Intusschen bleek het Hoofdbestuur, aldus de
Voorzitter, dat was opgericht een nieuwe maat
schappij, de N.V. Niger, waarvan directeur was
de heer Strengholt, terwijl daarin als commissaris
was opgenomen de heer Lawrence, vertegenwoor
diger van de Metro te Parijs.
Het Hoofdbestuur heeft hierop opnieuw gecor
respondeerd met de Metro en wel met de Metro
te New York, met den heer Lawrence te Parijs
en met de Metro te Amsterdam en gevraagd of zij
zich wilden gedragen naar de usances van het
Nederlandsche film- en bioscoopbedrijf en naar
de reglementaire bepalingen van den Nederland
schen Bioscoop-Bond en of zij dientengevolge, in
dien werkelijk zou worden overgegaan tot de uit
voering van plannen om in Amsterdam een bio
scooptheater te doen bouwen, aan het Hoofdbe
stuur toestemming zouden vragen om een dergelijk
nieuw bioscooptheater aldaar te mogen exploitee-
ren of te doen exploiteeren.
Op dezen brief ontving het Hoofdbestuur voor
wat Amerika betreft via Parijs ontwijkende ant
woorden, terwijl de N.V. Metro-Goldwyn-Mayer
Film Mij. te Amsterdam het antwoord schuldig
bleef.
Het bleek het Hoofdbestuur vervolgens, dat het
architectenbureau Merkelbach opdracht had gekre
gen van de Metro om te Amsterdam een nieuw,
groot en zeer modern ingericht bioscooptheater te
bouwen en naar aanleiding hiervan heeft het
Hoofdbestuur bij schrijven d.d. 22 Mei gevraagd,
of de betreffende berichten juist waren, daarbij
opmerkende, dat .indien zulks het geval was, het
Hoofdbestuur tot zijn groote teleurstelling moest
vaststellen, dat het antwoord van 25 Maart zeker
niet openhartig kon worden genoemd.
Het Hoofdbestuur heeft daarom beleefd, doch
dringend aan de Metro verzocht rechtstreeks en
onomwonden op de volgende vraag te willen ant
woorden n.L: „Is Uw maatschappij, d.w.z. het
Metro-Goldwyn-Mayer Concern bereid aan het
Hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoop-
Bond toestemming, als bedoeld sub.B. van het
Overgangsbesluit d.d. 1 Februari 1937, te vragen
om in Amsterdam een bioscoop te mogen exploi
teeren, tot den bouw waarvan aan den architect
Merkelbach opdracst is gegeven?"
Het Hoofdbestuur voegde daaraan toe, dat het
het antwoord van de Metro op deze categorische
vraag vóór den eersten Juni tegemoet zag. Deze
datum was zoo bepaald, aangezien omstreeks dien
datum het Hoofdbestuur zou vergaderen. De Me
tro heeft aan dit verzoek niet voldaan en nam daar
door dus een houding aan, welke het Hoofdbestuur
geenszins kon tolereeren, zoodat zij hierover ter
verantwoording is geroepen. Als vertegenwoordi
ger van de Metro is daarop in de vergadering van
het Hoofdbestuur verschenen de heer De Wilde,
die voor zijn optreden slechts beperkte volmachten
had.
De Voorzitter verklaart vervolgens met nadruk,
dat de tijd van verstoppertje spelen thans voorbij
is. Het Hoofdbestuur begrijpt niet, waarom de Me
tro haar plannen niet evenzeer als ieder ander lid
aan het Hoofdbestuur heeft willen overleggen. Ge
zamenlijk had men zich dan kunnen beraden over
hetgeen stond te gebeuren. Het Hoofdbestuur
stond niets anders te doen dan het in de onderha
vige omstandigheden heeft gedaan. De Afdeeling
Amsterdam heeft voortdurend bij het Hoofdbe
stuur ernstig erop aangedrongen maatregelen te
nemen, aangezien deze afdeeling van meening is,
dat het geen zin heeft daarmede te wachten tot
het theater er staat. Ter geruststelling van de leden
geeft spreker de verzekering, dat het Hoofdbestuur-
op krachtige wijze zal optreden en alle maatregelen
zal nemen, waartoe statuten en reglementen dit
college de bevoegdheid verleenen, zoodra, wie dan
ook van de leden begint met het bouwen van
een theater zonder daartoe toestemming te hebben
gevraagd.
Spreker bevestigt hetgeen vermeld staat in het
bewuste artikel in het Officieel Orgaan en ver
klaart met nadruk, dat het Hoofdbestuur op de
eenmaal aangenomen houding niet zal terugkomen.
Het Hoofdbestuur denkt er niet aan te tolereeren,
dat een der leden, in strijd handelt met de Statuten
en Reglementen.
De heer F. D. L. Strengholt Metro, Am
sterdam) heeft in een uitvoerig betoog den Voor
zitter geantwoord en de verzekering gegeven, dat
ook de Metro zich op het standpunt stelt, dat de
Statuten en Reglementen behooren te worden na
geleefd. De vraag is echter of de Metro eenige
overtreding van de Statuten of Reglementen heeft
begaan. Deze vraag beantwoordt spreker ontken
nend. Zelfs al zou de Metro en niet de N.V. Niger
de panden aan het Weteringplantsoen te Amster
dam hebben gekocht om aldaar een bioscoopthea
ter te bouwen, dan nog zou zij niet in overtreding
zijn, aangezien uit het „Overgangsbesluit" van 1
Februari 1937 met geen enkel woord staat vermeld,
dat men toestemming van het Hoofdbestuur noodig
heeft om een bioscoop te gaan bouwen. Nu beweert
men wel, dat onder het exploiteeren ook het bou
wen moet worden verstaan, doch het is niet aan
het Hoofdbestuur zulks uit te maken, doch aan
den Nederlandschen rechter. Spreker geeft de ver
gadering in overweging zich niet te laten duwen
in een richting, welke voor een bepaalde groep van
belang kan zijn, voor wat de uitlegging van de
Statuten en Reglementen betreft.
Met de antwoorden van de Amerikaansche
Maatschappij heeft spreker niets te maken; hij
treedt hier op als directeur van de Nederlandsche
Metro Mij. en natuurlijk zal men in Nederland als
Nederlanders uitmaken wat er dient te gebeuren,
zonder eenigen invloed van buitenaf te dulden.
Maar is dit, volgens spreker, niet te veel een ge
baar? Immers 95 pet. van de Nederlandsche bio-
8