MAANDELIJKSCHE MEDEDEELINGEN.
SCHETS VAN HET MET DEN DERDEN PRIJS
BEKROONDE SCENARIO-ONTWERP.
Wij hebben reeds den korten inhoud weergegeven
van de scenario-ontwerpen, die in de door den Neder-
landschen Bioscoop-Bond uitgeschreven scenarioprijs
vraag met den eersten en den tweeden prijs werden be
kroond.
Tot besluit publiceeren wij onderstaand een schets
van het scenario-ontwerp „Het Leven stroomt...", waar
mede de heer Jan Heil, Cand. Notaris te Nijmegen den
derden prijs van 100.verwierf.
Wij vestigen er de aandacht op, dat filmproducenten,
die interesse hebben bij de bekroonde scenario-ontwer
pen, zich dienaangaande om inlichtingen tot het Bonds
bureau kunnen wenden.
Voorspel.
Een beek stroomt blinkend in het licht langs bloeien
de voorjaarsweiden. Een altstem achter de scène zegt,
dat het leven als zoon beek van einder naar einder
stroomt. In dien stroom moet de mensch zich bewegen...
De beek komt in een schemer-bosch, de specht spotlacht
en een nuchtere mannenstem constateert, dat het leven
slechts het geld tot doel heeft: Strijd om geld, en geld
voor strijd!" Uit het donker komt de beek in het licht
naar een watermolen, die koren maalt en nu kan de
altstem juichen, dat arbeid het leven groot maakt en
de moeite waard. Doch door het ruischen van het water
snijdt weer de andere stem, die om geld roept: Geld!
Ha...ha...ha!
Deel I.
Miep Versteegh schrikt wakker bij het derde sata
nisch gelach. Ze heeft haast; al lokt de dag van zon
en blauw tot dralen, ze moet naar 't kantoor, waar we
haar in het volgende beeld zien typen. Dan wordt ze
opgebeld door Ir. Joop Waanders, haar vriend reeds
jaren lang, die, op het punt voor zijn plezier naar Stock
holm te vertrekken, haar op een lunch vraagt. Joop heeft
geld genoeg, hij hoeft niet te werken. Zijn tijd besteedt
hij aan reizen en het verzamelen van oude en merk
waardige boeken en prenten. In het restaurant waar ze
samen eten, blijkt de bedienende kelner een vroegere club
genoot van Joop te zijn: Ir. Frits van Dam, mijn-inge
nieur, die geen geld heeft als Joop, en moe van het
hengelen naar een ingenieursbaan maar aanneemt wat
er te krijgen is; alles liever dan op kosten van den ouden
heer verder te leven. Toch bekent hij, dat deze baan
hem niet bijster bevalt. Miep, zelf ook arbeidster, sym
pathiseert met Frits. Joop haalt er zijn schouders voor
op, omdat hij het overdreven vindt.
De avond van dien dag laat zien de drie levens: Joop
lui in een trein naar Stockholm, Frits die, sportief van
aard, met een koud bad in de rivier zijn kelners-zorgen
tracht af te spoelen en daarbij zoo terloops aan Miep
denkt; Miep op haar slaapkamer ziet moe in haar spiegel
de beelden van dien dag: Joop, die de schoonheid van
het leven zoo maar tasten kan, Frits die werkend, kop
pig streeft, het kantoor met zijn werk en zijn dwaas
heden... Denkt ze aan Joop of aan Frits?
Tusschenspel:
Beelden van het voorjaar, dooi, water, wat vroege
bloemen: ontluikende kracht. Het volgende deel speelt
in de lente.
Deel II.
Frits heeft een nieuwe baan gevonden als tram-be
stuurder in een groote stad. Op een druilerigen middag
komt Miep op het voorbalcon, gevolgd door een fatje,
dat haar lastig valt. Als dit te erg wordt, zet Frits plot
seling de tram stop en beurt laconiek het jog aan den
kraag van zijn regenjas van de tram. Miep, die Frits
bij het instappen niet had opgemerkt, is zeer onder den
indruk, want dit gevalletje zal hem wel zijn baantje
kosten, volgens den conducteur. Miep vraagt Frits be
richt over den afloop. Frits voelt hier niet voor. Miep
zal het dan zelf wel uitzoeken.
Kantoor. Miep heeft vacantie, maar loopt even aan om
haar mannelijken collega te vragen de tramadministratie
op te bellen over Frits. Het blijkt dat Frits ontslagen is.
Ze krijgt zijn adres. Ergens op een kade. We zien haar
wandelen langs de kolossen der in de havens opgelegde
schepen en langs de werklooze havenarbeiders... Het
blijkt, dat Frits in het ontspanningslocaal voor de werk-
loozen is. Ze gaan samen naar buiten. Langs de kaden,
waar Frits een snob, die daar met te veel vaart two-
seaterde, een dienst kan bewijzen, daar een stel werk-
loozen, op wie de snob bijna ingereden was, hem mores
willen leeren. Niet zonder de noodige terechtwijzingen
laat Frits met zijn werklooze collega's den man gaan
„Werkloosheid is geen sightseeing, Sir!" Miep meent,
dat Frits hier niet thuis hoort; Frits weerlegt dit door
aan te toonen, hoe alle werkloozen anders zouden zijn
als de arbeid niet was ingeslapen. Zs drinken koffie in
een klein café aan de kade met uitzicht over de rivier
en Frits polst Miep over haar verhouding tot Joop. Ze
is niet met Joop verloofd, zegt Miep en vraagt Frits of
hij niet thuis eens aan wil komen: haar Moeder heeft
connecties bij de Hollandsche Olie Maatschappij... Frits
heeft dit zelf al lang geprobeerd, doch wil gaarne ko
men. Hij begint echter weer te aarzelen, als Miep hem
vraagt dit spoedig te doen, omdat ze in Amsterdam gaat
logeeren bij de zuster van Joop, haar vriendin. Ten
slotte geeft Frits toe.
Tusschenspel:
Beelden van Mei: bloei. Jonge lammeren, vogels en
bloesemende appelboomen langs het water. Gratie en
schoonheid.
Deel III.
Miep in den trein naar Amsterdam. Ze ziet de wijde
landschappen van Holland, droomt zich een sprookje,
terwijl ze een oud vrouwtje helpt, dat haar werkloozen
zoon gaat bezoeken... Joop haalt haar af in zijn nieuwen
wagen, vraagt of ze niet met hem mee wil naar Spanje
in die auto... Miep dweept met reizen, maar zou er toch
iets nuttigs bij willen doen. Ze wou wel naar Mexico...
Joop is verbaasd: „Hoe kom je aan Mexico?'' Miep
weet het niet. (Frits had in hun gesprek langs de kaden
Tampico genoemd).
Bij Trude (Joops getrouwde zuster) bewondert Miep
de baby, hunkerend. Men zegt, dat het kind op Joop
lijkt. Dit geeft Trude gelegenheid op het nauwelijks
merkbare egoïsme van Joop te wijzen. Dan zien we Miep
op Joops kamer, een modern studeervertrek in een flat,
glas en staal en prachtige kasten met boeken. Miep
krijgt er te zien; ze vraagt of Joop dit ook allemaal leest.
Nee, als het zoo eens te pas komt. Miep ziet al den
arbeid, die aan zoon ouden druk vastzit en ze wordt
wat kregel, nu het alleen maar om het mooie en het
kostbare gaat. Ze soupeert met Joop in het Carlton en
het is als een droom van Asschepoes, al die weelde,
schoonheid en... maar een dokter, kennis van Joop, helpt
haar uit den droom. Ook hier heerscht de werkloosheid,
al schijnt dat niet zoo. Joop heeft een gesprek met een
vriend, die hem vraagt of hij trouwen gaat, wat Joop
verontwaardigd afwijst. Hij voelt niet voor schreeuwende
kinders. Zijn vriend zegt, dat hij gevaarlijk is voor jonge
meisjes als Miep: hij wekt verwachtingen! Jammer dat
hijzelf niet de beurs van Joop heeft, want dan... hij
en Rie!... Later op den avond brengt Joop Miep thuis.
Trude is al naar bed en ze komen in de huiskamer be
neden. Joop, onder den indruk van Mieps verschijning
doet zeer lief tegen haar en Miep, nog in haar droom,
laat zich door hem kussen... maar als hij dan verder niet
tot een verklaring kan komen, gaat ze hautain naar
boven. Joop begrijpt er in zijn naïf egoïsme niets van...