8
MAANDELIJKSCHE M E DEDEELINGEN.
dat van het totaalbedrag der door partij-Sprecher afgesloten con
tracten a ƒ45.834.93 bij de berekening der provisie slechts in min
dering kunnen worden gebracht de volgende bedragen:
Ie. ƒ525.zijnde niet ontvangen filmhuur op een contract met
het City Theater te Venlo, waarvan de afwerking tengevolge van
de door den Nederlandschen Bioscoop-Bond in die gemeente ge
proclameerde bioscoopsluiting is vertraagd, en waarover partij-
Monopole, tenzij door den Bond over dit bedrag alsnog uitkee
ring uit de Weerstandskas aan partij-Friedmann zou worden ge
geven, afstand op provisie heeft gedaan;
2e. 300.op een contract, hetwelk met het Alhambra
Theater te Vaals zou zijn afgesloten, doch waarvan de Raad
van Beroep in zijn op 13 December 1933 gehouden zitting heeft
uitgemaakt, dat het niet tot stand is gekomen;
3e. 90.op een contract met het Scala Theater te Venlo, zijn
de gederfde filmhuur tijdens de door den Bond in Venlo gevoerde
actie;
4e. 1300.op een contract met de N.V. Cinema Royal te
Amsterdam, zulks ingevolge de desbetreffende uitspraak van den
Raad van Beroep van 3 Januari 1934, waarbij is vastgesteld, dat
het mede aan de schuld van partij-Sprecher is te wijten, dat partij-
Friedmann dit bedrag niet toegewezen heeft gekregen;
dat derhalve partij-Monopole aanspraak kan maken op 25 pet.
provisie over een bedrag van ƒ43619.93 (ƒ45834.93 verminderd
met ƒ2215.—) zijnde een bedrag van ƒ10904.98;
dat partij-Monopole stelt, dat partij-Sprecher reeds een bedrag
van ƒ6452.10 aan provisie ontvangen heeft, terwijl partij-Friedmann
beweert reeds een bedrag van 7875.97, aan partij-Sprecher te
hebben uitgekeerd;
dat partij-Monopole er niet mede accoord gaat, dat partij-Fried
mann in haar provisie-rekening opneemt een bedrag van
869.37, hetwelk zij voor partij-Sprecher zou hebben betaald, zijnde
het verlies, dat geleden is op een door haar gegeven filmvoorstelling
in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen te 's-Graven-
hage;
dat partij-Friedmann hiertegen aanvoert, dat zij aan partij-
Sprecher, die de voorstelling zou hebben gegeven, uitsluitend de
film voor deze voorstelling heeft beschikbaar gesteld tegen een per
centage van de ontvangsten, zonder dat zij met de verdere exploi
tatie ervan iets te maken had en dat derhalve, nu de voorstelling
verlies heeft opgeleverd, dit verlies door partij-Sprecher gedragen
moet worden;
dat partij-Monopole zich op het standpunt stelt, dat de filmvoor
stelling in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen gegeven
is geworden door partij-Friedmann de voorstelling is ook door
de A.C.O.-Film geannonceerd en dat het op die voorstelling
geleden verlies niet aan partij-Sprecher in rekening kan worden
gebracht;
dat partij-Friedmann in gebreke is gebleven haar stelling, dat de
bioscoopvoorstelling in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschap
pen voor rekening van partij-Sprecher zou zijn georganiseerd, met
bewijzen te staven en dat derhalve het op die voorstelling geleden
exploitatieverlies van 869.37 niet ten laste van partij-Monopole
mag worden gebracht;
dat partij-Monopole voorts ontkend heeft, dat partij-Sprecher
op 3 Juni 1932 een bedrag van ƒ350.als voorschot van partij-
Friedmann zou hebben ontvangen;
dat partij-Friedmann hiertegen heeft aangevoerd, dat in haar kas
boek een post a 350.gedateerd 3 Juni ten laste van partij-
Sprecher voorkomt, welke door den heer Sprecher is geparafeerd;
dat aan de Commissie echter gebleken is, dat achter de door
partij-Friedmann bedoelde post in haar kasboek vermeld staat: „te
verrekenen met konto", zoodat, waar partij-Friedmann geen verdere
bewijzen heeft kunnen aanvoeren, aangenomen moet worden, dat
partij-Sprechter dit bedrag niet heeft ontvangen;
dat, waar partij-Monopole de provisierekening van partij-Fried
mann verder niet heeft bestreden, de Commissie aanneemt, dat partij-
Sprecher van partij-Friedmann aan provisie ontvangen heeft een
bedrag van 6656.60 7875.97 verminderd met 869.37 en 350)
dat uit het vorenstaande volgt, dat partij-Monopole alsnog aan
spraak kan maken op uitbetaling door partij-Friedmann van de haar
nog toekomende provisie, zijnde 10904.98 verminderd met ƒ6656.60
is ƒ4248.38;
dat partij-Monopole in de zitting der Commissie haar vordering
heeft verminderd tot een afgerond bedrag van 4000.en dat in
aanmerking nemende de berekening waartoe de Commissie is ge
komen, toewijzing dezer vordering redelijk geacht moet worden;
dat, wat betreft de tegenvordering, welke partij-Friedmann con
tra partij-Sprecher heeft ingediend, n.1. tot terugbetaling van te veel
uitgekeerde provisie en tot vergoeding van de schade, welke partij-
Friedmann als gevolg van handelingen van partij-Sprecher heeft
geleden, reeds is komen vast te staan, dat partij-Sprecher geen
provisie heeft te restitueeren aan partij-Friedmann, die integendeel
nog provisie verschuldigd is;
dat partij-Friedmann haar vordering tot schadevergoeding hier
mede motiveert, dat partij-Sprecher buiten haar medeweten toezeg
gingen aan haar cliënten heeft gedaan, welke niet nagekomen konden
worden en handelingen heeft verricht, waardoor het bedrijf van
partij-Friedmann nadeel zou zijn berokkend en haar goeden naam in
het film- en bioscoopbedrijf afbreuk zou zijn gedaan, ten bewijze
waarvan zij zich beroept op verschillende uitspraken der Commis
sie van Geschillen en van den Raad van Beroep;
dat uit de motiveeringen van die uitspraken slechts blijkt, dat
partij-Friedmann zich steeds beroepen heeft op toezeggingen en be
loften, welke partij-Sprecher buiten haar medeweten aan haar cliën
ten zou hebben gedaan, doch dat partij-Friedmann in gebreke is
gebleven hiervoor de bewijzen, welke zij naar aan de Commissie
toeschijnt blijkbaar reserveert voor de behandeling van de onder
havige zaak in hooger beroep, niet heeft aangevoerd;
dat aan partij-Friedmann haar tegenvordering moet worden ont
zegd;
dat derhalve de vordering van partij-Monopole om partij-Fried
mann te veroordeelen tot betaling van een bedrag van 4000.
moet worden toegewezen;
dat verder de Commissie het bedrag der arbitrage-kosten op
200.heeft vastgesteld wegens den omvang dezer arbitrage, die
zoowel het Bureau van den Bond als de Commissie van Geschillen
zeer veel tijd en arbeid heeft gekost, tot betaling van welk bedrag
partij-Friedmann moet worden veroordeeld.
VERZOEKEN OM INSCHRIJVING IN HET NAAM
REGISTER.
Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de
navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naam
register gedaan:
Datum
waarop in
schrijving ver
zocht is
Titels waaronder de films
in Nederland worden uit
gebracht
Naam van den houder
der exploitatie-rechten
18 Juli 1934
Het Booze Oog
N.V. Paramount Films
18
Rhumba
18
Intiem Schandaal
18
Drie dragen bij de levenden
18
Het meisje uit de Zeemans
kroeg
18
Tsarina van Rusland
18
De trompet schalt
19
Dat klopt niet
N.V. Filma
19
Man van Goud
19
Wiener Blut
19
Schandaal
19
Amok
19
Schlafwagencontrolleur.
19
Polenbloed
19
Musik im Blut
19
Alleen op de wereld
19
Parijsche Jeugd
19
De dansgirls van Panama
19
Früh j ahrsparade
19
De afgod der Vrouwen
(Vrouwenbad)
-,
19
Kleine Dora
19
De Privésecretaresse
getrouwd
19
Variété
19
Het meisje met de blauwe
20
hoed
Wilde Dieren
N.V. Remaco's Filmbe
drijf
N.V. United Artists
23
De Roode Pimpernel
23
Het liefdeleven van Don
Juan
25
Uit het dagboek van een
N.V. Remaco's Filmbe
dokter
drijf
25
Wereldsche Vrouwen
26
Profilti Nieuws
N.V. Filmfabr. Profilti
26
Nederland in Klank en
Beeld
6 Aug.
Als ik Koning was
N.V. Paramount Films
8
Salto in die Seligkeit
N.V. Monopole
8
Tatra-Romance
8
Ball im Savoy
8
Ihre tollste Nacht
8
Eva
9
Chu Chin Chou
Filmverhuurkantoor
Nederland
9
Volk van Aran
9
Mannen keken haar aan...
9
Süss de Jood
9
De man, die te veel wist...
10
De Zoon van Tarzan
N.V. Oostra's Toonfilm
H
Verwoeste Levens
A. Friedmann, Den
Haag
D.L.S. Film Holland
15
Vor der Matura
N.V.
16
De man met het dubbele
aangezicht
Warner Bros
18
Leve de Vrouwtjes
Voor het indienen van bezwaren tegen de verlangde inschrij
ving, welke binnen 8 dagen na de verschijning van dit orgaan
schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend, raad
plege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister.