MAANDELIJKSCHE MEDEDEELINGEN.
woord de vraag van den heer Visser betreffende een
nadere interpretatie van het besluit als bedoeld in sub
3b van het voorstel. Abnormale huurprijsvèrhooging
van een theater zal de bestaansmogelijkheid van een lid
in gevaar kunnen brengen.
Ten aanzien van de bezwaren van den heer van
Steenwijk tegen een eventueele monopolie van de
reclamebureaux merkt spreker op, dat deze bureaux
geen misbruik mogen maken van hun positie, daar an
ders de bepaling als bedoeld in het sub 6e van het voor
stel zal worden toegepast.
De door den heer van Walsum bedoelde gebouwen,
waarin tot nu toe dus geen bioscoopvoorstellingen zijn
gegeven, mogen niet als bioscoop geëxploiteerd worden,
zoolang het besluit van kracht is.
Het Hoofdbestuur zal ongetwijfeld de door den heer
Boekraad aangeroerde vraagstukken tot oplossing trach
ten te brengen. Reeds ligt een concept-besluit tot nadere
regeling van de positie der reisbioscopen gereed. De in
fabrieken, ziekenhuizen e.d. te geven voorstellingen,
waartegen de heer Boekraad bezwaar heeft gemaakt,
zullen kunnen worden belet, door dergelijke fabrieken
en ziekenhuizen niet te plaatsen op de „Lijst van Geen
Bezwaar". Hetzelfde is het geval met de vraag van den
heer Heuvers. Men zal nagaan, welke patronaatsgebou
wen op de „Lijst van Geen Bezwaar" zullen worden
geplaatst, waarbij het Hoofdbestuur in aanmerking zal
nemen de in bepaalde streken van ons land overheer-
schende mentaliteit.
Wat betreft het bezwaar van den heer Brouwer, ieder
lid van den Bond, dus ook de K.S.A. heeft het recht
aan het Hoofdbestuur mede te deelen, welke gebouwen
e.d. het op de „Lijst van Geen Bezwaar" geplaatst
wenscht te hebben.
De Bondsvoorzitter verklaart hierna aan de
woorden van den heer Paerl, betreffende de door den
heer De Wind ter sprake gebrachte motie niet veel te
willen toevoegen. De heer De Wind heeft over het hoofd
gezien, dat de motie gericht was tot het Hoofdbestuur.
De motie van de Bedrij f saf deeling Filmverhuurders is
tezamen met verzoeken en amendementen van andere
afdeelingen in het gewijzigd concept-besluit verwerkt.
Daarbij is zooveel mogelijk aan alle geuite wenschen en
verlangens tegemoet gekomen, doch het principe van
het voorstel is volkomen gehandhaafd.
Spreker meent er goed aan te doen den heer De Jong
er nog eens op te wijzen, dat deze de zaak niet teveel
van één kant moet bezien. De heer De Jong ziet alleen
gevaren van den kant der filmverhuurders, maar als er
bijv. in één plaats drie exploitanten zijn, waarvan er
twee een combinatie zullen sluiten, omdat er toch geen
nieuwe concurrenten bij kunnen komen, dan kan de
derde exploitant in die plaats daardoor zwaar gedupeerd
worden. De bedoeling van het voorgestelde besluit is
de leden van den Bond te beschermen. Mocht men daar
van misbruik maken om collega's het bestaan onmogelijk
te maken, dan zal daartegen streng worden opgetreden.
Alle instanties van den Bond hebben de gelegenheid
gehad zich over dit voorstel uit te spreken en al heeft
niet ieder voor 100 procent zijn zin gekregen, men zal
moeten toegeven, dat het voorstel in het belang van het
geheele bedrijf is.
Spreker hoopt, dat ook de heer De Jong ertoe zal
overgaan voor het voorstel te stemmen. Op alle moge
lijke bijzonderheden en bijzondere gevallen, die zich in
de toekomst kunnen voordoen, kan thans niet nader
worden ingegaan. De groote lijn is nu voldoende be
kend.
De heer Paerl stelt voor de discussies thans te
beëindigen en tot stemming over te gaan. Hij adviseert
de leden der Bedrij f saf deeling Filmverhuurders eenparig
vóór het voorstel van het Hoofdbestuur te stemmen.
De heer De Wind zegt niet te begrijpen, waarom
dit besluit binnen 3 x 24 uur moet worden aangenomen.
Punt 1 van het besluit is spreker nog niet duidelijk.
Wat bedoelde men met bestaande zaken? Overigens
heeft spreker geen afdoend antwoord op de door hem
gestelde vragen gekregen.
De heer Du M e verklaart zich met het voorstel
van het Hoofdbestuur te kunnen vereenigen.
Spreker heeft er echter bezwaar tegen, dat een leider
van een der concerns, die lid van den Bond is met
andere zaken in het buitenland over het voorstel heeft
gesproken en op deze wijze invloed heeft uitgeoefend
op de leden van den Bond. Hij acht het dan ook noodig,
dat een geheime stemming wordt gehouden, daar het
buitenland niets te maken heeft met onze zaken.
De heer H. J. D. Daudey (Amsterdam) vraagt,
of aangestelde directeuren van NV.'s, die dus persoon
lijk geen lid van den Bond zijn, ingeval van ontslag
gerechtigd zijn een nieuwe film- of bioscoopzaak te be
ginnen.
De heer H. C. v. d. Waarden (Tilburg) dringt
er in verband met het vergevorderd uur op aan, dat tot
stemming wordt overgegaan.
De heer H. Gerschtanowitz (Rotterdam) ver
klaart niet te twijfelen aan de goede trouw van de film
verhuurders, doch sluit zich niettemin aan bij de be
zwaren van den heer De Jong tegen het voorgestelde
artikel 5.
De heer van Steenwijk brengt hulde aan het
Hoofdbestuur voor het uitstekende werk, dat het met
dit voorstel verricht heeft. De Afdeeling Den Haag kan
echter haar amendement, volgens hetwelk het reclame
filmbedrijf niet wordt afgesloten, niet loslaten. De Af
deeling Den Haag stelt er prijs op, dat haar amende
ment in stemming wordt gebracht.
De Bondsdirecteur zegt, dat als een directeur
van een N.V., welke lid van den Bond is, ontslagen
wordt en een eigen zaak in het bedrijf wil beginnen,
hij daartoe dispensatie zal moeten vragen, tenzij hij een
bestaande zaak in exploitatie neemt.
Het spijt spreker, dat hij den heer van Steenwijk niet
heeft kunnen overtuigen van de overbodigheid van het
amendement inzake de reclamebureaux.
Spreker weet echter niet of de Afdeeling Den Haag
haar voorstel handhaaft. Hij geeft vervolgens een nadere
uiteenzetting van de bedoeling van sub 5 van het Hoofd-
bestuursvoorstel, er daarbij nog op wijzende, dat het
denkbeeld om nieuwe combinaties gedurende de periode
van de afsluiting van het bedrijf te verbieden bij het
Hoofdbestuur reeds vóór Zaterdag, 9 Februari bestond.
De leden mogen wel met elkaar spreken over hun zaken,
doch geen onereuze overeenkomsten maken.
Onder luid applaus wordt hierna met algemeene
stemmen besloten het door het Hoofdbestuur voorge
stelde gewijzigde concept-besluit goed te keuren. (De
tekst van het besluit is in het Januari-nummer gepu
bliceerd).
Aanvragen voor het Lidmaatschap.
Ingevolge het bepaalde in art. 8 der Statuten maakt
het Hoofdbestuur bekend, dat aanvragen om toelating
tot het lidmaatschap van den Bond zijn ingekomen van:
1. Majestic Maatschappij N.V., gevestigd: Wester-
markt 2 te Amsterdam, onder directie van den heer
Haro van Peski, welke NV. zich zal toeleggen op
het produceeren van films;
2. N.V. Exploitatie Maatschappij Carré, gevestigd te
Amsterdam, waarvan als directeur optreedt de heer
A. E. Wunnink en in welk thater bioscoopvoor
stellingen worden gegeven;
3. N.V. Hebion i.o. waarvan de directie gevormd
wordt door de heeren A. P. du Mee, H. Hagen en
J. Geervliet, gevestigd Spoorstraat 32-34 in Den