INSCHRIJVING IN HET NAAMREGISTER 8 nomen; dat de heer Van Dun ook had overgenomen de op de-exploitatie rustende contracten, maar dat daarbij het con tract van eischer niet "was vermeld, weshalve de heer Van Dun zich op het standpunt stelde, dat eischer zijn vordering moest indienen bij gedaagden; dat eischer op deze gronden der Commissie verzocht heeft te verklaren, dat gedaagden ge houden zijn hun verplichtingen, voortspruitende uit de over eenkomst, gedateerd 27 Juni 1935, jegens eischer na te komen en wel door de openstaande films op korten termijn van eischer af te nemen, althans den auteursprijs er van te be talen; dat gedaagden hiertegen in hoofdzaak aanvoeren, dat eischer hun nimmer een exemplaar van het contract heeft toegezonden, hoewel daarom verschillende malen werd ge vraagd; dat het derhalve aan gedaagden onbekend was, wan neer het contract zou afloopen; dat gedaagden, indien het hun bekend ware geweest, dat het contract op 31 December 1935 zou expireeren, met een verlenging van het contract geen genoegen zouden hebben "enomen; dat gedaagden eischer herhaaldelijk verzocht hebben om levering der resteerende films, maar dat eischer daarop niet heeft geantwoord, hetgeen naar de meening van gedaagden hiervan het gevolg is, dat eischer de betreffende films niet tijdig heeft uitgebracht; dat de exploitatie van de Nieuwe Bioscoop te Tilburg met in gang van 1 Juni 1936 is overgedragen aan den heer W. van Dun, die zien verbonden heeft alle op de zaak rustende ver plichtingen over te nemen; dat echter gedaagden geen con tract van eischer in hun bezit hadden en derhalve dit con tract ook niet aan den heer Van Dun voornoemd konden overgeven; dat eischer eerst op 5 November 1936 op het contract is teruggekomen met verzoek om inzetdata voor de betreffende films te willen opgeven; dat gedaagden zich der halve op het standpunt stellen, dat de verplichtinaen, welke uit 'de overeenkomst dd. 27 Juni 1935 voor hun zouden kun nen voortvloeien, niet meer bestaan en dat zij derhalve deze verplichtingen ook niet meer behoeven na te komen; dat uit het door de Commissie ingesteld onderzoek is ge bleken, dat één van de 5 films, behoorende tot de tusschen partijen aangegane overeenkomst, n.1. de film „Politie" eerst op 21 April 1936 door de Rijksfilmkeuring voor openbare vertooning in Nederland is toegelaten, terwijl blijkens de mededeelingen van eischer de film „Chandou, de geheimzin nige" eerst in Januari 1936 beschikbaar was; dat voorts eischer verklaard heeft, dat hij aan zijn cliënten heeft aangeboden in plaats van de film „De wereld van het gele ras", die z.i. minder geschikt voor vertooning was, een andere film later te leveren; dat dus vóór 31 December 1935, zijnde de einddatum van het contract, drie van de vijf afgesloten films door eischer niet ter beschikking van gedaagden konden worden gesteld, terwijl resp. op 5 November 1935 en 6 Maart 1936 door ge daagden van eischer zijn afgenomen de films „Een circus trok voorbij" en „De lachende vrijbuiter"; dat uit het vorenstaande volgt, dat, indien tusschen par tijen niet zou zijn overeengekomen den einddatum van het contract te verlengen, eischer met de nakoming van zijn ver plichtingen tegenover gedaagden, althans vóór den eind datum van het contract in gebreke is gebleven; dat echter, indien aangenomen wordt, dat deze einddatum wel is verlengd, ten aanzien van den verlengingstermijn niets tusschen partijen is overeengekomen .en derhalve niets vast staat, wanneer de overeenkomst zal afloopen; dat dan ook, indien aannenomen wordt, dat gedaagden nog bepaalde verplichtingen tegenover eischer moeten nako men, deze nakoming van verplichtingen aan geen enkelen termijn is gebonden; dat de Commissie voorts in aanmerking heeft genomen, dat in de Maandelijksche Mededeelingen van den Nederland- schen Bioscoop-Bond dd. 4 Juli 1936, no. 27, o.m. is gepu bliceerd dat de Koninklijke Liedertafel „Souvenirs des Mon- tagnards" van het lidmaatschap van den Bond vervallen is verklaard en dat in verband met de teruggave van de door deze vereeniging gestorte waarborgsom de leden, die nog vorderingen op genoemde vereeniging mochten hebben, wor den uitgenoodigd hiervan tot uiterlijk 15 Juni 1936 opgave aan het Bondsbureau te doen; dat vaststaat, dat eischer een dergelijke opgave van de door hem vermeende vordering op gedaagden bij het Bonds bureau niet heeft ingediend en dat daaruit niet anders kan worden geconcludeerd, dan dat ook eischer van de gearond- heid van zijn vordering allerminst overtuigd was, althans den voor de realiseering van zijn vordering gestelden uitersten termijn onbenut heeft laten voorbijgaan; dat mitsdien aan eischer zijn vorderin" moet worden ont zegd met zijne veroordeeling in de geschilkosten. De Commissie van Geschillen (Eerste Kamer) heeft in haar zitting van Woensdag, 19 Mei 1937 inzake het door de N.V. Paramount, gevestigd te Amsterdam, op 24 April 1937 aanhangig gemaakt geschil contra den heer Jos. Herberichs, exploitant van de Hollandia Bioscoop te Kerkrade, uitspraak gedaan, dat de vordering van eischeres (Paramount) moet worden toegewezen en gedaagde (Herberichs) mitsdien moet worden veroordeeld om tegen kwijting aan eischeres te be talen het gevorderd bedrag, alsmede in de geschilkosten, be dragende 20.zulks op grond van de overweging; dat gedaagde erkend heeft het gevorderd bedrag verschul digd te zijn; dat bovendien deze vordering, welke aan de Commissie niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, door de aan de Commissie overgelegde bescheiden wordt gestaafd; dat mitsdien de vordering moet worden toegewezen. Ingevolge art. 4 van het Reglement op het Naamregister, zijn de navolgende verzoeken tot inschrijving van titels in het Naamregister gedaan. Voor het indienen van bezwaren tegen de verlengde inschrijving, welke vóór 1 Juli e.k. schriftelijk bij het Hoofdbestuur moeten worden ingediend, raadplege men art. 6 van het Reglement op het Naamregister. Datum Titels waaronder de films Naam van den waarop in schrijving ver zocht is in Nederland worden uit houder der ex gebracht ploitatie-rechten 2 Juni 1937 De man, die beslag legt1) Metro 2 Maria Walefska 2 Spion van de Orientexpress 2 Van je familie.moet je 't hebben 4 Amor op de ranch Centra 4 De Koning en het revue meisje 2) Warner 4 Twee werelden Lumina 5 Heldenmoed van het Noor den Centra 5 O'Malley van de bereden politie 8 Bulldog Drummond ont snapt Paramount 8 De laatste trein uit Madrid 8 Tol der millioenen 11 Het laatste schot L.C.B. Stan 11 daard Grazige weiden Warner 11. Prins en bedelknaap a) Hiervoor vervalt de titel: „Wederzijdsch Huwelijks- bedrog". '-) Hiervoor vervalt de titel: „Het Meisje van de Follies Bergère".

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 10