NWERKNG m 31 FILMCONSULENTEN 'Publiek volgt niet alleen meer de recensies over wat een goede film is als leidraad om een bezoek te brengen aan het filmtheater.' ants kenni ntrum kun: en cultuur keling af dat amateurkunst (niet-professionals die zich graag willen verdiepen in film), naar mening van overheden, ook door de filmtheaters opgepakt zou moeten worden. Veel ontwikkelingen volgen ook een landelijke trend. Gro tere filmtheaters zijn de laatste jaren groter en groter gewor den en inmiddels geïnstitutionaliseerd. Niet alleen facilitair, maar ook inhoudelijk groeien grote filmtheaters en reguliere bioscopen naar elkaar toe. Daarbij dient vermeld dat ook de aard van de gedistribueerde film en het publiek is veranderd en oude filmhuisdoelgroepen steeds interessanter worden voor de bioscoop. De digitalisering zal hier wellicht ook nog aan bijdragen. Voorheen waren filmtheaters actiever in het opzetten van een speciale programmering. Dat is sterk verminderd terwijl de behoefte aan niet-dagelijkse programmering is gebleven. Daarentegen is er wel een steeds groter aanbod aan festi valachtige programma's door externe partijen waarneem baar. Kleinere filmtheaters hebben hun rol overgenomen. Zij vormen vaak het enige, goed bereikbare culturele aan bod in de omgeving. (Meestal) gedreven door vrijwilligers vertonen kleinere filmtheaters per week/per maand minder films dan de grotere theaters, maar zitten de zalen vol met enthousiaste bezoekers. Vanzelfsprekend is digitalisering van de cinema een groot is sue bij de filmtheaters en filmhuizen. De digitalisering biedt volop kansen, maar verplicht filmtheaters en filmhuizen ook na te denken om wel of niet door te gaan als filmtheater. Wat zijn aandachtspunten voor de filmtheaters en van welke bedreigingen is er sprake? Mede door de dreiging van subsidiekortingen bij filmthe aters zal ook het filmproduct onder druk komen te staan. Wat zal worden aangeboden aan filmcontent wordt meer en meer commercieel waardoor de kwetsbare, artistieke film nog meer onder druk komt te staan. Het risico bestaat dat de kwetsbare film verdwijnt uit het reguliere filmtheatercircuit. Publiek volgt niet alleen meer de recensies over wat een goede film is als leidraad om een bezoek te brengen aan het filmtheater. Het publiek volgt informatie over een film ook via social media. Als er een groep was die altijd al een doel groepenbeleid had, dan waren het wel de filmhuizen. Niet alleen de filmcontent, maar ook het gevoel bij en de sfeer van het filmtheater is bepalend of publiek naar het filmthe ater komt. In dat licht bezien zijn filmtheaters van oudsher gefocust op het product film. Dat wil zeggen, de inhoud van een film. Filmtheaters zullen zich, zo is de verwachting, nog meer dan nu al het geval is, gaan richten op bijkomende zaken als de (financiële) organisatie en de eisen die daaraan worden gesteld door de overheid, de omgeving en het pu bliek: de rol van de vertoner als cultureel ondernemer wordt manifester. Het wegvallen van de landelijke filmconsulent is een drei ging in zoverre dat de filmtheaters minder gehoord worden, maar misschien nog belangrijker, dat de kennis over (vooral kleine) filmvertoning in de landelijke gremia verdwijnt. Dat heeft ook gevolgen voor de wijze waarop bijvoorbeeld edu catieve taken kunnen worden uitgevoerd. De provinciaal aangestelde adviseurs zijn er voor hun achterban. Met be zuinigingen op komst zal daar meer de nadruk op komen te liggen. Bij educatie wordt door beleidsmakers altijd eerst gedacht aan kinderen, het publiek van de toekomst. Tegelijkertijd is volwasseneneducatie bij de filmtheaters veel professioneler ontwikkeld. Nu steeds meer met dezelfde (overheids)mid- delen gedaan moet worden, waarbij ook steeds vaker en duidelijker prestatieafspraken worden gemaakt, wordt het moeilijker een balans te vinden. Maar dat geldt ook voor 'nee' zeggen tegen geld voor taken waar je niet goed (genoeg) in bent, of die niets meer met cultuur te maken hebben. JAARVERSLAG 2010 NVB/NVF

Historie Film- en Bioscoopbranche

Jaarverslagen | 2010 | | pagina 30