MAANDELIJKSCHE MEDEDEELINGEN. een gebrek aan het betreffend projectie-apparaat en dat gedaagde voor schade veroorzaakt door een dergelijk gebrek aansprakelijk zou zijn; dat hun vordering als zijnde ongegrond dan ook aan eischers moet worden ontzegd, met hun veroordeeling in de kosten van het geschil, bedragende 20. Inzake een geschil van de N.V. Handel Maatschappij Loetafoon, gevestigd te Eindhoven contra den heer J. P. H. Bertram, exploitant van de Cinema Americain te Nieuwenhagen, dat aan eischeres (Loe tafoon) haar vordering moet worden toegewezen en gedaagde (Bertram) moet worden veroordeeld om aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag alsmede in de kosten van het geschil, be dragende 20.zulks op grond van de overweging: 'dat gedaagde geenerlei verweer ter kennis van de Commissie heeft gebracht, terwijl de ingestelde vordering aan de Commissie rechtmatig en gegrond voorkomt; dat bovendien die vordering door de aan de Commissie over gelegde bescheiden wordt gestaafd; dat dan ook de vordering moet worden toegewezen en gedaagde moet worden veroordeeld om het gevorderd bedrag aan eischeres te voldoen. Inzake een geschil van den heer Louis B. Kagenaar Jr. te Utrecht contra den heer G. E. Duut, exploitant van de Veendammer Bioscoop te Veendam, dat eischers vordering moet worden toege wezen en gedaagde (Duut) mitsdien moet worden veroordeeld om aan eischer te betalen het gevorderd bedrag alsmede de geschil- kosten, bedragende 20.zulks op grond van dezelfde overweging als in voorgaand geschil. Inzake een geschil van de N.V. Eindhovensche Bioscoop Maat schappij (afdeeling M. H. D. Concern ter productie van films) ge vestigd te Utrecht contra den heer A. A. M. van Gorp, exploitant van het Luxor Theater te Breda en het Luxor Theater te Bergen op Zoom, dat de vordering van eischeres (M. H. D. Concern) moet worden toegewezen en gedaagde (van Gorp) mitsdien moet worden veroordeeld om het gevorderd bedrag alsmede de geschilkosten a 20.aan eischeres te betalen, zulks op grond van de over weging: dat gedaagde heeft erkend het gevorderd bedrag verschuldigd te zijn, doch er daarbij op gewezen heeft, dat het hem door bijzondere omstandigheden tot nu toe niet mogelijk was dit bedrag te voldoen; dat de vordering, die door de aan de Commissie overgelegde be scheiden wordt gestaafd, als zijnde gegrond dan ook behoort te wor den toegewezen en gedaagde mitsdien moet worden veroordeeld om het gevorderd bedrag aan eischeres te betalen, alsmede in de geschil- kosten, bedragende 20. De Tweede Kamer der Commissie van Geschillen heeft in haar zitting van Woensdag, 31 Juli 1935 de navolgende uitspraken ge daan: Inzake een geschil van de D. L. S. Film Holland N.V. te Rotter dam contra den heer H. Systermans, exploitant van de Tonhalle Bioscoop te Kerkrade, dat de vordering van eischeres (D. L. S.) moet worden toegewezen en gedaagde mitsdien moet worden ver oordeeld in de geschilkosten, bedragende 20.zulks op grond van de overweging: dat eischeres bij schrijven dd. 8 Mei 1935 een geschil contra ge daagde heeft aanhangig gemaakt, waarbij zij heeft gesteld, dat ge daagde haar een bepaald bedrag verschuldigd is, zijnde het restant van de filmhuur van eenige door eischeres aan gedaagde geleverde films; dat gedaagde dit bedrag, nadat het geschil aanhangig was ge maakt, heeft voldaan, weshalve eischeres der Commissie verzocht heeft gedaagde slechts te veroordeelen in de geschilkosten; dat uit het voorgaande volgt, dat de oorspronkelijke vordering van eischeres gegrond was en dat gedaagde mitsdien moet worden veroordeeld in de kosten van het geschil, bedragende 20. Inzake een geschil van de N.V. Handel Maatschappij Loetafoon, gevestigd te Eindhoven contra den heer F. J. de Jong, exploitant van het Roxy Theater te Gorinchem, dat de vordering van eische res (Loetafoon) moet worden toegewezen en gedaagde (De Jong) mitsdien moet worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag, alsmede in de geschilkosten, be dragende 20.zulks op grond van de overweging: dat gedaagde geenerlei verweer ter kennis van de Commissie van Geschillen heeft gebracht, terwijl de ingestelde vordering aan de Commissie niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt; dat bovendien die vordering door de aan de Commissie over gelegde bescheiden wordt gestaafd; dat derhalve de vordering behoort te worden toegewezen. Inzake een geschil van de N.V. Handel Maatschappij Loetafoon, gevestigd te Eindhoven contra de heeren J. en L. Herberichs, exploi tanten van het Hollandia Theater te Kerkrade, dat de vordering van eischeres (Loetafoon) moet worden toegewezen en aedaagden (Hol landia Theater) mitsdien moeten worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag alsmede in de geschilkosten, bedragende 20.zulks op grond van dezelfde overwegingen als in het voorafgegane geschil. Inzake een geschil van de N.V. Eindhovensche Bioscoop Maat schappij (afdeeling M. H. D. Concern) gevestigd te Eindhoven contra den heer Jos. Herberichs, exploitant van het Hollandia Theater te Kerkrade, dat de vordering van eischeres (M. H. D. Con cern) moet worden toegewezen en gedaagde (Hollandia) mitsdien moet worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres te beta len het gevorderd bedrag, alsmede in de geschilkosten, bedragende 20.zulks op grond van dezelfde overwegingen als in boven staand geschil. Inzake geschillen van de N.V. Filma, N.V. Kinotechniek voorheen firma P. R. v. Duinen, de N.V. Warner Bros First National Pictures te Amsterdam en het M. H. D. Concern te Eindhoven contra de firma Erven A. W. Smits te Vlissingen, dat gedaagde moet wor den veroordeeld om aan de eischeressen de gevorderde bedragen te betalen, eveneens op de overwegingen als in het vorenstaande geschil. Inzake een geschil van den heer F. Schuiten, eigenaar van het Filmverhuurkantoor Odeon te Amsterdam contra den heer P H Bakker, exploitant van het Centraal Theater te Hilversum,dat eischers vordering moet worden toegewezen en gedaagde (Bakker) mitsdien moet worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischer (Schuiten) te betalen het gevorderd bedrag, alsmede de geschil kosten a 20.zulks op grond van de overweging: dat gedaagde erkend heeft het door eischer gevorderd bedrag verschuldigd te zijn; dat bovendien die vordering door de aan de Commissie overge legde bescheiden wordt gestaafd; dat de vordering dan ook behoort te worden toegewezen en gedaagde moet worden veroordeeld om tegen kwijting het ge vorderd bedrag aan eischer te betalen, alsmede in de geschilkosten, bedragende 20. Inzake een geschil van de N.V. Exploitatie Maatschappij „Am- stelodamum", gevestigd te Amsterdam contra de heeren V. Israël en A. Levy-Heinen, eigenaars van het Filmverhuurkantoor Victoria Film te Amsterdam, dat de vordering van eischeres ten deele moet worden toegewezen met de bepaling, dat van het door eischeres bij den Bond gedeponeerd bedrag aan gedaagden een zeker bedrag moet worden uitbetaald en aan eischeres een bepaald bedrag moet worden gerestitueerd, een en ander met veroordeeling van gedaag den in de kosten van het geschil, bedragende ƒ20.zulks op grond van de overweging: dat eischeres stelt, dat zij vanaf 7 Juni 1935 in haar Rialto Theater te Amsterdam vertoond heeft de haar door gedaagden geleverde film getiteld „Alleen voor U", doch dat gedaagden in strijd met hetgeen in het tusschen partijen bestaand contract is bepaald, n.1. dat deze film aan eischeres zou worden geleverd in z.g. „eerste vertooning Nederland" (gelijktijdig te vertoonen in eenige met name genoemde Amsterdamsche en Rotterdamsche the aters), deze film hebben doen vertoonen in het Frans Hals Theater te Haarlem; dat eischeres van gedaagden vordert vergoeding van haar schade, ontstaan door de gelijktijdige vertooning van deze film te Haarlem, in verband waarmede zij erop aanspraak meent te kunnen maken, dat de verschuldigde filmhuur voor deze film slechts moet worden bepaald op het aan gedaagden toekomend aandeel in de opbrengst van deze film, in plaats van de in het contract vastgestelde mini- mum-garantie, zoodat eischeres de gevorderde schadevergoeding heeft bepaald op het verschil van die beide bedragen, waaraan zij echter heeft toegevoegd: „of zooveel minder als de Commissie billijk voorkomt"; dat gedaagden zich erop beroepen, dat het afsluiten van de over eenkomst inzake de film „Alleen voor U" met eischeres geschied is door bemiddeling van de N.V. Cinema Royal te Amsterdam, met wie alle onderhandelingen daaromtrent zijn gevoerd en die deze film gelijktijdig met eischeres in haar theaters te Amsterdam en Rotterdam heeft vertoond; en dat zij (gedaagden) van de N.V. Cinema Royal toestemming hebben gekregen om de film „Alleen voor U" terzelfdertijd in het Frans Hals Theater te Haarlem te doen vertoonen, waarbij zij van meening waren, dat daardoor tevens de toestemming van eischeres voor de Haarlemsche vertooning was verkregen; dat eischeres hiertegenover aanvoert, dat weliswaar de onder handelingen over het afsluiten van het contract aanvankelijk door bemiddeling van de N.V. Cinema Royal zijn gevoerd, doch dat tenslotte een overeenkomst is tot stand gekomen tusschen eischeres en gedaagden, welke laatsten de film „Alleen voor U" dan ook niet zonder toestemming van eischeres gelijktijdig in Haarlem hadden mogen doen vertoonen; dat de Commissie van oordeel is, dat onder het verhuren van een film in zoogenaamde „eerste vertooning Nederland" slechts kan worden verstaan, dat de verhuurder er tegenover den huurder voor instaat, dat de betreffende film niet in Nederland, waar ook, in het openbaar zal worden vertoond, vóór en aleer de vertooningen dezer film in het theater van den huurder zijn geëindigd, behoudens voorzoover de huurder afwijking van deze bepaling aan den ver huurder heeft toegestaan; dat dus de bepaling, voorkomende in het tusschen partijen be staand contract, n.1. dat de film „Alleen voor U" in zoogenaamde „eerste vertooning Nederland" aan eischeres zou worden geleverd (met gelijktijdige vertooning van deze film in met name genoemde Amsterdamsche en Rotterdamsche theaters) inhoudt, dat het ge daagden verboden was de film, vóórdat en zoolang deze in het theater van eischeres werd vertoond, elders in Nederland publiekelijk te doen vertoonen (behoudens in de in het contract bedoelde Am sterdamsche en Rotterdamsche theaters) dat vast is komen te staan, dat eischeres aan gedaagden geen toestemming heeft gegeven van deze bepaling af te wijken, al

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1935 | | pagina 5