AMENDEMENTEN INZAKE HET GEWIJ ZIGD CONCEPT MINIMUMPRIJZEN-BE- DRIJFSREGLEMENT De leden van de Afdeeling ,,'s-Gravenhage" van den Bond hebben op het gewijzigd concept minimumprijzen-bedrij f sreglement, dat zal worden behandeld in de buitengewone Ledenvergadering op 12 Juli e.k. de navolgende amendementen inge diend: I. Artikel IA, Tusschen „alle" en „voorstellin gen" in te lasschen de woorden, „openbare film-". T o e 1 i c h t i n g: Bij de bestaande redactie val len onder dit reglement alle voorstellingen in de theaters der leden, dus ook de voorstellingen door vereenigingen, tooneel-gezelschappen etc, aan wie de zaal evtl. verhuurd wordt. Het kan niet de bedoeling zijn de werking van dit reglement zoo ver uit te strekken. II. Artikel 1D. vervalt. Toelichting: De inhoud van dit artikel be vat slechts een herhaling in andere bewoordin gen van artikel 1B. III. Artikel IE. op pagina 3 eerste regel, tusschen „rekening" en „mag" in te lasschen het woordje „eventueel". De komma achter „vertoonen" te veranderen in een punt. De laatste 3 regels laten vervallen. Toelichting: De laatste 3 regels stellen vast dat een filmverhuurder bij gebreke van een redelijk bod zijn film in de betrokken gemeente zelve kan uitbrengen. Dit reglement is niet de plaats om vast te stellen in welke gevallen der gelijke voorstellingen geoorloofd zijn. IV. De aanhef van artikel 2B, wordt gelezen: Deze overige leden moeten allen zelf lid zijn van den Bond, resp. vennoot eener maatschap of firma, beheerend vennoot eener comman- ditare vennootschap of bestuurder eener naam- looze vennootschap, vereeniging of stichting, die lid is van den Bond... (enz.). Toelichting: Door de gewijzigde redactie is weliswaar één bezwaar opgeheven, maar het is beslist onjuist om te spreken van een lid van een maat- of vennootschap. Vooral bij de naam- looze vennootschap treedt dit duidelijk aan het licht. Elke samengetrokken redactie heeft be zwaren en de bij dit amendement voorgestelde moge iets langer zijn, zij is juist, geeft geen aanleiding tot misverstanden en is bovendien in overeenstemming met den tekst van de Sta tuten en van de wet. V. In artikel 2C. worden de woorden „het Be stuur der" vervangen door „de" en „het Be stuur dezer" vervangen door „deze". Toelichting: Een dergelijke belangrijke benoeming behoort door de volledige afdeelin- gen te geschieden en niet door de besturen. VI. In artikel 2D. wordt de punt achter „herbe noembaar" vervangen door een komma en daarachter geplaatst de woorden: „doch niet meer dan twee achtereenvolgende malen". Toelichting: Een zekere continuïteit moge gewenscht zijn, op den duur moeten ook gewij zigde inzichten tot uiting kunnen komen. Vaak wordt iemand slechts herkozen, om hem niet te kwetsen. Een beperking van de herkiesbaar heid kan daarom niet gemist worden. VII. In artikel 3B. vervallen de woorden „of plaatsvervangenden Voorzitter" en de woorden „zulks ter beslissing van den Voorzitter". Toe te voegen een nieuw lid, luidende als volgt: De Voorzitter van de Prijzen-Commissie kan beslissen dat de Plaatsvervangende Voorzit ter hem in het P.C.-College vervangt. In dit geval echter moet in plaats van het lid verte genwoordiger van de Bedrijfsafdeeling Film verhuurders een ander lid niet-filmverhuur- der uit de Prijzen-Commissie worden aan gewezen als lid van dit P.C.-College. VIII. Artikel 4C. a3 wordt vervangen door: Alle overige voorstellingen en vertooningen als ver meld in de sub. a van dit artikel bedoelde ge meenten. Toelichting: Niet alleen is de voorgestel de tekst, met twee maal „bedoeld" erin leelijk, maar bovendien zouden er de sub. 1 en 2 ge noemde nogmaals onder vallen, hetgeen door het amendement wordt voorkomen. IX. Toe te voegen aan art. 4F: „en het Dage- lijksch Bestuur". Toelichting: De kennisgeving aan het Dagelijksch Bestuur hangt samen met amen dement X. Zie de toelichting op dit amende ment. X. In artikel 5 worden de woorden „den Voor zitter van het Hoofdbestuur" vervangen door „het Dagelijksch Bestuur". Toelichting: Het is ongewenscht, deze belangrijke bevoegdheid aan één man toe te kennen. Een college, zij het van niet te grooten omvang kan men deze taak beter toevertrou wen. Wanneer in het Dagelijksch Bestuur het vóór en tegen van een in te dienen verzoek wordt besproken zal men er slechts in geval van nood toe over gaan. XI. In te lasschen in artikel 6 tusschen de slot woorden „vertoonde" en „films" „of nog te vertoonen". Toelichting: In het algemeen zal men eer-

Historie Film- en Bioscoopbranche

Officieel Orgaan | 1937 | | pagina 5