MAANDELIJKSCHE M E D EDEELI NGEN. sproken kan worden van een abnormaal lagen entree prijs, die aanwijsbaar schadelijk is te achten voor de standing van het bedrijf. De procedure van de vaststelling is zoodanig uitge stippeld, dat eenerzijds volkomen objectiviteit wordt ge waarborgd, den leden de grootst mogelijke rechtszeker heid wordt gegeven, juist omdat ingegrepen wordt in hun meest interne aangelegenheden, en anderzijds het doel, dat met dit reglement is beoogd, wordt bereikt. Bovendien is rekening gehouden met de bijzondere con stellatie van den Bond, waarin immers de groepen leden exploitanten en leden-filmverhuurders gelijkberechtigd zijn. Waar het een zaak betreft, van zoo algemeen belang als de entreeprijzen (men denke aan de percentage- filmcontracten), was het noodzakelijk, dat ook de film verhuurders werden ingeschakeld. De samenstelling van de Commissie geschiedt op zoo breed mogelijke basis en alvorens het Hoofdbestuur het concept van dit reglement heeft vastgesteld, is in den breede overleg gepleegd, zoowel met het Bestuur van den Afdeelingsraad, als met het Bestuur van de Bedrijfs afdeeling Filmverhuurders. En nu de consequenties. Eigenlijk hebben wij ze reeds meermalen genoemd. Er ontstaat door dit reglement vanzelfsprekend een zich richten naar een collectieve regeling ten aanzien van een belangrijk stuk hoewel o.i. slechts een onderdeel van de interne bedrijfsvoering der leden, n.1. de vast stelling van den entreeprijs, zij het dan den minimum prijs. Daardoor wordt een schijnbaar belangrijke concur- rentie-factor uitgeschakeld. Een concurrentie-factor overigens zonder de minste verdienste, uitsluitend van negatieven aard. Zij maakte de bioscoop immers in geen enkel opzicht attractiever en had ten eenenmale niets te beteekenen in vergelijking tot de vele andere factoren, welke ons bii de uitoefening van ons bedrijf ten dienste staan, zooals de keuze van de productie, de samenstelling en doel matige indeeling van het programma, een goed gevoer de propaganda en de inrichting van het theater. Integendeel, tegenover de uitschakeling van het prij- zen-bederf staat een belangrijke winst. De winst van verhooging van het aanzien van het bedrijf, van het op peil houden der recettes, van de bescherming van ons aller bestaansmogelijkheid. JAARVERSLAG STICHTING VOOR FOTO- GRAFISCH EN KINEMATOGRAFISCH ONDERZOEK. Dezer dagen is te Amsterdam onder voorzitterschap van Prof. Dr. L. S. Ornstein de jaarvergadering gehou den van de Stichting voor fotografisch en kinemato- grafisch onderzoek. Op deze vergadering zijn respectie velijk door den secretaris, den penningmeester en den directeur van den dienst de verslagen over het afgeloo- pen jaar uitgebracht. Hieraan ontleenen wij het vol gende: Het organisatorische werk van de Stichting geschied de voornamelijk in samenwerking met andere organi saties. Met de Ned. Vereeniging voor Cultureele films werd een commissie ingesteld ter voorbereiding van examens voor filmoperateurs. Met de N.V. Philips' gloeilampenfabrieken en de K.E.M.A. werd een com missie ingesteld ter vaststelling van de keuringseischen voor donkere-kamerlampen. Met de Hoofdcommissie voor de Normalisatie in Nederland werd herhaaldelijk samengewerkt in verband met het vaststellen van inter nationale normen op fotografisch en kinematografisch gebied. Ook vertegenwoordigde de directeur van de Fotostichting de Hoofdcommissie op het internationale' fotografische congres te Parijs. Voorts werd met het Nederlandsche comité voor dit congres samengewerkt en als vrucht daarvan een voorstel over de internatio nale normalisatie van de fotografische sensitometrie in gediend, dat te Parijs met algemeene stemmen is aan genomen. Het contact met de bij de Stichting aange sloten organisaties bleef mede van den aangenaamsten aard. Omtrent het wetenschappelijke werk in het laborato rium der Stichting vermeldt het verslag van den direc teur een reeks onderzoekingen, o.a. over de gevoelig heid en kleurgevoeligheid van platen en films, over den achteruitgang van de gevoeligheid tijdens het bewaren, over de gekorreldheid en het oplossend vermogen, over de meting van het latente beeld, over het vaststellen van de brandbaarheid van filmmateriaal. De resultaten van deze onderzoekingen zijn in de internationale weten schappelijke pers gepubliceerd. Door het bestuur werd besloten, dat voortaan ook meer populaire artikelen over het werk der Fotostichting aan de Nederlandsche perio dieken zullen worden verstrekt. Het verslag van den keuringsdienst der Stichting geeft een overzicht van de in het afgeloopen jaar ver richte keuringen. De belangrijkste daarvan waren die, welke betrekking hadden op de brandveiligheid van kinotoestellen en films. Een groot aantal kofferkino's moest worden afgekeurd, doch vele daarvan konden aan de hand van de door de Stichting gegeven advie zen zoodanig worden verbouwd, dat zij bij tweede aan bieding het brandveiligheidscertificaat konden verwer ven. Verscheidene adviezen werden verstrekt aan bur gemeesters in verband met de toepassing van de door den Minister gegeven brandveiligheidsvoorschriften. Voorts werden ook fotografische en kinematogra- fische materialen in opdracht van fabrikanten en im porteurs gekeurd, doch nog lang niet genoeg wordt van deze zijde van de diensten der Stichting gebruik ge maakt. Een keuring door een dergelijk objectief en veel zijdig samengesteld lichaam als de Fotostichting biedt uiteraard de beste waarborgen voor de gebruikers. Tenslotte bevat het verslag een lijst van de door de Stichting gepubliceerde mededeelingen, alsmede een overzicht van het aantal en den aard van de verrichte keuringen. COMMISSIE NIEUWE ZAKEN. De Commissie Nieuwe Zaken heeft tot heden in totaal acht zittingen gehouden, waarvan zes door den Voorzitter, Mr. G. M. Greup en twee door den Vice- Voorzitter, Jhr. Dr. J. C. Mollerus, werden gepresi deerd. Bij de Commissie werden ingediend 17 aanvragen om vergunning tot vestiging eener nieuwe zaak, alle over eenkomstig het bepaalde sub D van het Nieuwe Leden en Zakenbesluit (permanente bioscopen). In totaal zijn thans 16 beslissingen genomen, terwijl één aanvrage voorloopig is aangehouden. In tien geval len werd door de Commissie afwijzend beschikt en in zes gevallen vergunning verleend. In vier van deze gevallen achtte de Commissie het noodzakelijk, speciale voor waarden te stellen. Voorts zij nog vermeld, dat ten aanzien van een zes tal aanvragen een plaatselijk onderzoek door de Com missie 'werd ingesteld. Voorzoover thans bekend, werd tegen een vijftal be slissingen der Commissie N. Z. beroep aangeteekend bij het Hoofdbestuur. De Eerste Kamer der Commissie Nieuwe Zaken heeft in haar zitting van Donderdag, 4 Juni j.1. besloten aan den heer L. H. J. Luxembourg te Arnhem vergunning te verleenen tot het vestigen eener permanente bio scoop in het Luxor Theater te Oss, onder voorwaarde, dat requestrant binnen drie maanden ten genoegen van de Commissie aantoont, dat het Luxor Theater wordt verbouwd tot een volwaardig, modern, aantrekkelijk bioscooptheater met entree aan den openbaren weg en dat zoowel ten behoeve van deze verbouwing als voor de te voeren exploitatie voldoende kapitaal aanwezig is.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1936 | | pagina 2