De beteekenis en de verheven taak
der Cinematografie.
MAANDELIJKSCHE MEDEDEELINGEN.
Tijdens de herdenkingsbijeenkomst, welke de afdee-
ling „Het Zuiden" van den Nederlandschen Bioscoop-
Bond te Eindhoven gehouden heeft, heeft Prof. Huib
Luus,, hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te
Delft een causerie gewijd aan de Beteekenis en de
Verheven taak der Cinematographie"Wij achten deze
causerie belangwekkend genoeg om haar hier in extense
te publiceeren.
Ik heb de eer sinds zijn instelling door wijlen Minis
ter de Visser lid te zijn van den Onderwijsraad, aldus
professor Luns.
't Zal een jaar of tien geleden zijn, dat zich in den
raad een discussie ontwikkelde, die aanvankelijk ging
over de wenschelijkheid de cinematographie dienstbaar
te maken aan het onderwijs, maar spoedig ging het
gesprek een anderen kant uit en begon op een wedstrijd
te gelijken tusschen tegenstanders van het bewegende
lichtbeeld, wie deze uitvinding het doeltreffends zou
veroordeelen.
Ik heb toen niet voor mij kunnen houden dat de
zitting overeenkomst vertoonde met een vergadering
van ,,docte mannen", die zich, b.v. in de 16de eeuw
zouden uitspreken tegen de boekdrukkunst.
Men kan zich immers evengoed verklaren tegen den
stoom of tegen de electriciteit.
Sterk kreeg ik den nadruk dat, indien het van eenige
mijner collega's had afgehangen, de uitvinding van
Lumière weer teruggestuurd zou zijn met verzoek aan
de uitvinders hun vinding maar vóór zich te houden.
Wat al rampen zijn er te goeder trouw door ernstig
meenende intellectueelen en moralisten niet verwacht
van de cinematographie.
't Is overigens opmerkelijk, dat de telegrafie of de
telefonie nooit de verwijten te hooren kregen, welke de
cinematographie naar haar denkbeeldig hoofd werden
geslingerd. Rampen zijn door telegrammen veroorzaakt,
de Fransch-Duitsche oorlog van 1870 heet er zelfs door
ontketend te zijn. De hoeveelheid leugen en bedrog, die
dagelijks langs de telefoonlijnen gaat, valt bij benade
ring niet te schatten. Maar terecht gaan de telegrafie en
de telefonie daarbij vrijuit.
In den grond hangt het van onze zwartkijkerij af, of
wij op het slechte, dat door de cinema verspreiding kan
vinden den nadruk leggen boven het goede en schoo-
ne, dat zij de menschheid gebracht heeft.
't Is duidelijk, dat ik voor U juist op het laatste den
nadruk zal leggen. Niet, omdat ik werd uitgenoodigd
op een feestelijke herdenking het woord te voeren,
maar omdat ik sinds het allereerste begin dezer tech
niek haar heb bewonderd als een van de groote ver
overingen op dit gebied.
Ik gebruik met voordracht het woord techniek", om
dat veel van het misverstand in deze kwestie zou terug
gedrongen kunnen worden indien men achterwege liet
te spreken van een kunst". De cinematografie is een
techniek zooals ook de fotografie een techniek is. Beide
technieken kunnen door kunstenaars ter hand geno
men en aangewend worden tot het scheppen van
schoonheid.
De spraakverwarring tusschen kunde en kunst is
trouwens algemeen. Schilderen kan een kunst zijn, ge
lukkig hebben wij voor de schilderkunde het woord
verven, maar tusschen bouwkunde en bouwkunst
heerscht een zoodanige verwarring, dat zij zelfs niet
vermeden werd in de officieele benaming van de afdee-
ling der Delftsche Hoogeschool, waar ik de eer heb toe
te behooren.
Van het eerste oogenblik af de cinematografie be
wonderd?
Ik herinner mij als den dag van gisteren, dat 28 jaar
geleden eenige kennissen te Rotterdam een eerste voor
stelling hadden bijgewoond en dat zij mij daarna heb
ben getracht te vertellen wat het was, bewegende
fotografie was een nieuw begrip dat zeer moeilijk be
schreven kon worden.
Ik geloof niet, dat er veel menschen geweest zijn, die
aanstonds begrepen waar die nieuwe techniek heen zou
gaan en welke wijde horizonten zij voor de menschheid
zou openen.
Welken afstand de techniek heeft afgelegd kunnen
wij bij het 40-jarig jubileum overzien.
Er is niet alleen een enorme vooruitgang in de op
name en het projecteeren der beelden, maar de spre
kende film is een groote stap geweest, die het technische
vermogen van de cinema belangrijk heeft vergroot.
Aan het einde van die technische ontwikkeling zijn
wij nog geenszins, 't Is weer de geniale Franschman, die
den weg wees naar de kleuropname, wat natuurlijk heel
iets anders is dan de gekleurde opname. Op 10 Juni
1907 werden door Auguste Lumière uit naam van zijn
jongeren broeder Louis de eerste fotografische kleur-
opnamen in de salons van de „Illustration" vertoond.
Zoo zeker als wij er van zijn, dat de kleurendruk
voorloopig niet bevredigend zal worden gevonden, om
dat een verfstof, een drukinkt, die tegelijk dekt en
transparent is, wel niet ter beschikking zal komen, zoo
zeker zijn wij, dat het schilderen met lichtstralen, dat
de cinema beoogt: het spectrum ontleend tot een rijk
kleurenspel, ons voor oogen gebracht zal worden. In
principe is ook dit vraagstuk reeds opgelost.
Welk een afstand legde die techniek af van 22
Maart 1895 toen Louis Lumière de eerste cinematogra
fische opname: het uitgaan van de Lumière-werkplaat-
sen, vertoonde!
Denken wij ons ongeveer 40 jaren terug, toen de
twee geniale Franschen, die men in dezen niet scheiden
mag, Auguste en Louis, door een wetenschappelijk magie
een der machtigste uitdrukkingsmiddelen in de handen
der menschheid stelden.
Als bij de uitvinding der boekdrukkunst werden de
volkeren aangegrepen al duurde het natuurlijk
eenigen tijd voor de menschheid zich realiseerde wat
haar geboden werd.
Onder aller oogen kwam de geheele wereld. De af
standen verdwenen! Er zou gereisd worden zonder zich
te verplaatsen!
Kon men voordien slechts door de opwekking van
den genialen redenaar, door lezen en in de fantasie zich
bevrijden van het alledaagsche, een nieuw en machtig
middel om dat te bereiken stond ten dienste.