MAANDELIJKSCHE M E D EDEELI NGEN.
BEGRAFENIS 3. VEERMAN.
Onder overweldigende belangstelling is het stoffelijk
overschot van den heer Jacques Veerman Dinsdagmor
gen 11 Februari ten grave gedragen. Meer dan 600
personen schreden voort achter de baar vanaf het sterf
huis aan de Honthorststraat te Amsterdam tot aan het
Jacob Obrechtplein. En meer dan honderd auto's waren
noodig om allen te vervoeren, die op dezen zonnigen
wintermorgen waren bijeengekomen om den overledene
op het vredige Muiderberg de laatste eer te bewijzen.
In de aula van de begraafplaats werd achtereenvol
gens het woord gevoerd door de Rabbijnen Frank en
Dr. de Hond, alsmede door den President-Commissaris
van het Royal Concern, den heer Mr. G. J. C. H.
Claessens, den Voorzitter van den Nederlandschen
Bioscoop-Bond, den heer D. Hamburger Jr., den Voor
zitter van het Bio-Vacantieoord, den heer Ter Linden
en eenige vrienden. In dikwijls ontroerende bewoor
dingen brachten allen tot uitdrukking, dat hier iemand
was heengegaan, die meer dan gewone energie heeft
aangewend voor het bedrijf en die mede zijn beste
krachten heeft geofferd ten bate zijner collega's en
van zoovele anderen. Naast de warme hulde, die hier
aan de nagedachtenis van den heer Veerman werd ge
bracht werd bovendien uiting gegeven aan de hartelijke
deelneming, die allen jegens diens zwaar getroffen kin
deren gevoelden.
Tientallen kransen en palmen, door den Bond en
zijn afdeelingen, alsmede door bedrijfs- en andere vrien
den gezonden, dekten het graf, waarin een onzer beste
leden moest worden achtergelaten.
PETERSE. t
Wederom moeten wij in deze kolommen melding
maken van het verscheiden van een onzer Leden.
Zondag 26 Januari is n.1. na een kort en smartelijk
lijden overleden de heer Jan Peterse, in leven eigenaar
van het Hotel „Koppelpaarden" en van de „Luxor
Cinema'' te Oosterhout.
In de volle kracht van zijn leven hij bereikte slechts
den leeftijd van 44 jaar is de heer Peterse aan zijn nog
jeugdig gezin ontvallen, ook in onzen kring een open
plaats achterlatend, waar wij voorheen een goed mensch
en trouw lid wisten.
Het Hoofdbestuur heeft onmiddellijk aan de nabe
staanden zijn diepgevoelde deelneming betuigd met den
zwaren slag, die hen zoo onverwacht getroffen heeft.
Dinsdagmorgen 28 Januari heeft vanuit het Sint Jo-
sephgesticht Leysenhoek de plechtige uitvaart plaats
gehad in de Parochiekerk van den H. Joannes den
Dooper te Oosterhout.
Het Hoofdbestuur was hierbij vertegenwoordigd door
den heer A. H. Boekraad, die mede namens de Afdee-
ling ,,Het Zuiden" van den Bond de laatste eer aan
den overledene heeft bewezen.
Toepassing Artikel 17 der Statuten.
Het Hoofdbestuur heeft in zijn vergadering van Dins
dag 28 Januari 1936 besloten den heer F. D. Brugle-
mans, exploitant van het City Theater te Roosendaal,
ingevolge artikel 17a der Statuten de straf van waar
schuwing op te leggen, zulks op grond van het navol
gende:
Het Hoofdbestuur heeft in zijn vergadering van Dins
dag 28 Januari 1936 besloten ingevolge art. 17b der Sta
tuten aan de N.V. Kinotechniek v/h Firma P. R. van
Duinen te Amsterdam de straf van boete tot een bedrag
van ƒ60.op te leggen, zulks op grond:
Herdenkingsmedaille Louis Lumière.
Ter herinnering aan de groote herdenkingsbijeen
komst ter eere van Louis Lumière in de Sorbonne te
Parijs, heeft de Fransche minister van Onderwijs den
heeren W. Mullens, Eere-Voorzitter van den Bond,
D. Hamburger Jr., Voorzitter, B. D. Ochse. Vice-Voor
zitter en A. de Hoop, Directeur, die deze plechtigheid
als vertegenwoordigers van den Nederlandschen
Bioscoop-Bond hebben bijgewoond, een bronzen leg
penning doen toekomen.
Deze penning is geslagen ter gelegenheid van de her
denking van het 40-jarig bestaan der cinematographie;
hij is fraai uitgevoerd en draagt aan de voorzijde de
beeltenis en het profiel van Louis Lumière, terwijl de
keerzijde de wetenschappelijke verdiensten van den
grooten uitvinder vermeldt.
De heer Bruglemans heeft ter aankondiging van de film „Peter,
Paul en Nanette" in het dagblad „De Grondwet" te Roosendaal
een advertentie geplaatst, waarin het woord „Peter" met groote,
vette letters over de geheele breedte der advertentie was afgedrukt,
terwijl voor de woorden „Paul en Nanette" een veel kleiner letter
type was gebruikt. De advertentie wekt dan ook den indruk, niet
dat de film „Peter, Paul en Nanette" wordt aangekondigd, maar
de film „Peter".
Eenige dagen voordat deze advertentie geplaatst werd, heeft een
collega van den heer Bruglemans te Roosendaal in het openbaar
aangekondigd, dat hij de film „Peter" zou vertoonen.
De heer Bruglemans beroept er zich op, dat het geenszins zijn
bedoeling was door het plaatsen van vorenbedoelde advertentie
aan de exploitatie van zijn collega afbreuk te doen, daarbij nog
aanvoerende, dat hij op de drukproef dezer advertentie nadruk
kelijk heeft aangegeven, dat het woord „Peter" met normale letters
moest worden afgedrukt.
Uit het door het Hoofdbestuur ingesteld onderzoek, waarbij in
zage is genomen van deze drukproef op de drukproef is bij het
woord „Peter" vermeld: „deze letter kan kleiner zijn" is echter
gebleken, dat de gecorrigeerde drukproef volkomen in overeenstem
ming is met de advertentie en dat zelfs het wat kleiner drukken
van het woord „Peter" niet voldoende zou zijn geweest om den
indruk, dat niet de film „Peter. Paul en Nanette" maar de film
„Peter" werd aangekondigd, weg te nemen, daar de letters van
het woord „Peter" meer dan vijf maal zoo groot waren als die van
de woorden „Paul en Nanette".
Uit het vorenstaande volgt, dat het beroep van den heer Brug
lemans ongegrond moet worden geacht. Door de wijze, waarop de
advertentie is opgesteld, wordt de indruk gewekt, dat de heer Brug
lemans zou vertoonen de film „.Peter", die reeds door een ander
theater was aangekondigd, zoodat in deze advertentie een aanval
moet worden gezien op de exploitatie van een collega.
Naar de meening van het Hoofdbestuur moet derhalve deze adver
tentie in strijd worden geacht met de waardigheid en de algemeene
belangen van het Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf.
Waar echter voor de eerste maal artikel 17a der Statuten op
den heer Bruglemans moet worden, toegepast, heeft het Hoofdbestuur
willen volstaan met de straf van waarschuwing op genoemden heer
toe te passen, in het vertrouwen, dat dit voor genoemden heer
voldoende aanleiding zal zijn, om in het vervolg bij de samenstelling
van zijn annonces ervoor te zorgen, dat deze niet meer in strijd
met de algemeene belangen en de waardigheid van het bedrijf kun
nen zijn.
dat Kinotechniek heeft erkend, eenige filmprogramma's te hebben
geleverd aan de Speeltuinvereeniging „Nieuwerdammerham" te Am
sterdam ondanks het feit, dat deze vereeniging geen lid van den
Bond is en ook niet staat vermeld op de z.g. Lijst van Geen Be
zwaar, als bedoeld in het Bondsbesluit van 11 Februari 1935;
dat het ingevolge voornoemd Bondsbesluit aan alle leden van
den Bond verboden is films ten verhuur (in den zin van art. 1 van
de Algemeene Voorwaarden van Verhuur en Huur van Films).
verkoop of gebruik af te staan aan of ten behoeve van een persoon
of zaak (alle soorten zedelijke lichamen inbegrepen), die geen lid
is van den Nederlandschen Bioscoop-Bond en niet staat vermeld
op de z.g. Lijst van Geen Bezwaar;
dat Kinotechniek er zich op beroept, dat de door haar aan de
Speeltuinvereeniging „Nieuwerdammerham" geleverde filmprogram
ma s voornamelijk zijn samengesteld uit cultureele films, waarbij
Kinotechniek is uitgegaan van de veronderstelling, dat zoodanige
films vrijelijk aan niet-leden geleverd mogen worden;
dat dit beroep volkomen ongegrond moet worden geacht, daar het
Bondsbesluit van 11 Februari 1935, gelijk hiervoren geciteerd, voor
geen tweeërlei uitleg vatbaar is en overigens door Kinotechniek
ook andere films dan die, welke zijn bedoeld in art. 1, sub 2. 2e. van
de Bioscoopwet aan de Speeltuinvereeniging „Nieuwerdammerham"
zijn geleverd, zoodat zelfs, indien in het Bondsbesluit ten aanzien
van cultureele films een uitzondering ware gemaakt, hetgeen geens
zins het geval is, ook dan Kinotechniek het Bondsbesluit zou hebben
overtreden;
dat uit het vorenstaande volgt, dat Kinotechniek overtreden heeft
het door de algemeene ledenvergadering d.d. 11 Februari 1935
genomen besluit en dus artikel 17 der Statuten op haar moet worden
toegepast, waarbij het Hoofdbestuur het bedrag der boete heeft
bepaald, gelijk aan de filmhuur, welke voor de aan de Speeltuin
vereeniging geleverde programma's was bedongen.