MAANDELIJKSCHE ME DEDEELI NGEN. gens de producenten zouden ze dan bij het publiek moe ten worden aangekondigd als films, die goedkoop gepro duceerd zijn met het oog op de quota. Wij merken terloops op, dat er echter ook producenten zijn, die het met vorenstaande opvatting niet eens zijn. O.m. wenschen zij het quota-percentage niet verhoogd te zien en bepleiten zij maatregelen, die de productie van zgn. quickies onmogelijk moeten maken. Het leidende Engelsche filmorgaan ,,To Day's" heeft nogal critiek op de verschillende denkbeelden, welke van uit het bedrijf met het oog op de nieuwe quota-bepalin gen naar voren zijn gebracht. Het blad wijst erop, dat de omstandigheden, waaronder de nieuwe quota-bepalingen worden vastgesteld, geheel verschillend zijn van die in 1927. Destijds ging het om de oprichting van Engelsche stu dio's, om de vestiging van een nationale productie en om de vertooning van Engelsche films in het eigen land. Er waren toen slechts een of twee Engelsche studio's, de vaardiging van Engelsche films was een zeldzaamheid en voorzoover ze er waren, hadden ze een slechten naam en was 't publiek er weinig op gesteld. Maar nu, zegt ,,To Day's", heeft Engeland eerste klas studio's, floreert de Engelsche filmproductie en behoeven de recette-cijfers van goede Engelsche films niet onder te doen voor welke buitenlandsche film ook. Wanneer er dan nieuwe quota-bepalingen in het leven moeten wor den geroepen, aldus To Day's, dan is dit niet zoozeer ter bescherming van studio-maatschappijen en filmproductie- ondernemingen, noch om een bepaald vooroordeel tegen 't product van eigen bodem te overwinnen, doch dan is dat in hoofdzaak om 't prestige van de Engelsche pro ductie te versterken, door de kwaliteit der films hooger op te voeren en de markt te verruimen. Het blad ziet o.a. een groot gevaar in de vaststelling van een minimum productiesom op b.v. 10.000 pond. Want, zoo vraagt het zich af, wat zouden de verhuurders er in dat geval voor belang bij hebben om, ter nakoming van hun quóta-verplichtingen een hoogere productiesom te investeeren. Eerst dan, wanneer kapitalen van 50 tot 100.000 pond in de Engelsche productie worden geïnvesteerd, aldus To Day's, worden de Engelsche industrie en het Engelsche product gediend, want dan is het mogelijk, dat de betrok ken films zelfs in Amerika worden vertoond. Indien deze vertooningen in aanmerking zouden worden genomen bij de vaststelling van den quota-aanslag, dan zouden zij een grooten stimulans vormen tot verhooging van het Engelsch prestige en tot verruiming van de markt. Al het vorenstaande vermag intusschen geenszins een duidelijk beeld te vormen noch van het advies, dat bin nenkort nopens de quota aan de regeering zal worden uitgebracht, noch van de nieuwe quota-regeling zelve. Niemand echter, zal evenals wij, aan den indruk kun nen ontkomen, dat er maar weinig bedrij f sgenooten in Engeland zijn, die tevreden zijn met de maatregelen van overheidswege, waarvan zij allen steun en bescherming hadden verhoopt. Rondom deze heele aangelegenheid heerscht thans enorm veel gerucht, doch van eenheid en wederzijdsch begrijpen is weinig sprake. Dit valt te betreuren, want des te dieper zal de ploeg der overheid haar voren snijden in het ongelijk terrein, dat zij nu eenmaal in bewerking heeft genomen. Niemand kan ten leste nog aan de bemoeiingen van buitenaf ont komen en er zijn maar weinigen, die er practisch voor deel van ondervinden. Waar ook in ons land den laatsten tijd af en toe stem men opgaan om te geraken tot overheidsbemoeiing in den vorm van beschermende maatregelen voor de film industrie, hebben wij gemeend te moeten stilstaan bij den strijd in de Engelsche filmwereld, welke duidelijk aan toont, welk een chaos de overheidsmaatregelen teweeg hebben gebracht. De les van het buitenland, in het bijzonder van Enge land en Tsjecho-Slovakije, zij ons een waarschuwing! KOSTELOOZE VERSTREKKING VAN TOE GANGSBEWIJZEN VAN GEMEENTEWEGE. Ged. Staten van Noord-Brabant schrijven aan de gemeentebesturen: In sommige gemeenten wordt in de verordening op de heffing van een vermakelijkheidsbelasting de eisch gesteld, dat wanneer tegen het betalen van een entree geld toegang tot een vermakelijkheid wordt verleend, de daarvoor benoodigde toegangsbewijzen van de ge meente moeten worden betrokken tegen den kostenden prijs. Naar het oordeel van den Minister van Binnen- landsche Zaken en van ons College wordt daarmede niet in overeenstemming met het bepaalde in artikel 304 der gemeentewet gehandeld. In zulke gevallen wordt althans indirect een betaling gevorderd voor een for maliteit, te vervullen ter verzekering van de inning der belasting. Tegen een facultatieve bepaling een be paling, waarin de verplichting tot het gebruik maken van de door de gemeente te verstrekken toegangsbe wijzen ontbreekt behoeft geen bezwaar te worden gemaakt. In die gemeenten, waar het gebruikelijk is, dat voor van gemeentewege verstrekte toegangsbewijzen moet worden betaald, kunnen de exploitanten derhalve onder verwijzing naar vorenvermeld standpunt van den Mi nister, aan het gemeentebestuur verzoeken, dat hun be doelde toegangsbewijzen gratis worden verstrekt. WIJZIGING NAAM- EN ADRESLIJST. In de naam- en adreslijst van den Bond dienen de volgende wijzigingen te worden aangebracht: Pag. 26: Centraal Bioscoop, Noord Scharwoude, abu sievelijk vermeld als permanente bioscoop, ressorteert onder de rubriek reisbioscopen. Pag. 32: Valkenburg, Hollandia Bioscoop, directie A. Duinker en M. J. Duinker-v. d. Bosch in plaats van Ant. Schmitz. Pag. 32: Alhambra Theater, Vaals, exploitant H. Ra- vesteyn, in plaats van Carl Thijssen Jr. Pag. 33: het adres van de Luxor Bioscoop te Vlaar- dingen is niet Westhavenstraat 1314, doch West havenkade 13. Pag. 36: Correspondentie-adres Arfi is thans Heeren gracht 298 te Amsterdam, tel. 36894. SAMENWERKING IN HET FRANSCHE FILM EN BIOSCOOPBEDRIJF? Naar „Comoedia" meldt, hebben de Fransche orga nisaties in het film- en bioscoopbedrijf, de Chambre Syndicale des Producteurs francais de Films, de Cham bre Syndicale des Distributeurs francais de Films en de Chambre Syndicale frangaise des Directeurs de Ci- némas zich aaneengesloten tot een Fédération des Chambres Syndicales, waarin voortaan het productie-, verhuur- en theaterbedrijf gezamenlijk vertegenwoor digd is.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1936 | | pagina 2