AANVRAGE LIDMAATSCHAP
Voor het lidmaatschap van den Nederlandschen
Bioscoop-Bond heeft zich aangemeld de heer
Harry Leasim, wonende te Parijs, tijdelijk verblijf
houdende in het Carlton Hotel te Amsterdam, die
in Nederland een filmverhuurzaak wil gaan ex-
ploiteeren, hoofdzakelijk met films van de Ameri-
kaansche Maatschappij R.K.O.
Nadat daartoe de ministerieele beschikking van
geen bezwaar zal zijn afgekomen, zal in de plaats
van den heer Leasim treden de R.K.O, Radio
Films NV.
De heer Leasim neemt bovendien over het film
verhuurkantoor van de NV. Filma te Amsterdam.
Bezwaren tegen toelating moeten vóór 22 Fe
bruari a.s. bij het Hoofdbestuur worden ingediend.
COMMISSIE NIEUWE ZAKEN.
De Eerste Kamer van de Commissie N.Z. heeft
in haar zitting van Donderdag 14 Januari 1937,
besloten den heer Jean Benner te Bergen op Zoom
vergunning te verleenen tot het vestigen van een
nieuwe, permanente bioscoop aan den Steenberg-
schen weg aldaar.
Voorts heeft deze Kamer in haar .zitting van
14 Januari 1937 besloten afwijzend te beschikken
op het verzoek van den heer H, H. M. Wiese te
Santpoort, om vergunning tot vestiging van een
permanente bioscoop te IJmuiden-Oost.
De Tweede Kamer der Commissie NZ, heeft
in haar zitting van Donderdag, 28 Januari 1937,
besloten den heer J. Leyten Czn. te Étten (N.-B.)
vergunning te verleenen tot het vestigen van een
permanente bioscoop aldaar.
De Commissie heeft bij het nemen dezer beslis
sing echter niet zonder bedenking geacht hetgeen
haar is medegedeeld aangaande de voorschriften
ter plaatse omtrent het bioscoopbezoek, in het bij
zonder voorzoover deze verbieden, dat ongehuw
de personen van beiderlei kunne tegelijkertijd de
bioscoopvoorstellingen bijwonen. Zij heeft o.m.
overwogen, dat een dergelijke beperking van de
bedrijfsuitoefening èn de mogelijkheid van een
exploitatie dermate verkleint, èn zoo weinig
strookt met de waardigheid en het belang van het
Nederlandsche bioscoopbedrijf in het algemeen,
dat de Commissie geen vrijheid kan vinden ertoe
mede te werken, dat onder vigueur van een der
gelijke regeling een nieuwe bioscoop tot stand zou
komen.
Op dezen grond heeft zij aan haar beslissing de
voorwaarde verbonden, dat deze vergunning eerst
dan van kracht zal worden, nadat in genoemde
plaats is vervallen het voorschrift, dat ongehuwde
personen van beiderlei kunne niet tegelijkertijd de
bioscoop mogen bezoeken.
Het Hoofdbestuur heeft in zijn vergadering van
Dinsdag, 2 Februari 1937, afwijzend beschikt op
het door de NV. Cineac te Amsterdam ingesteld
hooger beroep van de beslissing van de Derde
Kamer der Commissie N.Z. d.d. 14 Dec. 1936,
waarbij deze Kamer aan de NV. Cineac te Am
sterdam geweigerd heeft vergunning te verleenen
tot het vestigen van een journaal-theater in het
pand Vischmarkt 18 te Groningen.
Het Hoofdbestuur heeft in deze vergadering
vernietigd de beslissing van de Eerste Kamer der
Commissie N.Z., gewezen in haar zitting van Don
derdag, 14 Januari 1937, waarbij aan den heer
L. Steenbakkers te Schijndel vergunning is ver
leend tot het vestigen van een permanente bio
scoop aldaar.
Tegen vorenvermelde beslissing van de Eerste
Kamer der Commissie N.Z. was overeenkomstig
de desbetreffende bepaling van het Nieuwe Leden
en Zakenbesluit beroep aangeteekend door den
Voorzitter van het Hoofdbestuur.
BEPERKING NIEUWBOUW VAN
BIOSCOPEN IN FRANKRIJK
Sedert eenigen tijd houdt ook de groote organi
satie van onafhankelijke bioscoopexploitanten in
Frankrijk zich bezig met het vraagstuk van de
ongelimiteerde uitbreiding van het aantal bio
scopen.
De organisatie acht een beperking dezer uitbrei
ding hoogst noodzakelijk en zij heeft reeds be
sloten het daarheen te leiden, dat de vestiging van
nieuwe zaken op het gebied van het bioscoop
bedrijf afhankelijk wordt gesteld van een bepaalde
regeling. Reeds wordt te dezen opzichte een plan
uitgewerkt, waarbij er echter van wordt uitge
gaan, dat bedoelde regeling niet onderworpen mag
zijn aan bemoeiingen van Staatswege, doch in
handen behoort te blijven van de organisatie zelve.
TOEPASSING ART. 17 DER STATUTEN
Het Hoofdbestuur heeft in zijn vergadering van
Dinsdag 2 Februari 1937 besloten ingevolge art.
17a der Statuten de straf van waarschuwing toe
te passen op de firma Serlie, firmanten de heeren
L. J. Lievenboom en L. M. Serphos, exploitee-
rende o.m. het Alhambra Theater te Enschedé,
zulks op grond van de overweging:
dat de firma Serlie in de week van 15 t/m 22 Januari
1937 vertoond heeft de film „Showboat", waarvan als
auteursprijs was bepaald een zeker aandeel in de opbrengst;
dat de daartoe door de Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders
van den Bond en door het betreffend filmverhuurkantoor
gemachtigde accountant in voormelde week de opbrengst
van genoemde film heeft gecontroleerd en met het oog op
deze controle aan de firma Serlie verzocht heeft de afge
scheurde controlestrooken der toegangsbewijzen bedurende
die week te bewaren en tevens verzocht heeft hem mach
tiging te verleenen om bij de administratie der vermakelijk-
heidsbelasting op te vragen de nummers der boeken met
toegangsbewijzen, welke de firma Serlie in die week zou aan
schaffen;
dat de firma Serlie verzuimd heeft de vorengemelde con
trolestrooken te bewaren en evenmin de gevraagde machti
ging heeft verleend, hoewel zij den accountant in de gele
genheid heeft gesteld te vernemen, hoeveel boeken met
plaatsbewijzen gedurende die week door de firma Serlie zijn
aangekocht, zonder dat daarbij echter de nummers der be-