Buitengewone Spoed=ledenvergadering
Maandag 1 Februari is in een der zalen van
Hotel Kransnapolsky een drukbezochte buitenge
wone spoed-ledenvergadering gehouden.
Omstreeks half vier opende de Bondsvoorzitter,
de heer D. Hamburger Jr. de vergadering met een
hartelijk woord van welkom, daarbij in het bijzon
der begroetend den Eerevoorzitter van den Bond,
den heer W. Mullens.
Alvorens met de behandeling der agenda een
aanvang te maken, richtte spr. zich namens het
Hoofdbestuur met een ernstig woord tot de aan
wezigen.
Ondanks de crisisjaren mogen wij, aldus de
Bondsvoorzitter, over den gang van zaken in ons
bedrijf tot op heden in het algemeen genomen niet
ontevreden zijn. Er zijn immers tal van bedrijven,
die minder goed gaan. Niettemin moet de toestand
van dien aard worden geacht, dat deze, nu de
crisis kentert en een betere conjunctuur schijnt aan
gebroken, onze zeer bijzondere zorg en aandacht
vereischt.
Er zijn immers verschillende zaken, zoowel in
het theater- als in het filmverhuurbedrijf, die geen
of nagenoeg geen bevredigende resultaten ople
veren.
Met het oog hierop meent het Hoofdbestuur, dat
in de naaste toekomst maatregelen moeten worden
genomen teneinde te bereiken, dat bepaalde ge
bruiken bijv., welke tot op heden bestaan, plaats
maken voor andere, welke beter ingesteld zijn
op de behoeften van dezen tijd.
Voor zoover er voorts misstanden zijn binnen
geslopen, zullen deze plaats moeten maken voor
een gezonden toestand, zulks in het belang van
beide bedrijfsgroepen, in den Bond vereenigd. Om
zulk een belangrijke taak te kunnen volbrengen is
het noodzakelijk, dat wij elkaar begrijpen en die
nen, om zoo met elkaar op de meest gezonde basis
de betere conjunctuur, die hoogstwaarschijnlijk in
aantocht is, met de beste kansen tegemoet te
gaan
Het beste bewijs van den oprechten wil om dit
gemeenschappelijk belang te dienen, kunnen allen
leveren, wanneer zij zich eensgezind uitspreken
voor het belangrijke voorstel, dat hedenmiddag
aan de orde is.
Het voorstel besprekend, wijst spreker er op,
dat geen van beide groepen in het bedrijf daardoor
voor honderd procent haar wenschen in vervulling
ziet gaan.
Het heeft hem daarom genoegen gedaan, zoowel
tijdens de besprekingen met de Afdeelingen als
tijdens de ledenvergadering van de Bedrijfsafdee-
ling Filmverhuurders te hebben kunnen consta-
teeren, dat men met beide beenen wil gaan staan
in de realiteit.
Beide groepen in het bedrijf hebben elkaar meer
dan ooit broodnoodig, daarom blijft spreker er op
aandringen de samenwerking zoo volkomen mo
gelijk te doen zijn.
Krijgen de bioscopen minder bezoekers, dan zal
de filmverhuurder op slag de gevolgen daarvan
ondervinden.
Een te hooge filmhuur voorts is uit den booze,
maar, zoo vervolgt spreker, laten de exploitanten
inzien, dat, indien zij te weinig filmhuur betalen,
het niet mogelijk is films van kwaliteit te impor
teeren.
Men bedenke hierbij vooral, dat, wanneer niet
steeds betere films ter vertooning kunnen worden
gebracht, ons bedrijf ten doode opgeschreven is.
Daarom wijst spr. er met nadruk op, dat het
misbruiken van bijzondere posities noch aan de
exploitanten, noch aan de verhuurders kan worden
toegestaan.
Hier staat het algemeen belang van het bedrijf
op het spel en daarom zal het Hoofdbestuur tegen
welken mistoestand ook met alle kracht optreden
en voorzoover noodig de juiste maatregelen nemen.
Het film- en bioscoopbedrijf in Nederland ver
keert in de gelukkige omstandigheid, dat het het
in eigen handen heeft steeds die maatregelen te
nemen, welke in het belang van het bedrijf nood
zakelijk zijn.
Spreker besluit met een krachtige opwekking
om van deze groote macht een goed gebruik te
maken.
Een flink applaus beantwoordde de inleidende
woorden van den Bondsvoorzitter.
De notulen van de buitengewone algemeene
ledenvergadering, gehouden op 7 December 1936,
worden goedgekeurd.
In de Commissie voor het nazien van de notulen
dezer Spoed-ledenvergadering worden benoemd
de heeren Frist. Kinsbergen Paerl en van der
Wilde.
Aan de orde is hierna het voorstel van het
Hoofdbestuur tot vaststelling ingevolge art. 31 der
Statuten van het zgn. „Overgangsbesluit", hetwelk
elders in dit nummer volledig staat afgedrukt.
De Bondsdirecteur, de heer A. de Hoop, deelt
mede, dat van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuur
ders een motie is ingekomen, welke een wijziging
van het bepaalde sub D, van het voorgestelde be
sluit beoogt in dier voege, dat het besluit van
kracht blijft voorloopig tot 1 September 1937 en,
indien alsdan de Koninklijke bewilliging op de in
middels gewijzigde Statuten nog niet is verkregen,
tot op den dag, waarop deze bewilliging is afge
kondigd.
De heer van Biene (Tobis, Amsterdam) zegt,
dat de redactie aldus niet tot uiting brengt wat in
de vergadering der filmverhuurders is uitgespro
ken. Het woord voorloopig kwam in de oorspron
kelijke motie niet voor, terwijl bovendien door de
betreffende vergadering is uitgesproken, dat de