MAANDELIJKSCHE M EDEDEELINGEN. verde, doch waarin zij na langdurige discussie op re delijke wijze meent te zijn geslaagd. De Jury acht het een verblijdend groote belangstelling, welke thans in films van eigen bodem blijkt te bestaan dan 260 inzenders aan de prijsvraag nomen. Zij hoopt, dat haar beslissing diging van een goede Nederlandsche moge geven." bewijs van de ons land voor dat niet minder hebben deelge- tot de vervaar- film aanleiding Wij vertrouwen, dat de herdenking van het veertig jarig bestaan der cinematographie met de keuze der jury voor de scenarioprijsvraag op een waardige wijze is besloten, en het behoeft wel geen betoog, dat wij met de laatste opmerking van haar rapport alsmede met den wensch, daarin geuit, van harte instemmen. In het voorjaar is te Berlijn een internationaal con gres gehouden onder auspiciën van de Deutsche Reichs- filmkammer. Nederland, Engeland en de Vereenigde Staten van Noord Amerika waren op dit congres offi cieel niet vertegenwoordigd. Wat Nederland betreft, had het Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-Bond het standpunt in genomen, dat onder de huidige omstandigheden van een internationaal filmcongres in de Duitsche hoofdstad geen wezenlijke resultaten voor het bioscoopbedrijf in het algemeen verwacht konden worden. De Berlijnsche filmconferentie heeft als voornaam ste resultaat opgeleverd het plan om een Internationale Filmkamer te stichten. Als uitvloeisel hiervan is eenige maanden geleden door de Duitsche Filmkammer in Lido bij Venetië een internationale conferentie georganiseerd om te komen tot stichting van deze Internationale Filmkamer. Daarbij was de Nederlandsche Bioscoop-Bond wel vertegenwoordigd, n.1. door den Bondsdirecteur, den heer A. de Hoop, die als het standpunt van den Bond te kennen heeft gegeven, dat de belanghebbenden bij het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf van een in ternationale organisatie onder leiding van de Duitsche Filmkammer geen resultaten verwachten. Deze mededeeling verwekte nogal wat opzien en had tot gevolg, dat de voorzitter der conferentie, de heer Dr. Scheuermann, de toenmalige president van de Reichsfilmkammer, verklaarde, dat hij op de tegenwoor digheid van den heer De Hoop in de volgende vergade ringen geen prijs meer stelde. In Lido zijn de statuten van de nieuwe internationale organisatie weliswaar vastgesteld, doch verschillende afgevaardigden maakten daarbij het voorbehoud, dat zij omtrent de toetreding tot deze internationale organi- atie nader respectievelijk hun regeeringen of de lande-i lijke organisaties zouden raadplegen. Inmiddels is bekend geworden, dat het Zweedsche film- en bioscoopbedrijf zich niet bij de Internationale Filmkamer zal aansluiten. Ook de Chambre Syndicale de la Cinematographie Francaise, waarvan de voor zitter, de heer Ch. Delac, bij de herdenking van het 40- jarig bestaan der cinematografie onze gast is geweest, heeft met algemeene stemmen besloten het voorbeeld van den Nederlandschen Bioscoop-Bond te volgen door zich niet bij de Internationale Filmkamer aan te sluiten De groep filmproducenten van de „Federation of British Industries" heeft na kennis genomen te hebben van de rapporten zijner vertegenwoordigers omtrent de vergadering in Lido en na bestudeering van de statuten en de methode, waarop de Internationale Film kamer zou worden geleid, besloten niet tot het lidmaat schap van de internationale organisatie toe te treden. Hieruit blijkt, dat twee van de voornaamste filmpro- duceerende landen in Europa, Frankrijk en Engeland, zich van de Internationale Filmkamer afzijdig zullen houden. Niettemin heeft het bureau van de Internationale Filmkamer, welk bureau te Berlijn zetelt, een vergade ring van het voorloopig bestuur belegd te Parijs op 8 en 9 November a.s., die nog zal worden gepresideerd door den heer Dr. Scheuermann, die blijkens bericht in de Duitsche vakbladen intusschen door den Rijks- minister Dr. Goebbels van zijn ambt als president der Reichsfilmkammer is ontheven. Hetzelfde is het geval met de heeren Dr. Raether en Bertram (president van het Reichsverband Deutscher Filmtheater), die betrokken waren bij de pogingen tot stichting van een internationale organisatie. Tot presi dent van de Reichsfilmkammer is thans benoemd Prof. Dr. Oswald Lehnich en tot vice-president in de plaats van Dr. Raether, de heer Hans Weidemann. Het is bijkans overbodig erop te wijzen, dat de ver wachtingen ten aanzien van de vergadering van het Bureau der Internationale Filmkamer te Parijs niet hoog gespannen zijn. In het vorig nummer van de ,,Maandelijksche Mede- deelingen" is reeds de aandacht gevestigd op eenig misverstand, dat bij sommige leden ten aanzien van de toepassing van het bedrijfsbesluit inzake filmlevering aan koopmanszaken (vastgesteld in de algemeene leden vergadering d.d. 13 Maart 1933) schijnt te zijn gerezen. Blijkbaar is dit misverstand nog niet voldoende op- gehelderd, daar van verschillende zijden inlichtingen omtrent de toepassing van dit bedrijfsbesluit bij het Bondsbureau zijn gevraagd. Derhalve zij er hier nogmaals op gewezen, dat het den leden van den Bond niet geoorloofd is bioscoop zalen beschikbaar te stellen aan koopmanszaken voor het geven van reclamevoorstellingen, waarbij gewone films worden vertoond. Slechts indien uitsluitend reclamefilms en dus geen speelfilms, teekenfilms, journaals en geen van de andere soorten films, waarop de leden van den Bond bij de uitoefening van hun bedrijf zijn aangewezen, worden vertoond, is het geven van dergelijke reclamevoorstel lingen in de gebouwen van de leden geoorloofd, zoodat de programma's dezer reclamevoorstellingen, althans voor zoover het films betreft, uitsluitend moeten zijn samengesteld uit reclamefilms, z.g. bedrijfsfilms e.d. Het spreekt vanzelf, dat aan niet-leden geen films worden geleverd, tenzij deze niet-leden voorkomen op de „Lijst van Geen Bezwaar. Alvorens men tot filmleve ring aan niet-leden overgaat, dient men schriftelijk bij het Bondsbureau aan te vragen, of zij op de „Lijst van Geen Bezwaar" voorkomen. Ook het verkoopen van plaatsbewijzen voor bio scooptheaters aan koopmanszaken, die deze plaatsbe wijzen als cadeau-artikel of voor het op andere wijze reclame maken voor hun ondernemingen aanwenden, moet in strijd met het bedrijfsbesluit worden geacht. In dien dan ook door koopmanszaken offertes worden ge vraagd voor het gelijktijdig aankoopen van een aantal entreebiljetten, doet men er verstandig aan te dezer zake eerst nadere inlichtingen bij het Bondsbureau in te winnen. Het is ondoenlijk hier een opsomming te geven van de vele vormen, waarin men entreebiljetten van bio scooptheaters als cadeau-artikel kan aanwenden. Al deze vormen hebben echter gemeen, dat een waardevol plaatsbewijs voor een bioscooptheater verlaagd wordt tot cadeau-artikel. Veiligheidshalve verdient het aanbeveling in al deze gevallen het Bondsbureau te raadplegen. De Internationale Filmkamer. Reciamevoorstellingen.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1935 | | pagina 6