thans meest gebruikelijke televisiemethoden binnen
korten tijd, dank zij nieuwe vindingen, door geheel
andere vervangen worden. Het liefst zouden wij
ons voorloopig willen houden aan de conclusies
van de commissie uit de Academy of Motion Pic
ture Arts and Sciences. Tusschen al de met vette
koppen gedrukte berichten in buitenlandsche vak
bladen, die bij nader doorlezen dikwijls niets om
het lijf blijken te hebben en de vele geruchten en
onderstellingen, die alom zonder eenigen grond
worden gemaakt lijken ons deze conclusies nog het
meest de werkelijkheid te benaderen en te getui
gen van een gezond doorzicht, van een nuchteren
en niettemin breeden kijk op de mogelijkheden,
welke voor de naaste toekomst in de nieuwe vinding
liggen opgesloten.
Wellicht hebben we een volgenden keer gele
genheid na te gaan, welke resultaten aanvankelijk
met de practische toepassing van de televisie zijn
verkregen en eenige indrukken weer te geven van
hen, die met een kleinere of grootere mate van des
kundigheid van deze resultaten konden kennis
nemen.
KINDERVOORSTELLINGEN IN DE SINT
NICOLAASWEEK.
In verband met de vele verzoeken, welke bij het
Hoofdbestuur zijn ingekomen ten aanzien van
kindervoorstellingen in de St. Nicolaasweek heeft
het Hoofdbestuur mede met het oog op een bin
nenkort aanhangig te maken wijziging van het be-
drijfsbesluit inzake filmlevering aan koopmans
zaken bepaald, dat gedurende het tijdvak van
30 November tot 7 December e.k. dit bedrijfsbe-
sluit niet van toepassing behoeft te
worden geacht op kindervoorstel
lingen, welke door winkeliers hetzij alleen,
hetzij in samenwerking met anderen in bioscoop
theaters worden gegeven.
Het doen verstrekken van gratis plaatsbewijzen
voor andere dan speciale kindervoorstellingen is
natuurlijk niet geoorloofd.
Het bedrijfsbesluit blijft ook gedurende voren
bedoelde periode volledig van toepas
sing op alle andere reclamevoorstellingen, dan
vorengenoemde kindervoorstellingen, waarbij nor
male films worden vertoond, alsmede op het doen
uitreiken van plaatsbewijzen voor de gewone
voorstellingen bijwijze van cadeau-artikelen.
DE SMALFILM ONDER DE BIOSCOOPWET.
Te Utrecht is dezer dagen een vergadering ge
houden van een aantal vertegenwoordigers van
plaatselijke commissies van toezicht op de bio
scopen.
Mede waren aanwezig de voorzitter der Cen
trale Commissie voor de Filmkeuring, de heer D.
van Staveren en de secretaris der Huishoudelijke
Commissie, de Heer Mr. Bijdeveld.
Hoofdschotel van de bijeenkomst was een inlei
ding van den heer H. Korfker, lid der plaatselijke
commissie van toezicht te Zaandam, die onder den
titel: „Na acht jaar practijk van de Bioscoopwet",
uitvoerig de werking van de wet naging, meer
speciaal in verband met de werkzaamheden der
plaatselijke commissies van toezicht.
Bij de gedachtenwisseling kwam o.m. aan de
orde de vraag, wat een openbare filmvertooning
is. Deze vraag is in dezen tijd zeer urgent, nu de
smalfilm haar intrede in het vereenigingswezen
gedaan heeft en smalfilms allerwege worden ver
toond.
Daarbij kwam wel vast te staan, dat volgens al-
gemeene opinie ook de smalfilm onder de bioscoop
wet valt en dus niet in het openbaar vertoond mag
worden, zonder te voren door de Rijksfilmkeuring
te zijn gekeurd. Iedere te vertoonen smalfilm moet
dus gedekt zijn door een keuringskaart en de leden
der plaatselijke commissies van toezicht hebben
dan ook niet alleen het recht, doch ook den plicht
daarop toezicht uit te oefenen.
Ten aanzien van de vraag, wat een openbare
voorstelling is, schijnt op verschillende plaatsen
verschillend geoordeeld te worden en speciaal ten
aanzien van de vraag of een vertooning, die een
vereeniging voor leden en introducees, al dan niet
tegen toegangsprijs geeft, openbaar is of niet.
Deze kwestie is zeer moeilijk, omdat hierover
geen uitspraak van ons hoogste rechtscollege be
staat. Wel geldt als algemeene jurisprudentie, dat
bijeenkomsten, die niet uitsluitend voor de leden
der vereeniging doch ook voor anderen, hetzij in
troducees of iedereen, toegankelijk zijn, als open
bare bijeenkomst dienen te worden beschouwd.
Wordt in zulk een bijeenkomst een smalfilm ver
toond, dan moet niet slechts de film gekeurd zijn,
doch ook de onderneming moet machtiging van B.
en W. hebben om films te vertoonen.
Wij zien hierin dus een bevestiging van het
standpunt, hetwelk wij in ons nummer van 17 Sep
tember j.1. innamen ten opzichte van de kwestie of
op de exploitatie van smalfilmvoorstellingen de be
palingen der Bioscoopwet van toepassing geacht
moeten worden.
Wij betoogden toen, zulks naar aanleiding van
een beslissing van Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland, in een uitvoerig artikel op naar