Bovendien biedt dit instituut tal van voordeelen van practischen aard, zooals we in het vervolg van dit artikel zullen zien. Hoe gaat nu deze ledenraad er uitzien? Het nieuw-ontworpen Artikel 31 van de gewij zigde Statuten geeft ons op deze vraag volgender- wijze antwoord: ,,Zoo de Bond niet minder dan 200 leden telt, bestaat de algemeene ledenvergadering, voor wat betreft de in art. 32 vermelde taken en rechtsbe voegdheden, uit een Ledenraad, bestaande uit 18 individueele leden, t/w.: den Voorzitter en Vice-Voorzitter van het Hoofdbestuur, die als zoodanig lid van den Leden raad zijn; overigens mag een lid van het Hoofd bestuur geen lid van den Ledenraad zijn; een bestuurslid van elk der acht bestaande plaat selijke en provinciale afdeelingen, di'e met inachtne ming van het vorenstaande worden benoemd door de algemeene ledenvergadering der betreffende plaatselijke of provinciale afdeeling, acht leden van de Bedrijfsafdeeling Filmverhuur ders, die met inachtneming van het vorenstaande worden benoemd door de algemeene ledenverga dering der Bedrijfsafdeeling Filmverhuurders." Hieruit blijkt, dat de invloed van de leden on aangetast is gebleven. Zoowel de exploitanten als de filmverhuurders zijn gelijkelijk vertegenwoor digd en het systeem van vertegenwoordiging is zoo danig, dat voor wat de exploitanten betreft, iedere afdeeling op zich in den ledenraad haar invloed kan doen gelden, terwijl, doordat de practijk in den regel zóó zal zijn, dat de vertegenwoordigers exploitanten in den ledenraad lid zijn van den Afdeelingsraad, deze vertegenwoordigers evenals de filmverhuurders ieder in hun eigen groepsbe stuur de wederzijdsche standpunten collectief kun nen testen. Het is natuurlijk de bedoeling, dat de werkwijze van den ledenraad nader bij reglement zal worden vastgesteld. Wij kunnen hierover mededeelen, dat dit regle ment o.m. zal bepalen, dat eventueele besluiten door den ledenraad met een zoogenaamde gequali- ficeerde meerderheid, in casu een meerderheid van tweederde, zullen moeten worden genomen. Zooals begrijpelijk wordt hiermede beoogd tegen te gaan, dat een besluit tot stand komt door de helft van den ledenraad b.v., waarbij de stem van den Voorzitter den doorslag zal moeten geven of door een toevallige meerderheid als gevolg van de afwezigheid van een der leden. Op de wijze, als thans geconstrueerd, is het slechts mogelijk besluiten te nemen met een zoo groot mogelijke meerderheid van stemmen, althans met een meerderheid, welke kan bogen op de in stemming van alle groepen, waarop de Bioscoop- Bond steunt. Artikel 32 van de concept-Statuten licht ons nader in over de taak van den ledenraad. De taak en rechtsbevoegdheid van dezen raad, wanneer deze bestaat, zijn beperkt tot het beslissen in hooger beroep op aanvragen om lid te worden van den Bond, het beslissen in hooger beroep van beslissingen van het Hoofdbestuur, waarbij een aanvrager om lid te worden geweigerd is, het be slissen op voorstellen van het Hoofdbestuur tot uit vaardiging van een verbod aan de leden om film- zaken waaronder mede begrepen projectie- reclamezaken te doen met speciaal aangewezen zaken of categorieën van zaken. Voorts tot het al of niet bekrachtigen van een zoodanig door het Hoofdbestuur uitgevaardigd verbod, als voorzien in het tweede gedeelte van artikel 14 der Statuten, tot het vragen aan het Hoofdbestuur van verant woording over handelingen, liggende op het gebied van de functiën van den ledenraad. Het beslissen in hooger beroep over strafoplegging door het Hoofdbestuur, het vaststellen van bedrijfsregle- menten en het uitvaardigen van bedrijfsbesluiten, gelijk omschreven in artikel 25 van de Statuten, de functiën, welke bij de bedrij f sreglementen en bedrijfsbesluiten aan de algemeene ledenvergade ring zijn opgedragen, het uitoefenen der rechten, als omschreven in artikel 29 a en b van. de Statuten. En tenslotte het verleenen van toestemming tot het aangaan van overeenkomsten als bedoeld in artikel 33 (arbitrage-overeenkomsten), alsook de functiën, die moeten geacht worden tot al het vorenstaande te behooren of daarmede verband houden. Zooals men ziet is de taak van den ledenraad een zeer belangrijke en gaat op deze nieuwe in stelling van den Bond een groote verantwoordelijk heid rusten. Het is het vertrouwen van het Hoofd bestuur in de capaciteiten en de jarenlange scho ling in bedrij f s- en organisatorische practijk van

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 4