MAANDELIJKSCHE M E DEDEELINGEN.
film nooit ter vertooning in de bioscopen zou kunnen
worden gebracht, en waardoor Meteor door het uit
lokken, althans bevorderen van deze onwaardige prac-
tijken, zich ernstig vergrepen heeft aan de algemeene
belangen en de waardigheid van het film- en bioscoop
bedrijf in Nederland.
De beslissing van het Hoofdbestuur als hierboven
bedoeld, is gegrond op het navolgende:
dat zij (Meteor) op of omstreeks 22 December
1933 met den heer H. Kleinman te Amsterdam een
overeenkomst is aangegaan, van ongeveer den na
volgenden inhoud:
dat deze overeenkomst kennelijk de strekking heeft
gehad, om aan Kleinman een introductie te geven bij
industrieele ondernemingen hier te lande, die gemak
kelijk er toe te bewegen zouden zijn opdrachten te
geven voor de vervaardiging van reclamefilms, waar
omtrent deze overeenkomst de aanlokkende bepaling
bevatte, dat de te vervaardigen reclamefilm in ten
minste 50 bioscopen van Nederland zal worden ver
toond, waaronder met name zijn genoemd de theaters
van het Tuschinski- of Royal-Concern en van 5 groote
theaters in Den Haag;
dat echter Meteor geweten heeft, althans zich er
van bewust moest zijn, dat een garantie betreffende
de vertooning eener reclamefilm in tenminste 50 bio
scooptheaters niet gegeven kon worden, daar zij met
geen enkele bioscooptheaterdirectie overeengekomen
was, dat zulk een reclame-film in eenig bioscoopthea
ter zou worden vertoond;
dat Meteor bovendien geweten moet hebben, dat de
overeenkomst, welke zij met Kleinman is aangegaan,
niet door haar kon worden uitgevoerd en dat zij
overigens ook nog misleidend was, wijl Meteor met de
directies van het Tuschinski- of het Royal-Concern
geen ruggespraak heeft gehouden en dus in deze over
eenkomst niet had kunnen mededeelen, dat de reclame
film in ieder geval öf bij het Tuschinski- öf bij het
Royal-Concern zou worden vertoond;
dat vervolgens Meteor geweten moet hebben, dat
voor de vertooning van een reclamefilm in een groot
aantal bioscooptheaters en niet het minst in de in de
overeenkomst Meteor/Kleinman genoemde bioscoop
theaters de toestemming daartoe verkregen moet wor
den van de reclamebureaux, die voor filmreclame het
projectiedoek van de bioscoopdirecties gepacht hebben,
waaruit volgt, dat waar toch ook als bekend mag
worden verondersteld, dat deze reclamebureaux ter
compensatie van de door hen betaalde pachtprijzen
betaling voor het doen vertoonen van reclame-films
verlangen, Meteor niet in staat was om eenige over
eenkomst aan te gaan, waarbij zij zich verbond recla
mefilms in de Nederlandsche bioscooptheaters te doen
vertoonen;
dat mede tengevolge van de tusschen Meteor en
Kleinman tot stand gekomen overeenkomst verschil
lende industrieele ondernemingen om den tuin zijn
geleid en aan Kleinman opdracht hebben gegeven en
zelfs betalingen hebben gedaan voor het maken van
een reclamefilm van hun resp. industrieën, zulks in
vertrouwen op de belofte van Kleinman (die zich
trouwens ook bewust moet zijn geweest van onuit
voerbaarheid der overeenkomst), dat deze reclamefilm
in tenminste 50 bioscooptheaters van Nederland ver
toond zou worden;
dat door deze practijken (het uitlokken van op
drachten tot het doen vervaardigen van reclamefilms,
waarvan de opdrachtnemers van tevoren weten, dat
de reclamefilms nooit ter vertooning in de bioscopen
zullen kunnen worden gebracht) de algemeene be
langen en de waardigheid van het Nederlandsche
film- en bioscoopbedrijf in ernstige mate in de waag
schaal worden gesteld;
dat het Hoofdbestuur met de grootste gestrengheid
tegen dergelijke voor den goeden naam van het film
en bioscoopbedrijf schadelijke practijken optreedt, het
geen moge blijken uit een onlangs genomen beslissing,
volgens welke aan de leden van den Bond verboden
is om met voornoemden Kleinman zaken op het ge
bied van het film- en bioscoopbedrijf te doen:
dat Meteor door het uitlokken, althans bevorde
ren van deze onwaardige practijken zich ernstig heeft
vergrepen aan de algemeene belangen en de waardig
heid van het film- en bioscoopbedrijf in Nederland,
weshalve een vrij hooge boete, tevens als afschrik
wekkend voorbeeld is opgelegd.
(Een uitvoerig verweerschrift heeft appellant nooit
ingezonden).
17. Hooger beroep, aanhangig gemaakt door de N.V.
Tuschinski's Exploitatie Maatschappij te Rotterdam
van de beslissing van het Hoofdbestuur, waarbij aan
genoemde N.V. de straf van boete tot een bedrag
van 500.is opgelegd wegens de uitgifte van plaats
bewijzen voor het theater Tuschinski te Amsterdam
als toegiftartikel, waarvan de daad zelve zoowel als
de wijze, waarop deze uitgifte de Amsterdamsche bur
gerij is aangediend, beleedigend voor den goeden
naam van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf
moet worden geacht.
De beslissing van het Hoofdbestuur als hiervoor
bedoeld, is gegrond op het navolgende:
dat als uitvloeisel van een tusschen een „opkooper van bioscoop-
plaatsen" met Tuschinski gemaakte overeenkomst in de stad Am
sterdam bij tienduizenden circulaires zijn verspreid, waarin de Am
sterdamsche burgerij verrast is met o.a. de navolgende mededeeling:
,,Een stalles-plaats Tuschinski-theater voor alle Amsterdam
mers van 1.25 voor den luttelen prijs van 37 cent.
Dit is de Kerstverrassing van de Directie van genoemd
theater en Uw georganiseerden winkelier, wat zeker door
een ieder op prijs gesteld zal worden.
Mevrouw,
„Kleinman stelt ter beschikking van Meteor 2 cound-copieën
van de door Kleinman te maken film van Amsterdam, elke copie
ter lengte van maximum 500 M.;
Kleinman draagt Meteor op de alleenvertooningsrechten dezer
film voor Nederland, waartegenover Meteor op zich neemt de
film vijftig maal aan haar cliënten in de door haar te leveren
programma's in te lasschen;
De tweede copie van bedoelde film zal Meteor ook ter be
schikking houden van de Vereeniging ,,'t Koggeschip" voor ver
tooning in particuliere- of privé-voorstellingen;
Wat de vertooning dezer film voor Amsterdam, Rotterdam
en Den Haag betreft, kunnen wij (Meteor) U (Kleinman) nu
reeds mededeelen, zulks na ruggespraak met de betreffende
directies, dat het de bedoeling is de eerste vertooning te doen
plaats vinden, óf bij het Tuschinski- öf bij het Royal-Concern.
Ditzelfde geldt voor Rotterdam. Aangaande Den Haag hebben
wij (Meteor) aldaar de keus tusschen 4 a 5 der voornaamste
theaters, b.v. City Theater, Odeon-, Passage-, Apollo- en West-
End Theater.
Kleinman verplicht zich aan Meteor voor vertooning der
film in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag 300.te betalen,
t.w. bij eerste vertooning te Amsterdam 100.bij eerste
vertooning te Rotterdam 100.en bij eerste vertooning te
Den Haag 100.—:
Ter meerdere zekerheid voor de richting betaling van ge
noemde bedragen, cedeert Kleinman aan Meteor een bedrag van
f 300.van zijn vordering, van die fabrikanten, welke in de
door hem te maken film voorkomen;
Als een prettige Kerstverrassing bieden wij U een waarde
van 1.65 voor slechts 77 cent:
Bij iederen aankoop van:
2 ons fijne Kerstkransjes No. 1 ƒ0.20
en 1 heerlijke Kerst-Feestkoek (speciaal recept, goud
etiket) 0.20
0.40
of bij
4 ons fijne Kerstkransjes 0.40
een stallesplaats, geldig tot en met 31 Januari 1935 „Tuschins-
ki-Theater" van 1.25 voor slechts ƒ0.37 bij Uw georgani
seerden winkelier, zoolang de voorraad strekt";
dat, ofschoon Tuschinski verklaard heeft van den inhoud dezer
circulaire vooraf geen kennis te hebben gedragen, hetgeen haar
als een ernstig verzuim moet worden aangerekend, de volle verant
woordelijkheid voor de verspreiding van deze voor het Nederland
sche film- en bioscoopbedrijf onwaardige circulaire, geacht moet
worden te rusten op Tuschinski, die immers de „prettige Kerstver
rassing" aan den kooper van Kerstkransjes heeft aangeboden, daar
gelaten dat blijkens het onderschrift der circulaire gesuggeereerd
wordt dat de „Amsterdamsche georganiseerde winkeliers" de cir
culaire zouden hebben doen verspreiden, wat bovendien misleidend
is, als men in aanmerking neemt, dat de bestaande Middenstands-