INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER
10
dat evenmin deze clausule geacht kan worden tot de in
filmverhuurcontracten gebruikelijke voorwaarden te behooren;
van 7 November 1935 de positie van beide partijen duidelijk
is geregeld;
dat echter, wanneer men aanneemt, gelijk de Commissie
heeft gedaan dat de overeenkomst van 7 November 1935
is tot stand gekomen, uitsluitend deze overeenkomst zonder
meer als leiddraad dient te worden genomen;
dat uit het vorenstaande volgt, dat een overeenkomst, als
in het door eischeres aan gedaagde gezonden contractsformu
lier is omschreven, althans voor zoover het betreft de voren
bedoelde clausule, waarbij het recht van gedaagde om de
journaals in buitengewone voorstellingen te vertoonen zou
worden beperkt, niet geacht kan worden tusschen partijen te
zijn tot stand gekomen, waarbij in aanmerking dient te wor
den genomen, dat het eerste journaal en de contracsformulie-
ren op denzeifden dag door gedaagde werden ontvangen, zoo
dat zij practisch niet in de gelegenheid was kennis: van den in
houd van het contract te nemen, alvorens het journas1 ver
toonen;
dat mitsdien aan eischeres haar vordering moet worden ont
zegd met hare veroordeeling in de geschilkosten, bedragende
20.—.
De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van den Ne-
derlandschen Bioscoop-Bond heeft in haar zitting van Woens
dag, 4 November 1936 inzake het door de N.V. Oostra Toon-
film, gevestigd te Amsterdam op 2 November 1936 aan
hangig gemaakt spoedgeschil contra den heer" G. Lewin, ex
ploitant van het Roxy Theater te Leiden, uitspraak gedaan,
dat de vordering van eischeres moet worden toegewezen en
gedaagde (Lewin) mitsdien moet worden veroordeeld om
tegen kwijting aan eischeres te betalen het gevorderd bedrag,
alsmede in de kosten van het geschil, bedragende 20.zulks
op grond van de overweging:
dat eischeres stelt, dat gedaagde blijkens geaccepteerden
wisselbrief aangenomen heeft haar op 25 October 1936 te
betalen de somma van dat gedaagde deze verplich
ting niet is nagekomen, weshalve op 27 October 1936 dooi
den deurwaarder J. H. Oosterwijk geprotesteerd is van non-
betaling; dat eischres derhalve van gedaagde vordert betaling
van alsmede van de protestkosten;
dat gedaagde er zich op beroept, dat deze wisselbrief ten
bedrage van strekt voor betaling van filmhuur van
zes films op grond van een reeds op 10 Augustus 1936 geëx-
pireerde overeenkomst en dat eischeres haar heeft toegezegd,
dat de wisselbrief zou worden verlengd, indien op den ver
valdatum deze films nog niet door gedaagde van eischeres
zouden zijn afgenomen;
dat eischeres ontkent een toezegging als hiervoren bedoeld
aan gedaagde te hebben gedaan;
dat het beroep van gedaagde dan ook ongegrond moet
worden geacht;
dat weliswaar gedaagde voorts aanvoert, dat eischeres haar
een film heeft geleverd, op de kwaliteit waarvan ernstige aan
merkingen door gedaagde zijn gemaakt, en tevens, dat eische
res in gebreke zou zijn gebleven aan gedaagde opgave te ver
strekken van de namen der nog te leveren films, hetgeen door
eischeres wordt betwist, doch dat een en ander buiten het
kader van het geschil geacht moet worden te vallen en verder
onbesproken kan blijven;
dat de vordering van eischeres als zijnde gegrond dan ook
behoort te worden toegewezen en gedaagde mitsdien moet
worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres te beta
len het gevorderd bedrag, alsmede in de geschilkosten.
De Commissie van Geschillen (Derde Kamer) van den
Nederlandschen Bioscoop-Bond heeft in haar zitting van
Woensdag, 14 October 1936 inzake het door Mevr. de Wed.
J. Peterse (verder te noemen partij-Peterse), exploiteerende
het Luxor Theater te Oosterhout op 15 September 1936 aan
hangig gemaakt geschil contra de N.V. Paramount Films
(verder te noemen partij-Paramount), gevestigd te Amster
dam, die op haar beurt in vrijwaring heeft opgeroepen den
heer P. van Twisk (verder te noemen partij-Van Twisk), ex
ploitant van het Tivoli Theater te Den Helder, uitspraak ge
daan, dat de vordering van partij-Peterse moet worden toe
gewezen en partij-Van Twisk moet worden veroordeeld om
tegen kwijting aan partij-Peterse te betalen het gevorderd be
drag ad alsmede een bedrag van 10.voor ver
goeding van reiskosten en bovendien in de geschilkosten, be
dragende 20.zulks op grond van de overweging:
dat partij-Peterse stelt, dat partij-Paramount haar op Vrij
dag, 21 Augustus 1936 contractueel te leveren had de film
„Nachten in Chinatown", doch dat zij deze film eerst op
Zaterdag, 22 Augustus heeft ontvangen; dat zij dientenge
volge op Vrijdag, 21 Augustus geen bioscoopvoorstelling
heeft kunnen geven, waardoor zij ernstige schade heeft gele
den, welke schade zij heeft begroot op dat zij der
halve van partij-Paramount vordert een schadevergoeding
van jalsmede een vergoeding van 10.voor de
reiskosten in verband met haar verschijnen ter zitting van de
Commissie van Geschillen;
dat partij-Paramount zich er o" beroept, dat het aan partij-
Van Twisk, die de vorengenoemde film naar Oosterhout had
moeten zenden, te wijten is, dat de films niet tijdig in Ooster
hout is gearriveerd, doordat zij de film in plaats van naar
Oosterhout naar Amsterdam heeft gezonden;
dat partij-Van Twisk heeft erkend, dat de vertraagde door
zending van de film aan haar is te wijten;
dat mitsdien de vordering van partij-Peterse, als zijnde ge
grond, behoort te worden toegewezen en partij-Van Twisk
behoort te worden veroordeeld partij-Paramount te vrijwaren
voor de gevolgen van toewijzing van de vordering van partij-
Peterse;
dat derhalve partij-Van Twisk moet worden veroordeeld om
aan partij-Peterse te betalen het gevorderd bedrag en een
bedrag van 10.voor vergoeding van reiskosten, alsmede
in de geschilkosten.
Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister,
zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in
het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren
tegen de verlangde inschrijving, welke vóór 25 November e.k.
schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend,
raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister.
Datum
Titels waaronder de films
Naam van den
schrijving
zocht
ver
is
in Nederland worden uit
gebracht
houder der ex
ploitatie-rechten
24 Sept.
1936
Kreutzersonate 1)
Ufa
28 Oct.
Vogelvrij 2)
Metro
29
Ik heb een dokter ge
huwd 3)
Warner
29
De misdaad van dokter
Forbes
Fox
29
Charlie Chan op de ren
baan
29
Pit-Tah, de grijze wolf
29
De koning der Rif-kabylen
29
De laatste slavenhandelaar
30
Charlie Chan in de opera
30
Menschensmokkelaars
31
De spion
Ufa
31
Das Madchen vom Ballett
4 Nov.
Vernietiging
Centrafilm
4
Klokslag twaalf
France Europe
4
De man zonder hart
1) Hiervoor vervalt de gelijknamige titel, welke is inge
schreven ten name van de Tobis Filmdistributie N.V.
2) Hiervoor vervalt de titel „Robin Hood van El Dorado".
3) Hiervoor vervalt de titel „De vrouw die terugkwam".