OFFICIEEL ORGAAN
VAN DEN NEDERLANDSCHEN BIOSCOOP-BOND
EEN OVERGANGSBESLUIT
Met groote eenstemmigheid is op Maandag, 1
Februari 1937 door de Algemeene Ledenvergade
ring van den Nederlandschen Bioscoop-Bond een
zgn. „Overgangsbesluit" genomen, dat op 17
Februari a.s .tijdelijk in de plaats treedt van het
alsdan expireerende Nieuwe Leden- en -Zaken-
besluit".
Dit is in drie jaar tijds het derde besluit van
den Bond met betrekking tot de vestiging van
nieuwe zaken op het gebied van film- en bioscoop
bedrijf.
Bij de samenstelling van het Nieuwe Leden- en
Zakenbesluit in Februari 1936 is er naar ge
streefd om van het plotseling op 11 Februari 1935
genomen nood-besluit te komen tot een over
gangsperiode, welke spoedig zou kunnen leiden
naar een ongehinderde ontplooiing van alle takken
van het film- en bioscoopbedrijf.
Deze overgangsperiode is thans ingeluid.
Het besluit van 11 Februari 1935 was te be
schouwen als een noodmaatregel; het sloot ons
bedrijf hermetisch af.
Door het Nieuwe Leden- en Zakenbesluit van
10 Februari 1936 werd de mogelijkheid wederom
geopend om, ingeval de economische omstandig
heden zich daartegen niet verzetten, wel nieuwe
zaken op te richten, waarbij echter elk geval ge
toetst zou moeten worden aan de normen, welke
hiervoor in het besluit waren gesteld.
Alleen ten aanzien van het filmverhuurbedrijf
en van het bedrijf der reizende bioscopen werd
bepaald, dat voorloopig tot 17 Februari 1937 in
deze bedrijven geen nieuwe zaken zouden mogen
worden opgericht.
De importantie zoowel van het nood-besluit van
1935 als van het Nieuwe Ltden- en Zakenbesluit
van 1936 noopte ons daaraan telkens een tijdelijk
karakter te geven en den duur ervan derhalve te
bepalen op telkens ten hoogste een jaar.
Hierdoor was ons bedrijf steeds weer ten spoe
digste in de gelegenheid om de eenmaal genomen
besluiten te toetsen aan den toestand van het be
drijf in het algemeen, zoowel als aan dien van
het eigen bedrijf in het bijzonder en zich zoo noo-
dig aan te passen aan de zich snel wisselende
omstandigheden, zoodat het gevaar van verstar
ring zooveel mogelijk werd voorkomen.
Vanzelfsprekend had het Hoofdbestuur zich
reeds geruimen tijd afgevraagd, wat er na 17
Februari, den expiratiedatum van het Nieuwe Le
den- en Zakenbesluit. diende te geschieden.
Hierbij dient in aanmerking te worden genomen,
dat het Hoofdbestuur een statutenwijziging in
voorbereiding heeft, waarbij er van uit is gegaan,
dat verschillende voorschriften, vastgelegd in be
staande bedrijfsbesluiten en reglementen in een of
meer bedrijfsreglementen moeten worden samen
gevat, herzien en aangevuld, zóó, dat zij meer bin
nen organisch verband worden gebracht en passen
in het raam van de huidige tijdsomstandigheden.
Alvorens het Hoofdbestuur echter met zijn om
vangrijke taak gereed zal zijn en de Koninklijke
Bewilliging op de statutenwijziging zal zijn ver
kregen, verloopen er allicht eenige maanden.
1