MAANDELIJKSCHE M E D EDEELINGEN. „bizondere wensch" niets meer of minder bedoelde dan dat hem een belangrijk aantal nog af te nemen films gratis zou worden ge leverd en hem tevens een contract voor gedaagde's productie 1937/ 38 zou worden gegeven; dat de bemiddelaar en gedaagde van den „bizonderen wensch" van eischer uiteraard slechts verwachten konden, dat eischer de een of andere tegemoetkoming of iets dergelijks van geringe importantie van de zijde van gedaagde verlangde en dat een der gelijke wensch, naar de Commissie aanneemt, ook zeker door ge daagde zou zijn vervuld; dat echter de voorwaarden, die eischer later heeft gesteld, van zoo ingrijpenden aard zijn, dat deze zeker niet als .bizondere wenschen" kunnen worden beschouwd; dat bovendien in aanmerking moet worden genomen, dat de be middelaar met instemming van beide partijen aan den heer Geervliet, die toch tegenover gedaagde dezelfde aanspraken als eischer kon laten gelden, eveneens hetzelfde voorstel als aan eischer ter goed keuring heeft voorgelegd en dat de heer Geervliet dit voorstel heeft aanvaard; dat de Commissie ervan overtuigd is, dat eischer op 13 Mei 1936, toen hij verklaarde „in principe" met de schikkingsovereenkomst accoord te gaan, al had hij nog een bizonderen wensch te stellen, zeker niet bedoeld heeft, dat hem een groot aantal films, waarvan de filmhuur een aanzienlijk bedrag vormt, gratis door gedaagde zou worden geleverd en hem tevens een contract voor de productie 1937/38 zou worden gegeven; dat eischer dan ook met zijn „bizonderen wensch" slechts iets op het oog kan hebben gehad, dat in het kader der schikking van onder geschikt belang zou zijn geweest, daar hij anders ongetwijfeld zijn wensch onmiddellijk geformuleerd zou hebben, althans een voorbe houd zou hebben gemaakt; dat eischer zich ook niet erop kan beroepen, dat hij verwachtte, dat alsnog definitieve besprekingen ten aanzien van de schikking zouden volgen, zoodra ook de heer Geervliet zich in principe tot de schikking bereid had verklaard, daar immers op 13 Mei 1936 besprekingen over verschillende detailpunten der te treffen schikking zijn gevoerd, waarbij eischer o.a. zich bereid verklaarde ten behoeve van den heer Geervliet afstand te doen van zijn aanspraken op levering van het journaal van gedaagde; dat uit het vorenstaande volgt, gelijk door de getuigenverklaring des heeren De Hoop wordt gestaafd, dat op 13 Mei 1936 tusschen partijen volledige wilsovereenstemming is bereikt omtrent de schik kingsovereenkomst, volgens welke de eene helft van gedaagde's productie 1936/37 aan eischer en de andere helft aan den heer Geervliet zou worden afgestaan en dat door loting zou worden en inmiddels is uitgemaakt, welk „bloc" dezer productie aan eischer en welk aan den heer Geervliet toekomt; dat eischer dan ook ten onrechte aanspraak maakt op de ver- tooningsrechten van alle films, behoorende tot de Metro-productie 1936/37 voor de gemeente Den Helder, en mitsdien aan eischer zijn vordering moet worden ontzegd met zijne veroordeeling in de ge- schilkosten. De Commissie van Geschillen (Tweede Kamer) heeft in haar zitting van Woensdag, 17 Juni 1936, de navolgende uitspraken ge daan: Inzake het door de N.V. Kinotechniek v.h. firma P. R. van Duinen, gevestigd te Amsterdam op 30 Mei 1936 aanhangig gemaakt geschil contra de N.V. Theater Exploitatie Maatschappij „Het Oosten", exploiteerende het Ooster Theater te Rotterdam, dat de vordering van eischeres (Kinotechniek) moet worden toegewezen en gedaagde (Ooster) mitsdien moet worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag, alsmede de kosten van het geschil, bedragende 20.zulks op grond van de overweging: dat gedaagde geenerlei verweer ter kennis van de Commissie heeft gebracht, terwijl de ingestelde vordering aan de Commissie niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt; dat bovendien die vordering door de aan de Commissie overge legde bescheiden wordt gestaafd; dat derhalve de vordering moet worden toegewezen. Inzake het door de N.V. Kinotechniek, v.h. firma P. R. van van Duinen, gevestigd te Amsterdam op 30 Mei 1936 aanhangig ge maakt geschil contra de N.V. Nederlandsche Theater Exploitatie Maatschappij, exploiteerende het Luxor Theater, gevestigd te Lei den, dat de vordering van eischeres (Kinotechniek), welke door eischeres tot is teruggebracht, moet worden toegewezen en gedaagde (Luxor) mitsdien moet worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag, alsmede in de geschilkosten, bedragende 20.zulks op grond van de over weging: dat gedaagde geenerlei verweer ter kennis van de Commissie heeft gebracht, terwijl de ingestelde vordering aan de Commissie niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt; dat bovendien die vordering door de aan de Commissie overge legde bescheiden wordt gestaafd; dat derhalve de vordering moet worden toegewezen. De Derde Kamer der Commissie van Geschillen heeft in haar zitting van Woensdag 24 Juni 1936 de navolgende uitspraken gedaan: Inzake het door de N.V. Kinotechniek v.h. firma P. R. van Duinen, gevestigd te Amsterdam, op 9 Juni 1936 aanhangig gemaakt geschil contra de N.V. Vereenigd Industrieel Bezit No. 14, vroeger exploiteerende de Schouwburg Bioscoop te Zutfen, dat de vordering van eischeres (Kinotechniek) moet worden toegewezen en gedaagde mitsdien moet worden veroordeeld om het gevorderd bedrag tegen kwijting aan eischeres te betalen, alsmede in de geschilkosten, be dragende 20.zulks op grond van de overweging: dat gedaagde geenerlei verweer ter kennis van de Commissie van- Geschillen heeft gebracht, terwijl de ingestelde vordering aan de Commissie niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt; dat bovendien die vordering door de aan de Commissie overge legde bescheiden wordt gestaafd; dat derhalve de vordering behoort te worden toegewezen. VERZOEKEN OM INSCHRIJVING IN HET NAAM REGISTER. Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naam register gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de ver langde inschrijving, welke vóór 10 Augustus e.k. schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend, raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister. Datum waarop in schrijving ver zocht is 6 Juli 7 1936 10 10 13 13 13 13 13 13 15 15 20 20 20 20 20 20 20 22 22 22 22 22 22 22 23 24 24 Titels waaronder de films in Nederland worden uit gebracht Conflict Raskolnikov De trots van de Marine V.G.G.V. (Van goede ge tuigen voorzien) En tóch trouwden ze. De Ontembare Bewaak dat meisje Purper en Zijde Een gevaarlijk complot Valsche Munters Paniek in den aether Speel niet met Liefde Daar gaat de bruid Het laatste uur Gevaar in den tunnel In moordende galop De geheime Patrouille Met vuisten en revolvers Het Meisje van Buiten Drie Wijze Mannen De Strijd om het Record De Noodlanding in de Nacht Ziegfield, de Revue-koning Vlammende harten Sterren van Broadway De groote sensatie Begeerde vrouwen Tusschen roem en geluk Mademoiselle Mozart Ons is niets te dol De ongeschreven wet De Dood langs den weg Vliegende jeugd Pleegkinderen Incognito getrouwd Neerlands energie in de Tropen Ik zal handhaven Het Onzichtbare Front De Geheimzinnige Vinger afdruk De Gangster Acteur Amor in Negligée Bloedgeld De Dans op het Schavot Wij zijn maar Menschen Arme Rijken Drieen Christine De getemde Draak Ein Walzer aus Wien Oogst Oranje Hein I Vrouwennoodlot De Witte Engel De Club der Zonderlingen Massa-Justitie Naam van den houder der exploitatie-rechten Tobis Filmdistrib. N. V N.V. Loet C. Barnstijns Standaard Films N.V. Metro-Goldwyn- Mayer Film Maatsch. Warner Bros First National Pictures N.V' Melior Films. Mij. Cinetone, Afd. Film- verhuur N.V. Marconi; N.V. Paramount Films. N.V. Ned. Mij. voor Cinematografie Filmfabr. Polygoon.. France Europe Film. N.V. Filma Universal Film Agency N.V. N.V. Monopole Film Warner Bros. First National Pictures N.V. NV. Metro-Goldwyn Mayer N.V. Metro-Goldwyn Mayer Hiervoor vervalt de titel: „Zijn gouden stem"

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1936 | | pagina 8