cieele factor van beteekenis blijkt te worden. In
plaats van wantrouwen immers hebben wij thans
een groote mate van vertrouwen. Reeds verschei
dene jaren wachten zoowel de menschen van het
vak als het groote publiek op de komst van de
televisie. Het rapport stelt vast. dat het filmbedrijf
psychologisch derhalve op de komst van de televisie
is voorbereid. Daarbij heeft het filmbedrijf thans
het voordeel, dat het beschikt over een staf van
terzake kundig personeel, dat in staat is de voort
schrijding der televisietechniek te volgen en dan
ook tijdig kan waarschuwen, wanneer belangrijke
veranderingen op til zijn. Dit alles, alsook het feit,
dat de televisie met groote technische en commer-
cieele moeilijkheden te kampen heeft, sluit de mo
gelijkheid uit, dat het filmbedrijf op dit gebied voor
plotselinge verrassingen komt te staan.
De Commissie geeft als haar eindconclusie weer,
dat het, revolutioneerende uitvindingen daargela
ten, practisch onmogelijk is, dat binnen afzienba-
ren tijd het televisie-beeld even groot zal zijn als
het tegenwoordige filmbeeld en dat de plattelands
gebieden door de televisie kunnen worden bestre
ken.
Ook de Amerikaansche regeering heeft zich ten
opzichte van het televisievraagstuk niet onbetuigd
gelaten. Teneinde te kunnen vaststellen of en zoo
ja, wanneer en hoe dit nieuwe communicatiemiddel
als een concurrente moet worden beschouwd voor
de film, de pers en de radio alsook met het doel in
de toekomst door een aantal maatregelen de tele
visie onder haar controle te kunnen houden, heeft
zij de Federal Communications Commission te
Washington opgedragen een enquête in te stellen
onder de leiders van de filmindustrie, pers, radio
en televisie. Uit de verklaringen van de kopstuk
ken van radio en televisie valt op te maken, dat
zij in de nieuwe vinding slechts een aanvulling
zien van de reeds bestaande vormen van amuse
ment. Men betoogde, dat de televisie technisch ge
sproken een voldongen feit is, waarbij men echter
toegaf dat zij nog geen handelswaarde heeft. Alge
meen was men het er over eens, dat de uitzending
moet worden gehouden op een gezonde economi
sche basis en wel in streng zakelijken zin, zulks
met het oog op de geweldige kapitalen, die er mede
gemoeid zijn. Men vond het wenschelijk, dat het
principe der onderlinge concurrentie gehandhaafd
blijft, opdat het publiek van een geregelde service
verzekerd is, Betoogd werd, dat slechts door expe-
rimenteering en geleidelijke ontwikkeling getracht
moet worden het grootst mogelijke resultaat van de
nieuwe technische verbeteringen te verkrijgen,
zoodat grove fouten worden vermeden, terwijl
alleen die personen en organisaties, die reeds be
wezen hebben groot verantwoordelijkheidsgevoel
te bezitten, de beschikking zouden mogen krijgen
over een der beschikbare golflengten. De verte
genwoordigers van de filmindustrie bepaalden zich
er bij deze enquête in hoofdzaak toe, zich te refe-
reeren aan het rapport, uitgebracht door de voren
genoemde commissie van de Academy of Motion
Picture Arts and Sciences.
De Twentieth Century Fox bepleitte nog, dat
ten behoeve van filmtelevisie of radiodienst vier
golflengten zouden worden toegewezen, aangezien
zij het beschikbaar stellen van een golflengte in
elk der vier beschikbare korte golfbanden wen
schelijk achtte voor de filmindustrie. Wanneer men
immers deze vier, ver uiteen liggende golflengten,
zou kunnen benutten, zou het voor een groot aan
tal filmmaatschapijen mogelijk zijn om gelijktijdig
uit te zenden, zonder elkaar te storen.
Welke merkwaardige mogelijkheden men overi
gens in de kringen, die voor de Federal Communi
cations Commission aan het woord kwamen, in de
televisie ziet, moge nog duidelijk worden uit de
mededeelingen van eenige technici, die verklaar
den, dat, dank zij de perfectionneering van de
hoofdfrequentie op kortegolf, millioenen in de na
bije toekomst hun eigen, let wel niet televisie-ont
vangere, doch -zenders zouden kunnen hebben.
Zoo zou het, volgens deze verklaringen o.m. mo
gelijk zijn, dat de kranten door den aether wor
den gezonden", doordat zij in fascimile op het tele
visiedoek verschijnen
Tenslotte verdient nog de aandacht de opvat
ting van de leden der Federal Communications
Commission, dat men zoo goed als zeker kan aan
nemen, dat de televisie nimmer van films gebruik
zal maken.
Tot zoover deze enkele gegevens uit het buiten
land, die, hoewel soms wat tegenstrijdig, soms wat
al te optimistisch ook, niet mogen worden onder
schat. Natuurlijk is het heel goed mogelijk, dat al
deze rapporten en adviezen over een jaar of twee
niet meer de minste waarde hebben, aangezien het
vraagstuk nog in een zoodanig stadium is, dat de