Ons bedrijf onder gedeprecieerde munt No. 30 3 OCTOBER 1936 J. J. UITGAVE VAN DEN j» NEDERLANDSCHEN BIOSCOOP-BOND ACHTERGRACHT J9 J* AMSTERDAM-C. DIT ORGAAN VERSCHIJNT TEN MINSTE j» j* ÉÉNMAAL PER MAAND «s» Het feit, dat de Nederlandsche Regeering door de monetaire maatregelen van andere landen gedwongen is geworden den gouden standaard tijdelijk los te laten, zoodat thans een natuurlijke depreciatie van den gulden tegenover buitenlandsche valuta te wachten is, kan van zelfsprekend ook aan het film- en bioscoopbedrijf niet ongemerkt voorbijgaan. De situatie, als gevolg van deze omwenteling van ons betalingsmiddel ontstaan, is daarom onmiddellijk door het Hoofdbestuur onder de oogen gezien. En het zijn wel de volgende drie punten, waaraan het Hoofdbestuur in het bijzonder zijn aandacht heeft gewijd. Eerstens de moeilijkheden, welke voor de filmimpor- teurs, voor de filmverhuurders in het algemeen, ontstaan doordat ze ten opzichte van het buitenland verplichtin gen zijn aangegaan, welke door de depreciatie van onze munt wellicht tot belangrijke verliezen zullen kunnen leiden. Natuurlijk is zulks niet met iedereen het geval. Ook de filmimporteurs immers brachten bij het verrichten hunner transacties verschillende systemen in toepassing. Sommigen kochten in guldens, anderen, die in buiten landsche valuta afsloten, zorgden voor voldoende dek king. Vooralsnog hebben dus alleen zij nadeel van de wijziging onzer monetaire positie, die deze voorzorgs maatregelen niét namen of niet konden nemen en der halve het koersverlies ten opzichte van het buitenland moeten bijpassen. Of. en in hoever ten behoeve van deze groep van gedupeerden van Bondswege bescher mende maatregelen zullen kunnen worden genomen, zal mettertijd nader door het Hoofdbestuur onder het oog moeten worden gezien. Tweedens is in overweging genomen de vraag of.de Bondsbesluiten, die min of meer een crisiskarakter dra gen, moeten verdwijnen, voor zoover ze reeds genomen zijn, dan wel niet genomen moeten worden, voor zoover ze in voorbereiding zijn. De overweging van deze vraag kon uiteraard slechts 'een T oorloopig karakter dragen; dergelijke ingrijpende besluiten kunnen immers eerst in het licht van de nieuwe verhoudingen worden bezien, dus eerst dan, wanneer de gevolgen van de gewijzigde monetaire politiek der regeering zich duidelijk hebben afgeteekend. Alleen ten aanzien van het concept-prijzenreglement heeft het Hoofdbestuur in zoover een meer definitieve houding aangenomen door te besluiten het voorstel tot invoering van dit reglement voorloopig terug te nemen en de buitengewone ledenvergadering, die in verband hiermede op Maandag 12 October a.s. zou worden ge houden, geen doorgang te doen vinden. Dit concept had immers zijn ontstaan te danken aan den voortdurenden drang naar goedkoopere producten, dus ook naar goedkoopere gelegenheid tot bioscoopbe zoek. Aan dezen drang werd door verschillende exploi tanten maar al te zeer toegegeven, zoodat de entree prijzen gevaar liepen beneden het niveau te dalen, dat onder de gegeven omstandigheden redelijk en wensche- lijk moest worden geacht. Kortom het concept-prijzenreglement wilde een verdere daling van de minimum-prijzen tegengaan. Nu echter, dank zij de gewijzigde omstandigheden, eerder een tendenz tot prijsverhooging is ingetreden, behoeft vooralsnog geen vrees voor verdere entreeprijs- verlaging meer te bestaan. Vandaar, dat de urgentie van het onderhavig regle ment is verdwenen. Thans kan rustig worden afge- Gécn ledenvergadering op 12 October. Zooals in nevenstaand artikel wordt medegedeeld, zal de buitengewone ledenvergadering, welke op Maan dag 12 October a.s. zou worden gehouden, geen door gang hebben, aangezien het voorstel inzake invoering van een prijzenreglement om redenen, welke eveneens in dit nummer van de Maandelijksche Mededeelingen worden uiteengezet, voorloopig door het Hoofdbestuur is teruggenomen. Het is vanzelfsprekend, dat voorloopig eveneens bui ten werking is gesteld artikel 17 van bedoeld reglement, volgens hetwelk het aan elke permanente en reizende bioscoop verboden is om „na den dag waarop de agen da is verzonden voor de Algemeene Ledenvergadering van den Bond, waarop het voorstel tot vaststelling van dit Reglement wordt bekend gemaakt, van reeds be staande minimumprijzen verlaging, alsmede nog niet be staande minimumprijzen aan te kondigen of in te voe ren."

Historie Film- en Bioscoopbranche

Ledenbulletin en maandelijkse mededelingen | 1936 | | pagina 1