OFFICIEEL ORGAAN
BIOSCOOPBEDRIJF EN TELEVISIE-VRAAGSTUK
VAN DEN NEDERLANDSCHEN BIOSCOOP-BOND
CONCLUSIES IN HET BUITENLAND
Eenigen tijd geleden lanceerden wij in dit
orgaan het televisievraagstuk met een artikel,
waarin wij de nauwe verwantschap aantoonden
tusschen televisie en film, alsook het verband, dat
dientengevolge logischerwijze zal bestaan tusschen
de exploitatie van eerstgenoemde vinding en ons
bedrijf. Wij spraken daarbij de hoop uit mettertijd
gewag te kunnen maken van de opvattingen, welke
in de kringen van het film- en bioscoopbedrijf in
het buitenland nopens het televisievraagstuk naar
voren komen.
Wellicht vermogen wij door een beknopte weer
gave van eenige ons ter beschikking staande ge
gevens, aan onze lezers een indruk te geven van
de opinie, zooals deze zich bij onze bedrijfsgenooten
in Engeland en Amerika nopens dit vraagstuk heeft
gevormd.
Reeds in het najaar van 1935 werd door de
bioscoopexploitanten in Engeland aandacht be
steed aan de mogelijkheden der televisie en reke
ning gehouden met een spoedige practische toepas
sing dezer nieuwe vinding.
Zoo spraken verschillende aanwezigen in een
vergadering van de Afdeeling Leeds van de Cen
tral Exhibitors Association als hun overtuiging uit,
dat het tijd werd, dat van de zijde der Association
stappen werden ondernomen met betrekking tot
het nieuwe vraagstuk. Men achtte het o.a. wen-
schelijk, dat een bijeenkomst zou worden belegd
van vertegenwoordigers van het film- en bioscoop
bedrijf en van hen, die zich speciaal met de tele
visie bezighouden, onder welke laatsten men voor
namelijk de B.B.C, verstond, waarvan toen bekend
was geworden, dat zij in den loop van 1936 een
televisiedienst zou gaan ondernemen. Achteraf be
keken had men destijds een wel wat al te hoogen
dunk van de aanvankelijke toepassing in de prac-
tijk. Men verwachtte n.1. televisie-demonstratie
theaters voor duizend bezoekers, een exploitatie
vorm, die wel eenigszins afwijkt van de wijze,
waarop de televisie zich thans, vier maanden later
dan was aangekondigd, in Londen heeft aange
diend.
Verschillende directeuren stonden een bespre
king voor met de B.B.C., welke ten doel zou moeten
hebben de B.B.C, van haar voornemen af te bren
gen; mocht zulks niet gelukken, dan zou een krach
tiger actie moeten worden gevoerd.
Blijkens de verslagen van verschillende verga
deringen vreesde men in bioscoopkringen voorna
melijk, dat de televisie-uitzendingen zich het eerst
zouden werpen op actualiteiten, waardoor de jour
naals voor het bedrijf aan waarde zouden verlie
zen. Van Bestuurszijde heeft men daarop een on
derzoek ingesteld naar de ontwikkeling der tele
visie. Het resultaat van dit onderzoek was, dat
men vaststelde, dat de televisie eerlang practische
beteekenis zou gaan krijgen. Afgaande op de erva
ringen, welke men had opgedaan, scheen het uitge
maakt te zijn, dat de basis der televisie voorname
lijk zou berusten op het gebruik van films. Men
schatte, dat de televisie in Londen zou beginnen
met ongeveer 3000 toestellen (een niet geringe
overschatting, nu men immers achteraf weet, op
1