12
MAANDELIJKSCHE M E DEDEELINGEN.
RADIOBELASTING IN FRANKRIJK TER
VERMINDERING VAN BIOSCOOPLASTEN.
De Fransche organisaties van theaterdirecteuren, die
gelijk bekend is, te Parijs een actie voeren tot verlaging
van het zgn. „Armenrecht" hebben na een dezer dagen
gehouden vergadering een communiqué uitgegeven,
waarin zij verklaren, naar aanleiding van een besluit
van den Senaat inzake invoering van een radiobelasting
ter compensatie van een verlaging der bioscooplasten,
besloten te hebben, de bioscoopsluiting, die oorspron
kelijk op 20 Maart was vastgesteld, voorloopig uit te
stellen.
Zij behouden zich echter de vrijheid voor, om, wan
neer tegen alle verwachting in geen verlaging van bio
scooplasten verkregen wordt, alsnog tot sluiting over
te gaan, teneinde op deze wijze tot verlaging van belas
tingen te geraken.
deld met art. 2 van de Algemeene Voorwaarden van Verhuur en
Huur van Films, volgens hetwelk overeenkomsten, als bedoeld in
art. 1 dezer Voorwaarden, steeds schriftelijk moeten worden aan
gegaan onder bepalingen van dit reglement, behoudens voorzoover
afwijking daarvan uitdrukkelijk bij dat reglement is toegestaan, voor
welke afwijking intusschen geen grond aanwezig was;
dat de Raad ook de overwegingen van de Commissie van Ge
schillen' geheel tot de zijne maakt;
dat derhalve het vonnis van de Commissie van Geschillen moet
worden bevestigd, waarbij aan eischeres haar vordering moet worden
ontzegd met haar veroordeeling in de arbitragekosten in beide in
stanties, zijnde 60.
Inzake het door den heer R. Minden, wonende te Amsterdam,
op 11 Februari 1936 aanhangig gemaakt hooger beroep tegen de
beslissing van de Derde Kamer van de Commissie van Geschillen,
gegeven op 15 Januari 1936 en aan partijen bij schrijven van 28
'Januari d.a.v. medegedeeld, inzake het door voornoemden heer R.
Minden op 17 October 1935 contra de NV. Nova Film, gevestigd
te Amsterdam, aanhangig gemaakt geschil, dat de beslissing waarvan
beroep moet worden vernietigd en opnieuw rechtdoende aan appel
lant (oorspronkelijk eischer) zijn vordering moet worden toegewe
zen met veroordeeling van geïntimeerde in de arbitragekosten in
beide instanties, bedragende 60.
Deze uitspraak is gegrond op de volgende overwegingen:
dat appellant in zijn hooger beroepschrift als voornaamste grief
tegen het vonnis der Commissie van Geschillen naar voren brengt,
dat deze Commissie zich op het standpunt stelt, als zou appellant op
zich genomen hebben de kosten der Exportlicentie te zijnen laste
te nemen, terwijl hij deze kosten toch nimmer te zijnen laste genomen
heeft ,doch integendeel door de bevoegde instantie van den Bond
heeft willen laten uitmaken, wie die kosten te dragen had en appel
lant geïntimeerde dan ook geenszins zooals <de Commissie van
eGschillen beweert aansprakelijk stelt voor de betaling van de
hem verschuldigde en door geïntimeerde erkende provisie;
dat geïntimeerde hiertegen aanvoert, dat zij onmiddellijk na aan
komst in Nederland van de copie der film .Dernière Valse" aan
appellante per aangeteekenden brief heeft medegedeeld, dat de Ex
portlicentie, welke in het remboursement op de copie was vervat,
blijkens het door eischer met den producent gesloten contract, niet
behoefde te worden betaald en zij daarom niet bereid was deze
Exportlicentie voor haar rekening te nemen, doch er tenslotte slechts
mede accoord is gegaan, deze Exportlicentie voor rekening van
appellant te betalen, zoodat zij diens provisie, welke minder be
draagt dan het voorgeschoten bedrag, niet meer verschuldigd is en
appellant deze Exportlicentie heeft terug te vorderen van den pro
ducent der betreffende film;
dat de Raad, zich uiteraard stellende op de basis van de uit
spraak van de Eerste Kamer van den Raad van Beroep, gewezen
d.d. 12 Juni 1935, waarbij is komen vast te staan, dat appellant voor
geïntimeerde bij den aankoop ook van de film „Dernière Valse" als
tusschenpersoon is opgetreden, de opvatting huldigt, dat appellant,
om een copie van de film „Dernière Valse" geleverd te krijgen,
eveneens de functie van tusschenpersoon had te vervullen;
dat uit het voorgaande volgt, dat, waar de copie alleen geleverd
werd onder remboursement, hetwelk extra belast was met een
bedrag ad R.M. 518.20 voor door den leverancier van de copie in
rekening gebracht Exportlicentie, en deze copie onder dezen be-
zwarenden last door geïntimeerde werd geaccepteerd, deze last vol
ledig door geïntimeerde behoort te worden gedragen, zij het dan,
dat de Raad met de Commissie van Geschillen van oordeel is, dat
de Exportlicentie niet door den leverancier van de copie in rekening
had mogen worden gebracht;
dat appellant dan ook in zijn functie van tusschenpersoon, in
geval geïntimeerde hem althans daartoe opdracht mocht geven,
moraliter verplicht is alsnog pogingen in het werk te stellen om
de ten onrechte betaalde Exportlicentie, hetij zvan den leverancier
van de copie, hetzij van den filmproducent, met wien het contract
voor de vertooningsrechten der genoemde film voor Nederland ge
sloten is, gerestitueerd te krijgen;
dat geïntimeerde's verweer, als zouden de betaalde kosten voor
rekening van appellant moeten worden gebracht, dan ook niet kan
worden aanvaard;
dat uit vorenvermelde overwegingen volgt, dat de Commissie
van Geschillen ten onrechte heeft beslist, dat aan appellant (oor
spronkelijk eischer) zijn vordering moet worden ontzegd;
dat dan ook het vonnis der Commissie van Geschillen moet
worden vernietigd en aan appellant zijn vordering om hem we
gens het verleenen zijner bemiddeling bij den aankoop van „Der
nière Valse" aan hem toekomende provisie a Fr. frs. 2500.uit te
betalen, moet worden toegewezen en geïntimeerde moet worden
veroordeeld in de kosten der arbitrage in beide instanties, zijnde
resp. ƒ20.en ƒ40—dus in totaal ƒ60.—.
VERZOEKEN OM INSCHRIJVING IN HET NAAM-
REGISTER.
Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de
navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naam
register gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de ver
langde inschrijving, welke vóór 10 April e.k. schriftelijk bij het
Hoofdbestuur moeten worden ingediend, raadplege men art. 6 van
het Reglement op het Naamregister.
Datum
waarop in
schrijving ver
zocht is
Titels waaronder de films
in Nederland worden uit
gebracht
Naam van den houder
der exploitatie-rechten
12 Febr. 1936 Het Leven van Louis Pas
teur
20
Charlie Chan's Geheim
20
De Huurling
20
De kleinste Rebel
20
De lieveling der vrouwen
20
Duizend maal bedankt
20
Kapitein Januari
20
Metropolitan
21
Luxe-vrouwtjes
21
Modern Times
21
Moderne Tijden
25
Zonnekindje
26
Juanita
26
La Marmeille
26
Maria Chapdelaine
28
Sportief Holland
3 Maart
Geld.... en toch zorgen
10
De achterneef van King-
Kong
12
O Moeder die Zeeman
12
Duivels van het verkeer
13
Genadebrood
14
Watt en Half Watt als
dakloozen
16
De Wet van de Prairie
20
De Amateur-Jockey
20
De Kandelaars van den
Keizer
20
De Familie Schimek
20
Jonge Harten
20
Mayerling
20
Het vroolijke weeuwtje van
Monte Carlo
24
Les misérables De Ellen-
digen
26
De Fabrieksbaas
Warner Bros First
Nat. Piet.
Neth. Fox Film Corp.
Tobis Filmdistributie
Loet C. Barnstijn
Melior Films
NV. Fimfilm
„Marconi" afd. Cinetone
Lumina Film
Universal Film Agency
Warner Bros First
Nat. Piet.
Tobis Filmdistributie
Warner Bros First
Nat. Piet.
Lumina Film
Warner Bros First
Nat. Piet.
Loet C. Barnstijn
Warner Bros First
Nat. Piet.