Wat de verdere verhouding van de organisaties onderling en van de organisaties tot de „Katho lieke actie voor de goede film" betreft, deze zal in overleg met de „Commissie van deskundigen" nader worden bepaald. Het statuut van deze ver houding zal o.m. de verplichting tot erkenning van de uitspraken der officieele katholieke keuring, de verplichting om als onderdeel der Katholieke Actie andere aangesloten organisaties niet open lijk te bestrijden enz. bevatten. Het hoofdcomité kan te allen tijde de erkenning van een organisatie als onderdeel van de Katho lieke Actie intrekken. Hiervan staat beroep open op het Episcopaat." Hiermede is de voornaamste inhoud van het katholiek concentratieplan aangegeven. Blijkbaar is dit plan een uitvloeisel van de in den zomer van 1936 verschenen Pauselijke Ency cliek „Vigilante Cura", welke geheel handelt over film en bioscopen. Destijds namen wij reeds met groote belangstel ling kennis van dit magistrale document, dat ons niet alleen getroffen heeft door de wijze, waarop het het katholieke standpunt ten opzichte van de film ontwikkelde, maar ook door zijn realiteitszin en door de uit een breeden kijk op het moderne leven voortkomende erkenning van de geweldige beteekenis der film en van de belangwekkende rol, welke het film- en bioscoopbedrijf dientengevolge in de hedendaagsche samenleving is gaan spelen. Het Pauselijk schrijven stelt vast, dat onder de moderne ontspanning de bioscoop van de laatste jaren onbetwistbaar een plaats van universeel be lang is gaan innemen. „Het is overbodig, te herinneren aan het feit, aldus de Encycliek, dat millioenen dagelijks de voorstellingen bijwonen, dat de zalen voor deze voorstellingen in steeds grooter getale bij alle beschaafde en half-beschaafde volken geopend worden; dat de cinema de meest populaire van alle vormen van vermaak geworden is die ooit voor de oogenblikken van verpoozing werd aangeboden, niet alleen aan de rijken, maar aan alle klassen der maatschappij. Van den anderen kant bestaat er heden geen machtiger middel dan de cinema ter beïnvloeding van de massa. De macht van de cinema komt voort uit het feit, dat zij spreekt door middel van het levende en concrete beeld, dat zonder moeiten en met genot wordt opgenomen, zelfs door den meest stompen en onontwikkelden geest, die het vermo gen of althans het verlangen zal bezitten, om de abstraheerende en deduceerende ontspanning te ondergaan, welke geen redeneering vordert. Zelfs om te lezen of te luisteren is een zekere inspanning noodig, welke daarentegen in het beeld- beschouwend spel plaats maakt voor het voortdu rend genot, dat van de opeenvolging van contrasten uitgaat en, als het ware, één levensbeeld vormt. In de geluidsfilm werkt deze macht nog sterker, omdat het gemakkelijker is het verloop der feiten te volgen en de muziek een bijzondere bekoring toevoegt aan de dramatische handeling." De Paus doet zijdelings een beroep op het film bedrijf, waar hij schrijft: „Wat de filmindustrie zelf betreft, sporen wij de Bisschoppen van alle landen, maar vooral U, eer biedwaardige broeders, aan, een beroep te doen op de Katholieken, die een aandeel hebben in deze industrie. Laat hen ernstig nadenken over den plicht en de verantwoordelijkheid, die zij als zonen der Kerk hebben, om door hun zeggenschap en invloed te bewerken, dat de films, die zij maken of helpen maken, beantwoorden aan de beginselen der gezonde moraal." De Encycliek besluit aldus: „Wij zullen de instemming en medewerking van allen, Katholieken als niet-Katholieken, verkrijgen en aldus ertoe bijdragen om die groote internatio nale macht, die de film is, met zekerheid te bren gen tot het hooge doel van de bevordering der hoogste idealen en zuiverste levensnormen." Het is opmerkelijk, dat de Paus in zijn Encycliek nadrukkelijk ook de medewerking inroept van niet- Katholieken. Dit beroep vinden wij herhaald in het communiqué, hetwelk is uitgegaan van de door het Nederlandsche Episcopaat in het leven geroepen commissie. Mogen we daarin een aan het film- en bioscoop bedrijf en zijn organisaties gerichte uitnoodiging tot samenwerking zien? Nu de Nederlandsche Katholieken eindelijk een centraal en gezaghebbend orgaan hebben, waarin zich heel hun actie op het gebied van de film zal gaan concentreeren, en dat zal gaan werken onder de goedkeuring van het Episcopaat, mogen wij slechts vertrouwen, dat deze zoo noodige sa menwerking er zal komen. Door de omstandigheid, dat vorenbedoelde com missie werkzaam is onder de energieke leiding van den Vicaris-Generaal van het Bisdom Den Bosch, Monseigneur F. N. J. Hendrikcx, dien wij hebben leeren kennen en hoogschatten als een prelaat met breeden blik en groote kennis van zaken, worden wij in dit vertrouwen ten zeerste gesterkt.

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 5