen worden opgelost, zodat de schade voor de leden beperkt bleef. De kosten die de stichting maakte waren hierdoor echter hoger dan begroot. In de laatste week dat EPN voor de stichting reed werd in allerijl gezocht naar een mogelijkheid om in korte tijd een flexibel en betrouwbare dienst op te zetten. Hiervoor hebben met name de directeur en medewerkers van de Filmcentrale te Nieuwegein en de secretaris van de stichting zich ingespannen. Ook medewerkers van de boekings afdelingen van de verhuurders en theatermede werkers (o.a. programmeurs, operateurs) hebben zich in deze periode flexibel opgesteld. Vanaf mei vond het transport plaats vanuit het depot van Filmcentrale Nieuwegein (FCN), door middel van elf routes met zoveel mogelijk vaste chauffeurs. In november is in samenwerking met NFC Onderzoek een onderzoek gestart naar het huidige functioneren van de Filmdienst. Dit onderzoek is uitgevoerd door de heer J.V.A. Kleintunte en zal mogelijk bijdragen aan optimalisatie van de logistiek en beheersing van de kosten. Statistieken Het aantal zendingen van films en reclamemateriaal is in 2000 wederom toegenomen t.o.v. het vorig jaar. Zoals in de grafiek is te zien, is het aantal zendingen van films sinds 1994 met 50% toegeno men (gem. 500 per week), het aantal overige zendingen met bijna 90% (gem. 2.100 per week). Deze toename wordt onder andere veroorzaakt doordat meer films met meer kopieën uitkomen en kortere tijd in de bioscoop worden vertoond. Ook het aantal actieve filmdistributeurs is toegenomen en daarmee de onderlinge concurrentie. Hierdoor wordt meer promotiemateriaal gestuurd naar de theaters, ook als deze de betreffende films niet (zullen) vertonen. Het aantal films dat wordt door gezonden (van theater naar theater) neemt even eens toe (tussen mei en december gemiddeld 85 per week), een van de belangrijkste oorzaken van de kostenstijging. Toename aantal zendingen filmtransport t.o.v. 1994 00 90 80 reclamemateriaal gem. 2.100 p.w.k. 70 fin reclamemateriaal 50 40 gem. 1.100 p.w.k. films: gem. 330 p.w.k. 30 20 fitms: gem. 10 500 p.w.k. 1994 1995 1996 I997 I998 I999 2000 De praktijk van een week filmtransport is vanaf mei globaal als volgt: - Maandag: Distributeurs en andere opdrachtge vers (donateurs, waaronder RMB en Cine-View) geven verzendopdrachten door aan FCN. Hier worden etiketten geprint en naar de andere depots (Action Freight te Schiphol en Renovo te Katwijk) en de theaters (t.b.v. retour- en door zendingen) verzonden. - Woensdag: Vrachten worden opgehaald bij de andere depots en te Nieuwegein gesorteerd op route en op leveradres. De routes worden gere den in de nacht van woensdag op donderdag (afleveren en ophalen). - Donderdag: Chauffeurs komen 's ochtends terug bij FCN, retourgoederen worden gesor teerd en naar de andere depots geretourneerd, doorzendingen worden gesorteerd op route en zo snel mogelijk (streeftijd vóór 18:00 uur) afgeleverd bij de theaters van bestemming. Tarieven Aan de verenigingen (NVB en NVF) werd elk fl.140.000 aan abonnementsgeld berekend. Tot medio juni 2000 werden een stickerprijs van 1 gulden en een prijs per filmzending van fl.22,50 gehanteerd. Om de in de eerste helft van het jaar aanzienlijk gestegen kosten te kunnen dekken werd vanaf medio juni een 'noodtarief' per film gehanteerd van f140. Het reservevermogen van de stichting is in het verslagjaar gehalveerd. Bestuur De samenstelling van het bestuur is in het verslag jaar ongewijzigd gebleven: Jonkheer W.F. van Raab van Canstein, voorzitter De heer J.P. van den Berg, penningmeester Mevrouw drs. M.L. Wolff De heer J. van Dommelen is adviseur van de stichting. Als ambtelijk secretaris fungeerde de heer drs. J. Ott.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 2000 | | pagina 21