MAANDELIJKSCHE ME DEDEELINGEN.
In de Gemeente Maastricht werden de directies van
de drie aldaar gevestigde bioscooptheaters het vorige
jaar opgeschrikt, toen hun de aanslagbiljetten in de Per
soneele Belasting voor het belastingjaar 1934 werden
uitgereikt. Immers bleek daaruit, dat in twee gevallen de
huurwaarde met meer dan het vijf-voudige en in het
derde geval met meer dan het vier-voudige was ver
hoogd.
Aangezien, naar uit een door het Hoofdbestuur van
den Nederlandschen Bioscoop-Bond ingesteld onder
zoek kwam vast te staan, dat deze abnormale stijging
der huurwaarde een principieel karakter droeg, heeft
het Hoofdbestuur den belastingconsulent, den heer W.
Nagtegaal, opgedragen verweer daartegen te gaan voe
ren.
Ons principieel hoofdbezwaar was, dat een der drie
bioscopen, welke men voor de vaststelling van de huur
waarde aldaar als basis ook voor de andere bioscopen
had genomen, niet onder normale omstandigheden was
verhuurd.
De abnormale omstandigheden waren:
Ie. In het huurcontract was een bepaling opgenomen,
dat noch verhuurster, noch haar directeur binnen
een straal van 10 K.M. buiten Maastricht een bio
scoop mochten beginnen, en ten
2e. De huurders waren verplicht de nog loopende film-
contracten over te nemen.
Het is toch begrijpelijk dat dergelijke bepalingen in
een huurcontract de huurprijs beïnvloeden en het gaat
niet aan, dat de belastinginspectie deze bepalingen een
voudig negeert. Trouwens volgens een arrest van den
Hoogen Raad worden onder abnormale omstandigheden
verstaan die omstandigheden, die buiten vraag en aan
bod om, op den huurprijs van invloed kunnen zijn.
Dit hoofdzakelijk principieel bezwaar heeft de heer
Nagtegaal voor den Raad van Beroep te Maastricht
verdedigd en het doet ons genoeg'en te kunnen mede-
deelen dat dit hooge rechts-college op het gebied van
belastingzaken kort geleden in alle drie zaken beslist
heeft, dat naar den Raad van Beroep is gebleken de
betreffende bioscoop niet onder normale omstandighe
den was verhuurd en deswege de huurwaarde voor alle
drie Maastrichtsche bioscopen weer tot een veel lager
bedrag diende te worden teruggebracht; in twee ge
vallen zelfs nog tot beneden de huurwaarde van 1933.
De beslissing voor de drie Maastrichtsche bioscoop
theaters beteekent een vermindering van de drie aansla
gen met een bedrag van 11.585.
Aangezien het Hoofdbestuur veronderstelt, dat er in
het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf vele huur
contracten bestaan, waaruit valt af te leiden, dat de
gehuurde bioscopen niet onder normale omstandigheden
zijn gehuurd, verdient het aanbeveling, dat de leden,
die bioscopen gehuurd hebben, hun huurcontracten eens
ernstig bestudeeren en in geval van twijfel zich daar
mede om advies tot den Bondsdirecteur wenden.
Men zal zich herinneren dat er indertijd, toen de
Olympische Spelen in Nederland werden gehouden
moeilijkheden waren gerezen tusschen den Nederland
schen Bioscoop-Bond en het Nederlandsch Olympisch
Comité, over het maken van filmopnamen van deze be
langrijke internationale sportgebeurtenis. Als gevolg
hiervan bleef er sindsdien een onverkwikkelijke verwij
dering tusschen deze beide lichamen bestaan.
Met voldoening kan echter thans worden medege
deeld dat in een onlangs onder leiding van den Voor
zitter van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring,
den heer D. van Staveren gehouden samenkomst van
bestuursleden van de beide organisaties er wederom
een, laat ons hopen, langdurige vereeniging tusschen den
Nederlandschen Bioscoop-Bond en het N.O.C, is tot
stand gekomen.
Door het bijleggen van de tot voor kort bestaande
oneenigheid worden, volgens een door het Hoofdbestuur
van den Nederlandschen Bioscoop-Bond thans uitge
vaardigd besluit alle beschikkingen welke in verband
hiermede vroeger waren uitgevaardigd, thans ingetrok
ken. Als ondubbelzinnige blijk van de opnieuw gesloten
vriendschap hebben de Nederlandsche Bioscoop-Bond
en het N.O.C, elk een vertegenwoordiger aangewezen in
een op initiatief van het Internationaal Leerfilm Instituut
te Rome ingestelde jury, waarvan de heer D. van Sta
veren het voorzitterschap op zich heeft genomen, welke
met het oog op een uitgeschreven prijsvraag voor de
beste Nederlandsche sportfilm de daarop te ontvangen
inzendingen zal hebben te beoordeelen.
Ingevolge het bepaalde in art. 8 der Statuten maakt
het Hoofdbestuur bekend, dat aanvragen voor toelating
tot het lidmaatschap van den Bond zijn ingekomen van:
1. B. A. Hoon en E. H. Brink, resp. wonende Lopiker-
straat 7 en Havenstraatschewal 2c te Schoonhoven,
die tezamen een permanente bioscoop onder den naam
„Americain Bioscoop" in deze gemeente zullen gaan
exploiteeren;
2. de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, gevestigd
te Amsterdam, Centraal Station, Kamer 5759,
welke een reizende bioscoop exploiteert;
3. de Vereeniging Koninklijke Liedertafel „Souvenir
des Montagnards" te Tilburg, welke de exploitatie
van de Nieuwe Bioscoop zal hervatten;
4. de firma G. A. en A. Leeuwin, gevestigd te Over-
veen (gemeente Bloemendaal), Adriaan Stoopplein
22, exploiteerde de Cinema Americain en het Alk-
maarsch Bioscooptheater te Alkmaar. (Firmanten de
heeren G. A. Leeuwin en A. Leeuwin).
5. de N.V. Oisterwijksche Radio Centrale, gevestigd
te Oisterwijk, Spoorlaan B. 465, onder directie van
den heer A. Biemans, welke N.V. een bioscoop zal
gaan exploiteeren in het gebouw van Hotel „Riche"
te Boxtel.
Eventueele bezwaren tegen de toelating moeten schrif
telijk vóór 1 Augustus a.s. bij het Hoofdbestuur worden
ingediend.
Het karakter van huurcontracten in verband met de
Personeele Belasting
Vereeniging met het Nederlandsen Olympisch Comité
Aanvragen voor het lidmaatschap
Uitspraken der Commissie van Geschillen.
De Tweede Kamer der Commissie van Geschillen heeft in haar
op Maandag, 27 Mei 1935 gehouden zitting de navolgende uitspra
ken gedaan:
Inzake een geschil van de N.V. Filmfabriek Profilti. gevestigd te
's-Gravenhage, contra den heer W. van Dijk, wonende Monument
straat 8 te Tilburg, dat de vordering van eischeres (Profilti) moet
worden toegewezen en gedaagde (van Dijk) mitsdien moet worden
veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eischeres
te voldoen het gevorderd bedrag, alsmede de kosten van het ge
schil, bedragende 20.zulks op grond van de overweging:
dat eischeres stelt, dat gedaagde haar verschuldigd is een bepaald
bedrag voor te zijnen behoeve verrichte werkzaamheden op
filmgebied, doch dat gedaagde ondanks herhaalde aanmaning in
gebreke is gebleven deze schuld aan te zuiveren, weshalve zij van
gedaagde betaling vordert van dat bedrag;
dat gedaagde er zich op beroept dat de facturen, waarop de
vordering van eischeres steunt, weliswaar juiste bedragen aangeven,
doch dat deze bedragen reeds aan eischeres zijn betaald door de
ondernemingen voor wie de reclamefilms, waarop deze facturen
betrekking hebben, zijn vervaardigd, zoodat hij, die bij het geven