MAANDELIJKSCHE M E D EDEELINGEN. haald, uit een helderblauwen herfsthemel op Waalhaven neer te midden van een kring van persfotografen en filmoperateurs, die de eerste stappen van den uitvinder der cinematographie op Nederlandschen bodem wilden vereeuwigen. Het Dagelijksch Bestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, alsmede de Directeur van den Bond, het dagelijksch bestuur van de herdenkingscommissie en het bestuur van de Afdeeling Rotterdam waren ter be groeting aanwezig. Het eerst trad onze Voorzitter, de heer D. Hambur ger, op de imponeerende gestalte van den grijsaard toe om hem hartelijk de hand te schudden en hem een wel kom in Nederland toe te roepen. Nadat Mej. Ehrlich. een dochter van den penning meester van den Bond een ruiker roode en witte bloemen had aangeboden en de heer Lumière nog even geposeerd en voor de microfoon gesproken had, vertrok hij per auto naar den Haag. Hier werd de uitvinder, in gezelschap van de heeren Ch. Delac, President van de Chambre Syndicale de la Cinematographie Francaise, die hem, zooals men weet, op zijn reis naar ons land vergezelde, en D. Hamburger. Voorzitter van den Nederlandsch Bioscoop-Bond, op het departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen in buitengewone audiëntie ontvangen door den minister, dr. J. R. Slotemaker de Bruine. Tijdens dit onderhoud, dat 25 minuten duurde en een hartelijk karakter droeg, vroeg de minister den heer Lumière verschillende inlichtingen over zijn uitvinding. Voor het Hotel des Indes had de Afdeeling den Haag van den Bond intusschen een Eerewacht van he rauten opgesteld, die den grooten Franschman bij zijn aankomst wel een heel uitzonderlijk saluut brachten door hem met luid klaroengeschal te begroeten. Omstreeks twee uur werd den gasten in Hotel des Indes een dejeuner aangeboden door de Afdeeling Den Haag, waaraan behalve het Bestuur der Afdeeling, het Hoofdbestuur en de Directeur van den Bond mede aan zaten de Fransche Gezant en de heer D. van Staveren, Voorzitter van de Centrale Commissie^ voor de Film keuring. Aan tafel zijn verschillende toespraken gehouden en heeft de heer D. Hamburger de Fransche gasten offi cieel namens den Bond welkom geheeten. Nadat omstreeks vier uur door den Franschen Gezant een thee was aangeboden op de Legatie, waarbij ook Minister Slotemaker de Bruine tegenwoordig was, ver trok het gezelschap naar de hoofdstad, ter bijwoning van de eerevoorstelling in Tuschinski. Ruim 400 genoodigden, waaronder de Wethouder voor de Kunstzaken te Amsterdam, de heer E. Boekman, en de Fransche consul te Amsterdam, de heer Judas, en verder een talrijk publiek wachtten hier hun langver- beiden gast. Zoodra Lumière met de heeren, die hem vergezelden in de middenloge verscheen, weerklonk een langdurig applaus, en terwijl allen zich van hun plaatsen verhieven speelde Tak's orkest de Marseillaise en vervolgens het Wilhelmus, dat door alle aanwezigen werd medege zongen. Een gedeelte van het programma, dat alsdan geboden werd, was gewijd aan de kinderjaren der cinematogra phie, de ontwikkeling, die de film sedertdien heeft ondergaan, werd wel het best gedemonstreerd door de actueele filmreportage van de ontvangsten, welke dien- zelfden dag op Waalhaven en in Den Haag hadden plaats gevonden. Na de voorstelling in Tuschinski was er in het Caba ret een samenzijn voor de leden van den Bond en eenige genoodigden. dat een zeer geanimeerd verloop had. Vermelden we nog, dat 's morgens om elf uur een excursie is ondernomen naar de Cinetone Studio s aan de Duivendrechtschekade te Amsterdam, waaraan door een groot aantal belanghebbenden bij het film- en bio scoopbedrijf alsmede door de vertegenwoordigers der pers is deelgenomen. Met groote interesse werden de studio's, de ateliers en laboratoria bezichtigd. De prettige ontvangst en de uitgebreide lunch, welke de directie haar gasten had bereid, werden door de deelnemers ten zeerste op prijs gesteld en de heer J. Miedema was ongetwijfeld de tolk van alle aanwezigen toen hij, namens het Hoofdbestuur, de directie in een kernachtige toespraak hulde bracht voor haar onderne mingsgeest en haar hartelijk dank zegde voor de ge boden gastvrijheid. Dinsdag, 15 October, waarop de indrukwekkende sa menkomst werd gehouden in de Gehoorzaal van het Koloniaal Instituut te Amsterdam, zouden we den hoog tijdag onzer herdenkingsweek willen noemen. Reeds vroeg begon het druk te worden op het ruime plein voor het imposante gebouw en deze ongewone be langstelling gold vanzelfsprekend in de eerste plaats Louis Lumière, die te ruim elf uur in gezelschap van den heer Ch. Delac arriveerde. Aan den ingang van het gebouw werden de gasten ontvangen door het Hoofdbestuur van den Bond, het Dagelijksch Bestuur van de Herdenkingscommissie en een speciale Commissie van ontvangst. De groote zaal was inmiddels geheel gevuld met ge noodigden, waaronder zich een groot aantal autoriteiten bevonden. Aanwezig waren o.m. de Fransche Gezant, baron d'Arnauld de Vitrolles, de consul-generaal van Frank rijk, de heer L. F. J. Judas, eenige Fransche geleerden, de heer mr. S. J. van Lier, gemeentesecretaris, als ver tegenwoordiger van B. en W. van Amsterdam, de heer Ir. Verwey, directeur van den Dienst voor de Arbeids bemiddeling, de heer E. Boekman, Wethouder voor de Kunstzaken te Amsterdam, mr. dr. A. van Thiel, Offi cier van Justitie te Amsterdam, de heer G. H. Crone, Voorzitter van de Kamer van Koophandel te Amster dam, G. R. T. baron Krayenhoff, Voorzitter van de Nederlandsche Vereeniging voor Vreemdelingenverkeer en de heer H. J. Versteeg, Hoofdcommissaris van politie te Amsterdam, verschillende- leden van de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal, tal van leden van den Amsterdamschen Gemeenteraad, de leden der Huis houdelijke Commissie en vele leden van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring. Op het oogenblik dat de heer Lumière de zaal binnen trad, verhieven de aanwezigen zich van hun zetels en speelde het orkest onder leiding van den heer Max Tak de Marseillaise en het Wilhelmus. Vervolgens beklom de heer D. Hamburger, Voor zitter van den Nederlandschen Bioscoop-Bond, het spreekgestoelte om de aanwezigen, en in het bizonder den Franschen Gezant en de Fransche gasten een wel kom toe te roepen. De Bondsvoorzitter hield hierna een rede over de economische aspecten van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf. Als tweede spreker trad op Prof. H. Rosse uit Delft, die een referaat hield over de aesthetische beteekenis van de film, waarna Mr. A. Tepe, Voorzitter van de Katho lieke Filmcentrale te Leiden, gelegenheid had in een uitvoerig betoog de cultureele beteekenis van de film uiteen te zetten. Tijdens de pauze werd de lunch geserveerd aan lange tafels, welke in de hal stonden opgesteld. Het tweede gedeelte van de bijeenkomst werd ge opend met een verdienstelijke causerie van den heer D. Van Staveren, Voorzitter van de Centrale Commissie voor de Filmkeuring te Den Haag, welke geheel was gewijd aan Louis Lumière en de historische ontwikke ling van zijn uitvinding.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1935 | | pagina 4