MAANDELIJKSCHE M E D EDEELINGEN. ruimte volgaarne heeft afgestaan, omdat het daarmede heeft willen demonstreeren belangstelling te hebben voor de film. Hij prees het initiatief tot het uitschrijven van een afficheprijsvraag, omdat de Bond daardoor de Ne- derlandsche kunstenaars heeft laten meevieren in zijn feest. Aan de hand van het Juryrapport betoogde de wethouder tot besluit van zijn toespraak, dat zoowel de jury als de Bioscoop-Bond in de film een element van optimisme en feestelijke gevoelens zien, belangrijk en opwekkend voor den bioscoopbezoeker, een opvatting, waarmede hij het geheel eens was. Namens de jury heeft Prof. Huib Luns tenslotte het woord gevoerd. Spreker erkende volgaarne, dat de Bio scoop-Bond zich bij het uitschrijven dezer prijsvraag loyaal gehouden heeft aan de regels, die de V.A.N.K. ten aanzien van de prijsvragen heeft gesteld. Hij achtte de prijsvraag ten zeerste geslaagd; na nog te hebben verklaard, dat de jury met groote ernst en objectiviteit haar taak heeft verricht wenschte hij de inzenders van de niet bekroonde ontwerpen toe, dat zij in de genoeg doening van het werk hun belooning mochten zien. Nadat de aanwezigen de tentoonstelling hadden be zichtigd was deze eenvoudige plechtigheid hiermede ten einde. Zeer groote belangstelling had den volgenden dag de opening van Loet C. Barnstijn's Filmstad te Was senaar, welke plechtigheid onder auspiciën van het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond was opgenomen in het herdenkingsprogramma. Circa acht honderd genoodigden waren hiertoe bij eengekomen in de Wilhelmina-hal, een van de groote nieuwe ateliers, welke voor deze gelegenheid buiten gewoon fraai met bloemen, planten en vlaggen was ver sierd. Onder de vele autoriteiten bevonden zich de minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, dr. ir. H. C. J. H. Gelissen, de minister van Lmnenlandsche zaken, mr. J. de Wilde, de burgemeester van den Haag, mr. de Monchy en diens ambtgenoot van Wassenaar, de heer Wiegman, de Haagsche wethouders prof. van der Bilt en Vrijenhoek, de gemeentesecretaris van den Haag, mr. J. J. Boasson, Staatsraad mr. D. Fock, tal van leden van den Haagschen en Wassenaarschen gemeenteraad, vele Kamerleden, leden van het corps Diplomatique, w.o. de doyen, baron Adlercreutz, vele hoofdambte naren van onderscheidene Departementen en tal van aanzienlijken uit de Haagsche burgerij. Behalve de reeds genoemde persoonlijkheden waren er vele leden van het eerecomité, en vanzelfsprekend het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond vele Bondsfunctionarissen en een groot aantal Bonds- leden, de meesten vergezeld van hun dames; voorts de voorzitter van de Commissie voor de- filmkeuring, de heer D. van Staveren en verschillende leden van deze commissie. De stichter van de filmstad. de heer Loet C. Barn- stijn, nam allereerst het woord om de aanwezigen dank te brengen voor hun hooggewaarde belangstelling en in het bijzonder zijn erkentelijkheid te betuigen jegens het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond voor zijn geste om deze plechtigheid op te nemen in het kader van de herdenking van het 40-jarig bestaan der cinematographie. Spreker ging de snelle evolutie na, die zich in de afge- loopen veertig jaar in de cinematographie voltrokken heeft en bleef geruimen tijd stilstaan bij de problemen, waarvoor de geluidsfilm de filmproducenten van alle landen heeft geplaatst. De Nederlandsche geluidsfilm besprekend, zeide de heer Barnstijn zich er volkomen van bewust te zijn, dat de film naast de commercieele waarde ook een cultureele waarde hebben moet. Het brengen van goede ontspan ning aan de massa is een volksbelang en speciaal de Nederlandsche film heeft hier nog een belangrijke taak te verrichten. Spreker betoogde voorts, dat de Nederlandsche film industrie moet bereiken, dat het buitenland de Neder landsche film even goed accepteert als Nederland steeds de buitenlandsche films ontvangen heeft. Na nog een overzicht gegeven te hebben van de tot standkoming van filmstad en er op gewezen te hebben, dat de stichting dezer nieuwe industrie hoopvolle pers pectieven opent voor tal van kunstenaars, technici en arbeiders richtte hij het verzoek tot den minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart om de nieuwe stu dio's officieel te openen. In zijn van grooten realiteitszin getuigende rede heeft minister Gelissen, hierna het woord verkrijgende, aller eerst de verzekering gegeven, dat hij de uitnoodiging om deze nieuwe inrichting te openen, gaarne had aanvaard. Zijne Excellentie wees vervolgens op het groote be lang als uitvinding der cinematographie en releveerde het ontstaan en de aanvankelijke ontwikkeling ervan. Thans is de cinematographie, aldus spreker, een be drijf, dat over de geheele wereld arbeid verschaft aan zeer velen uit allerlei kring, dat een staf van weten schappelijke menschen tot zijn dienst heeft, in de in dustrie een zeer groote rol speelt en bovendien ook een ontelbaar aantal kunstenaars, regisseurs en minder op den voorgrond tredende personen om zich heen ver- eenigt. En nog zijn de mogelijkheden van verderen voor uitgang niet uitgeput! Spr. prees den ondernemingszin van den heer Barn stijn, waardoor deze onderneming tot stand is kunnen komen en sprak zijn groote waardeering uit voor de wijze, waarop deze nieuwe industrie ondanks moeilijke tijdsomstandigheden voor den dag durft te komen. Hij sprak de hoop uit, dat het uitstekende materiaal, waarover men thans beschikt, nu ook op zoodanige wijze door kunstzin en moraliteit begeleid zal worden, dat er veel goeds uit voorkomt. Z.i. bieden de kunstzin en het karakter van ons volk hiervoor goede waarborgen. Deze fabriek is thans de tweede in ons land en hiermede acht de minister de behoefte aan dergelijke bedrijven voor ons land gedekt. Het zou niet goed zijn, dat er op dit gebied versnippering van krachten ontstond, want dit is met een doelmatige industrialisatie in strijd. De film is het grootste propagandamiddel onzer eeuw. Moge uit deze filmstudio's menige film geboren worden, die na tionale beteekenis en internationale waarde heeft. Na den leiders hun bijzondere verantwoordelijkheid als hoogstaande mannen en vrouwen op het hart te hebben gedrukt, verklaarde de minister de onderneming met zijn bijzondere wenschen voor haar welslagen ten slotte voor geopend. Een langdurig applaus beantwoordde de rede van den minister, een sirene weerklonk en alle schijnwerpers zet ten de grootsche ruimte in een hellen gloed; terwijl de filmoperateurs hun werk deden speelde een orkest de nationale hymne, welke door de acht honderd aanwezi gen staande werd aangehoord. Vervolgens sprak de voorzitter van den Nederland schen Bioscoop-Bond, de heer D. Hamburger Jr., een woord van gelukwensch tot den burgemeester van film stad, hopende dat dit nieuwe bedrijf wederom tot heil van het Nederlandsche Bioscoopbedrijf zou zijn. Onder geleide van den heer Barnstijn en andere offi cials begaven de voornaamste gasten zich hierna op een rondgang door de studio's en laboratoria; onderwijl gaf mr. van IJzeren, de secretaris van de directie een uit eenzetting omtrent de inrichting enz. van de filmstad, waarna ook de andere genoodigden groepsgewijze de ateliers gingen bezichtigen. Maandag 14 October was het de groote dag van Lu- mières komst naar Nederland, en de Nederlandsche filmwereld heeft niet nagelaten haar beroemden en hoog- gewaardeerden gast in te halen met de egards, die zij hem verschuldigd is. Omstreeks tien uur des morgens daalde de K.L.M, vogel, die den grijzen Franschman uit zijn land had ge-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1935 | | pagina 3